Versbouw en ritme in de tijd van '80
(1934)–Garmt Stuiveling– Auteursrecht onbekend
[pagina 239]
| |
Bijlage 3a.In het Perk-archief van Mevrouw van Deventer-Perk zijn na de condoleance-brief van Vosmaer, gedateerd 2 Nov. 1881, onderstaande drie brieven van Vosmaer aan Ds. Perk aanwezig. Ook deze publicatie dank ik aan de bereidwilligheid van Mevrouw van Deventer. Men vergelijke deze documenten met de betreffende passage in Kloos' artikel over Vosmaer (N.G. VI, deel 1, pag. 299-301). 's Gravenhage 8 Nov. 81. Zeer geachte heer,
Het is slechts met veel aarzeling dat ik u schrijf, maar het geldt iets wat mij zeer aan het harte gaat, dat is Jacques' dichterlijke nalatenschap. Mij voegt het niet daarover raad op te dringen, alleen een belangstellend woord mag ik niet terughouden. Ik ben namelijk zeer erg bang dat soms iemand daaraan de hand mocht slaan die onbevoegd is. Als dezulken acht ik verscheidene oudere letterkundigen, omdat zij in oude stelsels en methoden vast zitten en J's poesie niet in hare volle en nieuwe waarde begrepen hebben; alleen Doorenbos maakt eene uitzondering, hij die de jongelui kent en de nieuwere richting. Mocht u ze hem toevertrouwen!Ga naar voetnoot1) dan zou er 1o zeer stellig niets verschijnen wat niet waardig was, 2o niets weggelaten worden wat opmerkelijk is. Als ik het zeggen mag - hij is de man. Wilt gij wat hierin wellicht onbescheiden inmenging mocht schijnen vergeven en ten goede duiden? Ik ontvang allerlei betuigingen van leed over het jammerlijk verlies, en dat is streelend voor zijne nagedachtenis. Ik reken het mij tot een weemoedige vreugde dat jonge groote talent bij tijds te hebben gewaardeerd, en den kleinachtenden toon van sommige zoogenaamde critici tot eer. Vergeef dus het bovenstaande aan mijne oprechte belangstelling, en opdat wij van hem behouden wat wij kunnen!
Hoogachtend Uw toegenegen dr. C. Vosmaer. |
|