Eenvoudig schoon. Bloemlezing uit de kinderlectuur voor de lagere school. Deel 5
(1917)–H. van Strien– Auteursrecht onbekend
[pagina 22]
| |
De jongen fleemden: ‘Toe nou!
Laat as-je-blieft ons gaan!’
Maar de ouden zeiden: ‘Kind'ren,
Past op, blijft dáár vandaan!’ -
De jongen werden koppig
En wilden tòch er heen,
Zij huilden en zij pruilden;
Maar de ouden kwaakten: ‘Neen!’
De jongen zien een kansje,
En nemen 't stilkens waar:
Ze naadren 't roode stokje...
Een poot van d'ooievaar!
Ze schrikten... wilden vluchten...
Jawel, een mooie grap!
De leeplaar slaat de bengels
Naar binnen, met één hap! -
Uit: ‘Rijm en Zang’, door B. van Meurs |
|