[Voorwoord]
Als ingezeten van Delfzijl belang stellende in hetgeen mijne woonplaats betreft, heb ik sedert vele jaren naauwkeurig aanteekening gehouden van al het merkwaardige, dat voorviel en mijns inziens aan de vergetelheid verdiende ontrukt te worden. Deze aanteekeningen, - waarvan die, welke over het beleg van de jaren 1813 en 1814 handelen, voor mijne mede-ingezetenen zeker de belangrijkste zijn - heb ik bijeenverzameld, aangevuld uit enkele bronnen, die mij ten dienste stonden en zoo tot eene Kronijk gemaakt, in de bescheidene verwachting van hiermede geen ondienst te hebben bewezen aan hen, die in de oude vesting Delfzijl belang stellen.
v. S.