In oorlogstijd. Het volledige dagboek van de Eerste Wereldoorlog
(1979)–Stijn Streuvels– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 590]
| |
iets neer te schrijven of aan te tekenen. Het is de derde winter die aanbreekt en nog altijd zonder uitzicht op een einde of besluit. Het medelijden en 't gevoel van de ontzetting zijn afgestompt - men laat de dingen maar gaan in de onverschilligheid om 't geen te gebeuren staat. Om een denkbeeld te krijgen van de huidige toestand moet men zich maar herinneren hoe het een jaar geleden met ons gesteld was. In oktober van verleden jaar reisde ik nog per fiets naar Antwerpen, met de trein naar Brussel waar ik vrienden en kennissen kon bezoeken en wekelijks ging ik de RotterdammerGa naar voetnoot1 lezen naar Doornik. Nu zitten we gesperd op onze gemeente en mogen er niet uit op straf van 40 mark boete. We zijn totaal afgesneden van Kortrijk - waar we in de laatste tijd nog ons enige betrekking met vrienden hadden, boeken haalden en gedachtenwisseling in stand hielden. Nu is het niet meer houdelijk en we voelen ons vereenzaamd als in een gevangenkamp. En toch zijn we zeker nog de meest bevoordeligden van heel het Etappengebied - als men hoort hoe 't op andere plaatsen gesteld is, waar 't hoogstnodige zelfs ontbreekt en met groot geld niet te kopen is. Maar wat een weelde verleden jaar, vergeleken bij nu - waar we zelfs geen licht meer hebben. Verleden winter kochten wij carbuurGa naar voetnoot2 à 0,40 fr. de kilo - nu kost zij 3,50 fr. en is niet te krijgen - De andere produkten om licht te maken zijn al even duur en daarbij zeer twijfelachtig van hoedanigheid. Een kilo zeep kost 8 à 10 fr. - een paar schoenen die verleden week veertig fr. kostten - betaalt men er nu 50,- Boter, eieren en vlees hebben geen prijs meer - men betaalt 't geen men krijgen kan en de smokkelaars stellen de prijs. En 't wonderlijkste van alles: 't is dat men aan 't algemeen uitzicht bij de bevolking niets ziet veranderen | |
[pagina 591]
| |
in vorm en gebruiken en men vraagt zich af: van waar de mensen het blijven halen om het nodige te kopen. Er komt hier nog geen enkel inwoner op kloefenGa naar voetnoot1 naar de kerk! Maar waar moet het naartoe - en zal het schrikbeeld van nood en honger zich niet ineens aan de bevolking opdoenGa naar voetnoot2? Ik wil er niet meer aan denken - en om er niet aan te denken begeef ik mij tot over oren aan 't werk en ontvlucht zoveel mogelijk de tegenwoordige tijd - Genoveva moet me de huidige toestand doen vergeten. Voor mijn bewerking heb ik opzoekingen te doen om me het beeld te verduidelijken van dat cultuurleven van de Franken in de 7de en 8ste eeuw. En dat is het beste middel om alles rondom mij te vergeten. Maar wat het te zeggen is om nu in zulke omstandigheden de nodige boeken aan te schaffen zal men wel begrijpen. De twee enige geleerden die op de hoogte zijn van 't geen ik nodig heb - zijn Pastor Jules ClaerhoutGa naar voetnoot3 de etnoloog, en ontdekker van heidense begraafplaatsen en Pastor Jos. DevosGa naar voetnoot4 die een prachtige voorraad boeken bezit over Altertumskunde. De ene woont te Kaster en de andere te Heestert - beide plaatsen op een uur afstand en om er heen te gaan moet ik de binnenwegels gebruiken en gedurig uitzien of er geen ‘Markepakkers’ M.P. opdagen. De mensen die ik ontmoet aanzien me als een waaghals en ik hoorde boeren mompelen waar ik voorbijga: deze zal er toch wel eens aanwaaien! Om een boek te bekomen uit de stadsbibliotheek van Kortrijk heb ik alle moeite moeten doen en invloedrijke mannen aan 't werk zetten! - het werd me anders geweigerd omdat het uitlenen tegen de reglementen is!!! - Om het dan eindelijk hier thuis te krijgen moet het weeral van hand tot hand overgeleverd worden - gelijk de apostelijke traditieën - en 't is maar goed veel geduld te hebben. Om iets uit Brussel of Gent te bekomen, daar moet men zelfs niet meer aan denken! - Best is maar door te werken met 't geen men bij toeval aan de hand heeft.Ga naar voetnoot5 | |
[pagina 592]
| |
16 oktober 1916Vandaag geschiedt de eerste levering van tarwe en wel door de geitenboertjes en kleine gebruikers. Van in de morgen ziet men de optrekkende mensen met hun klutsGa naar voetnoot1 op een kordewagenGa naar voetnoot2. Het weinige dat ze in 't zweet huns aanschijns opgedaan hebben op hun hoekje land, en dat niet toereikend is voor 't gebruik van hun eigen huisgezin moeten ze gedwongen afleveren aan 26 fr. %Ga naar voetnoot3 kilogram om het nodige dan weer te gaan inkopen bij 't comiteit aan 45 fr. %Ga naar voetnoot3!!! Die mensen redeneren niet en tracht hen niet te overtuigen van de noodzakelijkheid van de maatregel. Hun verbittering gaat ook niet naar de Duits maar wel naar de leden van het plaatselijk komiteit, die van langs om meer de verachting en de ontevredenheid van 't klein volk op de nek krijgen. Doe dan al onvergeldGa naar voetnoot4 en uit loutere opoffering het werk ten voordele van de bevolking! | |
17 oktober 1916't Geen de algemene beroering brengt nu over heel de streek -is de nieuwe maatregel op de herbergenGa naar voetnoot5! Als 't in gewone tijd was, zou er een revolutie losbarsten geloof ik ...Ga naar voetnoot6 herbergen gesloten op de ...Ga naar voetnoot6 hier op de gemeente. En in 't omliggende in evenredigheid. En de afgunst onder de herbergiers is ontzettend! Men spreekt van begunstiging en kuiperijGa naar voetnoot7, - tussenkomst van brouwers enz.!... Het is zeker wel de doelmatigste en prijsbaarste maatregel die de Duitsers ooit aangewend hebben. En ik veronderstel dat de Belgische regering - als ze weerkeert, wel tevreden zijn zal dat de Duitsers voor hen dat karweitje hebben klaargespeeld want met ons politiek gedoe was er geen denken aan ooit zoiets draconisch uitgevoerd te krijgen. Men had de opbrengst van de belasting nodig en men vreesde de misnoegdheid te verwekken en alzoGa naar voetnoot8... kiezers te verliezen. 't Is opmerkelijk en een teken van de tijd hoe er zelfs geen | |
[pagina 593]
| |
peerdstrond meer verloren gaat en de steenweg zo rein blijft -effenaan er iets te rapen ligt wordt het door jongens met rolwagentjes weggehaald. En opmerkelijk evenzeer hoe er in de peerdstrond geen havergraantjes meer te zien zijn en hoe de eksters die er zo geern op peerdenmest plegen rond te springen, die buit nu veronachtzamen. Een boer deed me daarenboven aanmerken dat het door de Duitse politie als bewijs van overtreding aan de verordening aangewend wordt en als er in peerdenmest overblijfsel van haver gevonden wordt zoekt men eenvoudig de eigenaar van het peerd op om hem aan de boet te lappenGa naar voetnoot1. ‘Gelukkig dat we nog het meeste verstand gebruiken’ zegt me dezelfde boer en hij doet me uiteen hoe weinig konsekwent de Duitsers zijn met al hun verordeningen! ‘Als we ze moesten op de letter uitvoeren’, zegt hij, ‘en de beesten voederen gelijk de wet het voorschrijft, in heel korte tijd zouden er noch koeien, noch peerden, noch zwijnen meer zijn! en waar zouden de Duitsers dan hun vlees vandaan halen?’ Ik bemerk dat het hier gaat gelijk in veel dingen dat er wijdgaatteGa naar voetnoot2 openingen zijn tussen 't bevel en de uitvoering, - gelukkig voor ons! en dat hoe meer verordeningen er komen hoe minder soldaten er zijn om de verordening toe te passen | |
18 oktober 1916De ene beroering volgt op de andere. 't Ene is maar zogauw gebeurd als er iets anders in de plaats komt. De opschudding om het sluiten van de herbergen ligt nog vers in de gemoederen daar is het reeds vergeten voor iets dat veel erger is. Er was reeds een voorloper van het nieuws in aantocht maar nu hebbenGa naar voetnoot3 de boeren met hun peerden naar Waregem gemoeten en brengen vandaar de mareGa naar voetnoot4 mede, dat er controle geweest is en men alle manspersonen tussen 18 en 45 jaren opgeëist heeft om naar Duitsland te gaan werkenGa naar voetnoot5 en men 't zelfde mag verwachten op de andere gemeenten. Dat brengt de ontsteltenis onder | |
[pagina 594]
| |
de bevolking en allerhande uitleg wordt er rond gegeven en al de voorgaande maatregelen ziet men nu in als een voorbereiding om de verordening te gemakkelijker te kunnen uitvoeren, zo zijn de inrichting van de controle zelf, de eenzelvigheidskaartenGa naar voetnoot1, de gemeentesperre in die zin uit te leggen! Een boerenzoon maakt daarbij de diepzinnige en wanhopige bemerking: doelend op die vermaarde ‘Vliegende Maandag’Ga naar voetnoot2. De mensen hebben gevlucht als 't niet nodig was, en nu dat 't er werkelijk zou op aankomen, valt er niet meer te vluchten, - want nu is alles zo goed ingericht, dat niemand meer van zijn dorp weg kan, men malkaarGa naar voetnoot3 niet afspreken of beraden kan - en men lijdelijkGa naar voetnoot4 moet afwachten 't geen komen moet. Wat al angst weer en bange verwachting in veel huizen! Eerst was er alleen spraak van werkelozen die van 't comiteit onderstand kregen en die men dwingen zou te gaan werken voor de Duits, - nu noemt men boerenzonen en welhebbende ambachtslieden die van hun bezigheid getrokken worden en mee moeten met de bende. Getrouwde lieden en huisvaders die vrouw en kinderen moeten achterlaten - en dat aan 't gatGa naar voetnoot5 van de winter, 't onzekere in! Als het waar is 't geen men vertelt, zou dat de hatelijkste maatregel zijn die tot hiertoe door de bezetter getroffen werd. Er komen weer soldaten op 't dorp, maar hier in huis krijg ik er geen en vind het voortaan de moeite niet meer waard te gaan zien wat er omgaat op de plaats.Ga naar voetnoot6 | |
19 oktober 1916't Nieuws wordt bevestigd van de lichting van de werklozen met 't bericht dat er in Kortrijk bij de inlijving allerhande opstootjes gebeurden, dat de vrouwen hun mans vergezellen, met hun kinderen mee, die de soldaten uitjouwen, waarop ze uiteen gedreven worden met geweld. Een 1 500 mannen zijn in de kazerne opgesloten in afwachting dat ze in kudden weggevoerd worden. Er wordt nergens een ander woord gesproken | |
[pagina 595]
| |
en de jonge mannen die voor een gebeurlijke lichting in aanmerking komen, staan radeloos en weten niet wat aan te vangen. | |
24 oktober 1916Een gewichtige dag! Geen school voor de kinderen. Het is onverwachts gekomen en zonder voorafgaande verwittiging. Bij troepjes keren er kinders terug en roepen van ver naar de anderen die nog in aantocht zijn, het blijde nieuws. Als ik vraag naar de reden van die onverwachte congéGa naar voetnoot1, krijg ik het uiteenlopendste bescheid: de enen beweren dat de lokalen moeten vrij blijven voor soldaten die komen, - anderen zeggen dat de meester zou geboet zijn als hij vandaag school houdt; eindelijk zijn er die als reden opgeven: dat de Duitsers de hoogschool van Leuven weer recht hebben gezetGa naar voetnoot2 en vandaag de opening gevierd wordt. Nu gaat er een licht op: 't is inderdaad de opening van de Gentse hogeschool vandaag en 't zal wel zijn dat de Duitsers om die plechtigheid een geboden verlofdag opgelegd hebben in al de scholen van België. In de avond komt het nieuws: dat de nieuwe rector van de nieuwe Vlaamse hogeschool verleden nacht vermoord werdGa naar voetnoot3! Heeft er een fanatieke franskillon een aanslag gewaagd? Een slechte inzet voor zulk een veelbelovende zaak! We missen echter alle bevestiging - en 't zal misschien wel van een akelige grappenmaker komen?! | |
25 oktober 1916Een nog gewichtiger dag! Om 8 uur moet al wie een fiets in bezit heeft dat ding komen aanbieden op de plaatsGa naar voetnoot4. We worden al op een lange rij geplaatst, iedereen met zijn eigendom aan de hand en een formulier met volgnummer. Het lijkt de voorbereiding tot een reusachtige | |
[pagina 596]
| |
wedren. Eindelijk om 8 1/2 uur komt een Duitse soldaat de fietsen en fietsers in oogschouw nemen, - hij wandelt langs de rij, onderzoekt of de volgnummers passen met de tabel die hij in handen heeft, - en waar hij ergens een spiksplinternieuwe machien ontwaart, tekent hij het briefje van de eigenaar met een ‘K’. Er zijn er echter heel weinig van dat soort en veel meer modellen van voor de zondvloed, - men zou denken dat men er een soort gefabriceerd heeft voor de gelegenheid, - om 10 uur is alles afgelopen en iedereen mag zijn rijwiel weer op stal doen. Vandaag ook worden de koeien een oorring aangepast en een komiteit van Duitsers is daarom bij de boeren op ronde. Maar 't ergste komt achter. Vandaag is er ook controle en deze keer om de mannen uit te kiezen die zullen gedwongen worden voor de Duits te gaan werken. Onder het volk en op de plaatsGa naar voetnoot1 heerst er juist dezelfde stemming gelijk we 't eertijds beleefd hebben toen de lotingGa naar voetnoot2 nog bestond: een mengeling van hoop en vrees, - opwinding die gereed is uit te breken in hitsigheid en gramschap. Sedert gisteravond wordt de burgemeester en de dokter lastig gevallen om getuigschriften op te maken, met de hoop om door een of andere reden van ziekte of werkstelligheidGa naar voetnoot3 vrij te komen. Aan een werkman vraag ik: of hij ook een bewijs heeft doen opmaken? - Wat voordeel, zegt hij, - als àl de werklozen met een briefje afkomen, zal de Duits er dan geen enkele nemen, hier op de gemeente? - Dat is tenminste een sceptieker die zijn lot wil ondergaan gelijk 't hem beschoren is. Om 4 uur komt de auto aangerold met 5 overheden, ze treden 't gemeentehuis binnen en zo aanstonds begint het. Mannen komen met de armen in de lucht buiten gestormd één voor één, - en 't is te zien, als ze een briefje in de hand hebben is 't een teken dat ze eraan zijn en meemoeten, - de anderen, zonder briefje zijn vrij, - met de ondervinding van het goede of slechte nummer bij de loting. Op dat briefje staat gedrukt dat de houder er van zich zulke dag te begeven heeft op zulk een plaats om ingelijfd te worden tot openbare werken - volgt een lijst van de voorwerpen die hij zich aanschaffen moet en | |
[pagina 597]
| |
mede hebben: Een regenmantel, twee paar waterdichte schoenen, lepel, vork, mes, eten voor 2 dagen en... geld, - dat laatste is niet verplichtend!!! Heel de gemeente is op de benen, elk is benieuwd te vernemen hoe 't met zijn volk zal aflopen. Moeders, vrouwen en kinderen zijn 't ongeduldigst en maken meest misbaar. De mannen wie 't eigenlijk aan de lijve gaat, zien er onverschillig uit, - en telkens er een buitenkomt, wordt hij omringd, ondervraagd en 't merendeel staan daar alsof 't hun niet schelen kan, terwijl de vrouwen zich overgeven aan wanhopige droefheid, - ik heb tonelen gezien van radeloos lijden van jonggehuwde vrouwen die 't opnemen alsof hun man ter dood veroordeeld was en ze hun na 't afscheid nooit meer zullen weerzien. Uiterst pijnlijke dingen die een felle indruk maken en zeker niet gauw vergeten worden. Tegen de avond is 't afgelopen, - de overheden stappen in de auto, - Ik verwacht me aan geschreeuw, gedrum, een opstoot, - of een uitbreken van woede, - maar niets, geen woord, met een rauwe hoornstoot glijdt de auto vooruit en verdwijnt aan de omdraai.Ga naar voetnoot1 Die Duitsers hebben hier - gelijk elders met schijnbare willekeur hun keus gedaan op de lijst. Er zijn werkelozen bij en geen werkelozen, ondersteunden en niet-ondersteunden. En dàt juist brengt de ontstemming bij onder de getroffenen. Die ondersteund werden wijten het nu op de ondersteuning zelf - omdat het comiteit - beweren zij - de lijst van de ondersteunden aan de Duits heeft afgeleverd! De gekregen onderstand verwensen en vervloeken ze - en 't is de schuld van de onderpastor die hun het geld van 't comiteit is komen opdringen! Bij anderen komt de nijd erin omdat er zijn van hun soort die ook ondersteund werden en werkeloos zijn en vrij gaan zonder reden! - Zij wijten het de secretaris en de burgemeester - twee slachtoffers die 't ontgelden moeten met hun leven ...na de oorlog! - Deze die geen behoeftigen zijn en toch moeten optrekken beweren dat het comiteit de lijst van de werklozen niet heeft ingediend en ze had moeten indienen om zulk onrecht te vermijden! Zij zijn het echter met de anderen eens om te tempeesten en te vloeken op de heren en de rijke boerenzonen die vrij gaan en die niet te goed zijn om gelijkGa naar voetnoot2 de anderen op te trekken! | |
[pagina 598]
| |
De klassenstrijd komt erin, en er wordt met zot geweld, veel flauwe praat verteld, de gramschap boetGa naar voetnoot1 men op de onderpastor, op de burgemeester en de secretaris op de heren... maar geen enkele heb ik gehoord die de schuld legt waar het vasthoudt, nl. op het Duits bestuur die de verordening uitvoert! Men wil het zoeken waar het niet gelegen is, en men geen overmacht te duchten heeft! Bij troepenGa naar voetnoot2 zetten de mannen uitGa naar voetnoot3, naar de herbergen en tot laat in de avond hoort men luid wild gezang - juist gelijk op de lootdagGa naar voetnoot4 in verleden tijd! - Stil in de huizen is het verdriet verscholen en de angst om de bittere scheiding die als een noodlottigheid beschouwd wordt. | |
26 oktober 1916[Krantenknipsel]:
La Belgique, van Brussel, schrijft: In een maalderij welke werkt voor rekening van het. Mechelse Voedingskomiteit is een schandedaad aan 't licht gekomen. De vervalsingen op grote schaal gepleegd, hebben het personeel in de gelegenheid gesteld duizenden kilo aan het Nationaal Komiteit toebehorende witte bloem te verkopen. Onder de benaming van ‘Hollandse bloem’ werden de leveringen aan bakkers en pasteibakkers gedaan. Tegelijkertijd heeft het onderzoek de bewijzen geleverd dat ook een hoeveelheid andere voedingswaren verdwenen, bestemd ter voeding van de bevolking. Al de verdachten zijn aangehouden.
Hoe slecht het ook gaat en hoe hoog de nood ook stijgt, - zijn er nog altijd mensen die de droevige moed hebben het ongeluk uit te buiten om hun gelddrift te voldoen en niet aarzelen hun eigen medeburgers te vergiftigen als ze er maar zelf rijk door worden. | |
[pagina 599]
| |
we daar bv. zien dat de eiers hoogstens aan 15 ctm. mogen verkocht worden, als men er geen krijgen kan min dan 35 ctm. - en de suiker aan 90 ctm. de kilo moet gaan, als er onder de 5 à 6 fr. geen te kopen is... Wat doet het eraan dat er 10.000 Mark boete ligt op elke overtreding van die aard als de hogere prijs in de mode is gerocht en de winkeliers niets afleveren willen eronder. 't Best is en blijft nog altijd 't geen het boerinneke zegde: 't is goed dat wij zelf het meeste verstand gebruiken en onszelf weten te helpen. Voor 't geen de suiker betreft bv. heeft de speurzin het weeral zover gebracht dat men de hoogste prijzen zowel als de laagste, voor de Duits laat en men zelf zijn suiker vervaardigt. Iedereen is er mede bezig. We wonen hier in de streek waar de suikerbeetGa naar voetnoot1 geplant wordt, - en waarom zou men het niet doen, daar 't zo gemakkelijk is. Men wast de beetwortel, wrijft hem over een grove rasp, - kookt de schavelingenGa naar voetnoot2 in water tot de suiker erin opgelost is - laat het sap dan maar opkoken tot men een dikke siroopGa naar voetnoot3 bekomt, - en 't spel is gespeeld. | |
31 oktober 1916Door regen en wind en hels tempeest komen de benden hier voorbij van Tiegem, Kaster, e.a. gemeenten die vandaag te voet moeten optrekken naar Kortrijk. De werkelozen! het gelijken een bende landverhuizers, - merendeels met geleende of gekregen overjassen aan, wondere hoeden en vernagelde schoenen... De jongens zien er moedig, of liever overmoedig uit als wilden ze 't noodlot trotseren dat op hen valt, - velen onder hen zijn gewend de trek te doen naar FrankrijkGa naar voetnoot4 waar ze in de oogst, de beten1, suikerfabrieken, of steenovens gingen werken, met dit verschil dat het toen uit vrije wil was en om 't groot geld te verdienen en dat ze wisten wààr ze heengingen! Nu is 't gedwongen, door de vijand opgelegd die hun afscheidt van thuis en de streek, om te gaan, geen een die weet wààr naartoe, - om te werken voor de kost en aan 30 pf.Ga naar voetnoot5 daags. En toch maken ze er geen zwarigheid in - ze zijn amper een uur tijd van huis weg en de bitterheid van het afscheid blijkt reeds vergeten. | |
[pagina 600]
| |
Ze zijn in bende onder makkers van dezelfde aard - en dat maakt hen sterk. Een slaat de trommel met twee stokken op een blikken ketel, een andere heeft een harmonica, - een vaandel hebben ze niet durven meenemen. In 't voorbijgaan praat ik wat met de mannen, maar 'k ondervind algauw dat ze geen opruimingGa naar voetnoot1 tekort hebben. De enen beweren dat ze naar Duitsland moeten, anderen naar Frankrijk, maar allen zijn om 't even vast besloten niet te tekenen en liever vrij te blijven met 30 pf.Ga naar voetnoot2 dagloon dan zich te verbinden om à 4 Mark te werken! Voorop aanmerken de voorwaarden 1e Vrije aangifte à 4 Mark 2e Gedwongen werk à 30 pf2 en de kost Een uit de bende maakt mij luidop de bemerking: De Joden hebben Ons Heer verkocht voor 30 zilveren penningen en de Duitsers verkopen ons voor 30 koperen penningen! Op de plaats verbroederen ze met de mannen van Ingooigem en onder 't zingen van de Vlaamse Leeuw trekken ze in de richting van Vichte waar ze, aangedikt door nieuwe groepen, over Deerlijk, Harelbeke, in Kortrijk zullen aankomen. Door oorzaak van het hondenweer, zeker, is 't dat er geen vrouwen de stoet vergezellen!... 't Is hartelijk triestig om aan te zien. Te Harelbeke waar 700 werkelozen moesten optrekken, moet het afscheid ten uiterste pijnlijk geweest zijn om aan te zien en tonelen plaats gehad hebben... vloeken, verwensen, wenen en wanhopige gebaren - en een stoet van 100den vrouwen met hun kinderen die de ongelukkigen vergezelden tot Kortrijk. Over de tonelen in de kazerne waar de namen geschift worden en bij duizendtal, enige dagen verblijven, vertelt men wondere tonelen, maar ik ben niet bevoegd om onderscheid te maken tussen waarheid en uitvindsels en laat dan maar liefst de bijzonderheden onverlet.Ga naar voetnoot3 |
|