In oorlogstijd. Het volledige dagboek van de Eerste Wereldoorlog
(1979)–Stijn Streuvels– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 572]
| |
einde van iets dat we bijgewoond hebben met mensen die we kenden - aandoening.Ga naar voetnoot1 | |
14 augustus 1916Het zomerseizoen is weeral zover geschoven dat de koornvruchten gerijpt zijn en de oogst in volle gang is - overal is men neerstigGa naar voetnoot2 aan 't pikken en heel de streek staat als een onmetelijk legerveld vol schoven die aan tenten gelijken. De vrucht is maar schraal - het stro heeft zijn gewone lengte niet en de koornhauwenGa naar voetnoot3 zijn niet zwaar geladen met graan - maar op een afstand en in 't gemeneGa naar voetnoot4 gezien geeft het toch het uitzicht van weelde en overvloed. Ware 't maar niet dat er in 't gemoed van de mensen die er aan bezig zijn een angst heerst en zwaarmoedigheid... Aan hun ieverGa naar voetnoot5 valt het niet te merken en nergens aan 't uitzicht van het landschap wordt men iets gewaar dat er iets hapert aan de toestand van de drukGa naar voetnoot6 die er heerst - de hand die heel die rijkdom en (leeftocht)Ga naar voetnoot7 van de bevolking heeft aangeslagen blijft onzichtbaar. Sedert onheugelijke tijden heeft de boer zijn vruchten beschouwd als zijn rechtmatige eigendom - waarover hij beschikken kon naar goeddunken - nu is 't de bezetter die heert en meestertGa naar voetnoot8 over alle dingen, die wetten stelt en verordeningen uitvaardigt. Bevel is gekomen dat niemand iets van de opgedane oogst vervreemden mag. Verbod van te dorsen, verbod van te malen - de molens staan paalstil in de wind (ontzeild, - en... verzegeld...) Molen te Tiegem. | |
[pagina 573]
| |
Hij is verzegeld - 'k peisdeGa naar voetnoot1, zegt de molenaar dat z' er de ketens zouden aangelegd hebben, en 't is maar een lintje met twee lakjes - als ze peizenGa naar voetnoot1 dat ik me daarom zal weerhouden!!! En hij heeft de deur van de molen geopend net alsof er niets in de weg ware geweest. En bij de mensen komt van langs om meer de angstige overtuiging dat ze weerloos in de handen zijn van een overmacht zonder verhaal op recht of bescherming - dat ze zich krachteloos laten doen en zich voegen moeten naar de willekeur van de bezetter die almaardoor nieuwe wetten uitvaardigt om zijn eigen belang te voldoen en de ondergang en de armoede te verwekken onder de bevolking. Alle dagen is het iets nieuws en het wordt lastig om te vervolgenGa naar voetnoot2. We zijn nu reeds opgesloten elk op zijn dorp, niet meer vrij buiten te komen zonder genummerde kaart op zak - in de onmogelijkheid de gewoonste noodwendighedenGa naar voetnoot3 te voldoen als men het grondgebied verlaten moet. - Verbod om nog een rijwiel of voertuig uit te halen en nu krijgen we zoëven 't bericht dat al ons huisgerief in koper, tin, zink en lood zal aangeslagen en opgehaald worden, - het gerief dat men aan 5-8 fr. per kilo heeft gekocht zal ons betaald worden aan 1,56 fr.-2,50 fr. Met welk recht? - vragen de mensen zich af- tevergeefs... | |
15 augustus 1916St.-ArnoldusGa naar voetnoot4 is verlaten te Tiegem. De grote hoogdag gaat voorbij alsof 't een gewone dag ware in de week. | |
20 augustus 1916Niettegenstaande 't verbod... De stenen molen op de heuvel-kop te Tiegem staat te draaien dat 't ruist - van alle kanten reed men er gister met baktenGa naar voetnoot5 naartoe... het lijkt alsof hij op z'n hoogte de Duitse verordeningen trotseren wil. | |
[pagina 574]
| |
de molen gevallen - terwijl er wel een 70-tal mensen in waren - ze zijn uiteengestoven gelijk de mussen, want velen waren er gekomen, om te malen, van andere gemeenten en hadden geen paspo[o]rt, - iedereen heeft zich trachten te redden door de vlucht, karren, kordewagensGa naar voetnoot1 en baktenGa naar voetnoot2 in de brand latendGa naar voetnoot3 - 't ergste is: dat al de tarwe en de rogge die in de molen was, is aangeslagen en verbeurd... er zijn mensen die heel hun oogstje ineens kwijt zijn. Denk maar wat het te zeggen is in dees omstandigheden. | |
22 augustus 1916Niettegenstaande alle verordeningen en de strenge straffen die er op staan, wordt er gesmokkeld meer dan ooit - want de bewaking is onvoldoende en er waren nooit minder soldaten dan nu. De streken en fijne vondsten die men uithaalt om aan de boete te ontsnappen - doen denken aan de tijd onder de HollanderGa naar voetnoot4, veel veel dingen gebeuren nu weer gelijk mijn grootvader ze placht te vertellen vóór 't jaar '30. Een heer van mijn kennissen die voor zaken naar Doornik moest en geen pasp[o]ort krijgen kon, heeft zich in werkman verkleed, en met pikke en haakGa naar voetnoot5 op de schouder is hij behouden aangekomen en teruggekeerd. Vrouwen en meisjes die een reis willen doen, gaan zonder hoed op en met een blauwe voorschoot aan, - en veel boerenmensen in plaats van hun beste kleren aan te doen, nemen de kordewagenGa naar voetnoot1, spade of houweGa naar voetnoot6 of ander gereedschap mede, en als ze een soldaat zien afkomen, hoeven ze slechts over de gracht te springen waar ze op het land kwansuisGa naar voetnoot7 wat staan te prutsen tot 't gevaar geweken is. In 't uitvoeren van al die streken is er zoveel welgezindheid en lust, dat men 't wagen zou voor de leute alleen en om te mogen vertellen hoe men haarnaarGa naar voetnoot8 aan 't gevaar is ontsnapt. Alhoewel er nog altijd velen invliegenGa naar voetnoot9, maar dat zijn meest deze die er een vak van maken en de zaken in 't groot uitvoeren om geld te winnen. | |
[pagina 575]
| |
23 augustus 1916De mareGa naar voetnoot1 loopt: dat de mensen die hun bakteGa naar voetnoot2 in de molen te Tiegem hadden, voorzichtig, met valse sleutels of door een of ander venstergat, naar binnen gedrongen zijn en hun bakteGa naar voetnoot2 eruit gehaald hebben? En nu staat hij daar de reus, in zijn eenzaamheid op de heuvelkop, onttakeld, de zeilen stakestijfGa naar voetnoot3 als een overwonnene die in starheid het verloop van de gebeurtenissen afwacht. En de molenaar?... | |
27 augustus 1916Vandaag wordt van op de kerksteenGa naar voetnoot4 afgekondigd de verordening: dat de boeren tot hun laatste kilo - hun opbrengst van de oogst moeten aangeven en inleveren!!! dat hun zaaigraan zal geleverd worden. Het bericht wordt in de meeste stilzwijgendheid aanhoord en voorzeker is er angst in menig hart ontstaan... Men verwacht hetzelfde voor de aardappelen - en dan? - droevige winter in 't vooruitzicht! | |
28 augustus 1916Er worden troepen aangekondigd - te Vichte, te Avelgem, Anzegem enz. zijn ze reeds aangekomen- en overal worden er reeds vertelsels rondgevent, die men van soldaten heeft gehoord - 't zijn dezelfde XIIIde legerkorps dat hier verleden winter heeft gelegen - soldaten zoeken hun oude kennissen op en vertellen van de makkers die gesneuveld zijn... Besloten wordt daaruit, elk volgens aard en gezindheid. Te Vichte waar de soldaten naar slaapplaats gingen zoeken en 't eerste wat ze er ontdekken op een zolder, waren duiven! De baas van 't huis werd hedenavond met de tram weggevoerd naar Kortrijk - Zulke feiten - als men ze niet zag gebeuren - grenzen aan 't ongelooflijke - | |
[pagina 576]
| |
Het zijn pioniersGa naar voetnoot1 - en het blijkt dat men om loopgrachten te kiezenGa naar voetnoot2 de flauwste mannen niet uitkiest - het zijn allen om 't even struiseGa naar voetnoot3 jonge kerels - die in staat zijn hard werk af te leggen. Wij voor ons deel krijgen een jonge luitenant - een bedeesde zwijgzame Duitser die weinig gerucht maakt en hier enkel verschijnt 's avonds laat, en 's morgens vroeg weer vertrekt zonder dat we hem gewaar worden. | |
31 augustus 1916De manschappen zijn al vroeg aan 't exercerenGa naar voetnoot4 - hier voor de deur - maar welk verschil in de handeling bij deze van verleden winter - geen roepen en schelden - alles gaat gemoedelijk tussen oversten en gewone soldaten en de bevelen luiden kameraadschappelijk met gekken en lachen ondereen - men merkt wel dat het er enkel om gaat de verordening te volbrengen en dat er aan de oefening zelf weinig gelegen is. Wij vinden onze luitenant in de hof aan 't spel met ons kleine DinaGa naar voetnoot5 die in haar wieg vrijpostig de vreemde soldaat tegenlacht. Kleine kinderen schijnen zijn enige en grote liefhebberij te zijn en 't is waarlijk ongewoon hoe zulk een grote kerel met echt meisjesgeduld en echte aanleg zich een paar uur kan bezig houden met een kind van 6 maanden - hij is daarbij in zijn handeling zo voorzichtig en beschroomd - dat hij vreest het kind te verschrikken, en het wekt zijn grote vreugde dat het kind er trek in heeft en meedoet in het spel. Hij is een jonge architect - in 't leger geroepen als bouwmeester van de loopgrachten en 't geen hij vertelt van wat er ginder aan de Somme, onder de grond werd uitgevoerd, grenst aan 't fabelachtige - gangen en grachten over en onder malkaar tot 45 m diep. Het wekt zijn hoogmoed en hij draagt als een eerzaam bewijs in zijn brieventas een knipsel uit de TimesGa naar voetnoot6 waarin de Duitse aardewerkenGa naar voetnoot10 aan de Somme hooggeroemd worden als iets geniaals... | |
[pagina 577]
| |
31 augustus 1916Over de straatweg is er voortdurend geloop en beweging van soldaten die van 't ene dorp naar 't andere kruisen - hier op de plaats en vooral 's avonds lijkt het een kazerne waar soldaten gemoedelijk aan de deur te koutenGa naar voetnoot1 staan of op hun kwartier met open vensters aan 't zingen zijn - om 9 uur valt alles stil... |
|