Tiende tooneel.
Geduurende den voorgaanden laatsten regel koomen de overige gevangenen, met Vryhart, Beaumont, de Franschen en het volk uit het tuchthuis; het volk roept weder met gejuich, vivat de Natie! vivat de Franschen! en gaan met de gevangenen heen. Intusschen treeden Vryhart en Beaumont een weinig voorwaarts op het Tooneel.
vryhart, met diep gevoel.
Aan u alleen heb ik myn leven nu te danken!
Myn hart gevoelt uw trouw.
Met eene afgebrookene stem.
Myn tong uit flaauwe klanken!
Na een oogenblik stilzwygens.
'k Verlang zoo naar myn Kroost, naar myne Julia!
Vergun my, beste Vriend! dat 'k naar myn wooning ga.
Zy naderen het huis waar Julia op de stoep zit.
Wat 's dit, bedriegen my myne oogen?
Zie ik uw Gade en Kroost!...
Hoe wordt myn hart bewoogen! ...
beaumont, hy staat achter Amalia.
Zy keert zich om, Beaumont in de armen vallende.
hoe gy!... en ook myn Vader!...