| |
| |
| |
Agt-en-vyftigste brief.
Clementina aan haare moeder.
Gisteren is de groote dag geweest waarop myne vriendin zich voor altyd met haar geliefden verbonden heeft. Blydschap, ja de hoogste graad van verrukking waren op haar gelaat, als ook op dat van haaren geliefden geschilderd; en zy beiden achten zich de gelukkigsten der stervelingen.
In een oogenblik dat heloise zich even verwyderde, en dat ik haar volgde, viel zy my om den hals en riep met veel vervoering uit: ô vriendin! gy kunt al myn geluk niet beseffen.... daar ik myn lot niet zou willen ruilen, met dat der grootste Koningin!... dank der Voorzienigheid dat zy my, na lange worstelingen, zo veel zaligheid bereidde; de Liefde bezielde werklyk dermaate de oogen en gelaatstrekken der bruid en bruidegom dat zy veeleer wezens uit de fabel-waereld der Goden en Godinnen, dan gewoone menschen scheenen te zyn. heloise scheen eene Venus en haar' eduard een Adonis te zyn. Hy is werklyk een zeer schoon, en ten uitersten bevallig
| |
| |
jongeling, die een zeker iets in zyn gelaat heeft dat zeer inneemend is; zyn vriendelyke groote blaauwe oogen maaken een sterk contrast met de flonkerende bruine levendige oogen myner vriendin. De zagtste roozen-blos versiert zyn gelaat, waarop de onschuld geprent staat. Had gy myne vriendin kunnen zien, lieve moeder! hoe bevallig zy 'er uitzag, gy zoudt haar met het grootste genoegen beschouwd hebben: zelfs haare kleeding onderscheidde haar van al de aanwezenden, daar eenvouwigheid dezelve nog meer luister byzette. - Zy had een wit satyn kleed aan, zonder eenig ander sieraad dan een krans van eikenbladen, waarmede het zelve van onderen bezet was. Haare schoone bruine hairen op de Grieksche wyze gevlochten, waren versierd met een' krans van witte roozen; de schitterende glans der diamanten, zette dit eenvouwdig kapzel veel luister by: de schoone ruiker van frissche bloemen welke haaren blanken boezem sierde, verspreidde door derzelver levendige couleuren, een soort van glans op haar gelaat en kleding, welke aan het geheel alle mooglyke bevalligheid gaf. De Heer C...... had een donker bruin kleed aan, met zeer fraaije glinsterende knoopen, een wit zyd vest, en zwarten fatynen broek; welke kleeding een goed contrast maakte met het eenvouwdig kleed myner vriendin; ook hy zag 'er zeer bekoorlyk uit, en het
| |
| |
verwondert my niet meer, lieve moeder dat heloise zulk een' sterken hartstogt voor den Heer C...... voedde, daar hy wezenlyk een zeer bevallig jongeling is, die een zeker iets in zyn gelaat en omgang heeft, dat voor vrouwen zeer inneemend is. heloise's moeder was nu ook opgeruimd van humeur, en verheugde zich van gantscher harten om het geluk haarer dochter, karel was opgetogen van vreugde, nu hy zyne zuster met zyn' vriend vereenigd zag: hy is werklyk een' zeer goede vrolyke en geestige jongen; een van zyn nichtjens, een lief onschuldig meisjen aan welke hy tot geleider strekte, schynt my toe hem niet onverschillig te zyn; gy weet wel, myn goede moeder! dat uit het eene huwelyk wel eens het andere gebooren wordt, en dit kan hier ook wel het geval zyn.
Al de jonge bruiloftsgasten als ook de beide ouders verzelden het jonge paar naar de kerk, toen de Leeraar; hunne wederzydsche eeden van trouw op de plegtigste wyze bekrachtigde. heloise was ten uitersten aangedaan, als ook hare moeder. De Heer C...... was meer bedaard, en had eene soort van zegevierende houding, als of hy had willen zeggen: ‘de hemel zy dank! zy is nu de myne!... en geen aardsche magt zal haar ooit van my kunnen afrukken...’ ook my ontroerde deze plegtigheid; myne vriendin, dagt ik by my zel- | |
| |
ve is nu voor het leven verbonden aan den man die zy boven alles bemint; God geeve dat zy zo gelukkig met hem mag zyn; als haare verbeelding zich dit voorstelt...
By het te huis komen, viel de Heer C...... heloise om den hals, en riep met vervoering uit: nu zyt gy de myne!... voor eeuwig de myne!... myne vriendin drukte hem aan haar hart, en zagte vreugdetraanen vloeiden langs haare wangen. Dit aandoenlyk tooneel, dat eenige minuuten duurde, vertederde al de omstaaners; tot dat eindelyk haar broeder karel uitriep: kom, kom, gy zoudt ons allen zo ontroeren, dat wy, in plaats van op uw' bruiloft vrolykte weezen, ons zoudt doen schreijen; laaten wy ons wat met elkander vermaaken, en den avond niet zo geheel sentimenteel doorbrengen: ziedáár nu het meisjen dat te vóóren met myn sentimenteel humeur spotte, tot over de ooren toe in het sentimenteele verzonken; ja zo, dat zy wel wilde dat haare bruiloftsgasten den avond met het plengen van gevoelige traanen doorbragten: neen, lieve heloise! ik heb dezen avond aan de vreugde toegewyd: hy stond op, en opende eene alcove die aan het einde der kamer is, eene soort van een klein boschjen vertoonde zich in de zelve - aan het einde op een groenen bank, zag men eenîge musikanten die eene schoone Aria op de wyze Waar kan
| |
| |
men beter zyn, dan by zyn goede vrienden? uitvoerden. Waarop haar'broeder zeer toepasselyke woorden op haar huwelyk vervaardigd had, welke door twee zangeressen voortreffelyk gezongen werden. Deze kleine verrassching was het geheele gezelschap zeer aangenaam, en stemde het in een' vrolyken toon. De tafel welke ik met heloise's nichtjen met bloemen versierd had, was zeer proper, de gulste vrolykheid heerschte aan dezen disch, die echter niet zeer talryk was; vermids myne vriendin geen feest aan vreemden, maar slechts een gulhartig vriendenmaal wilde geeven; op dat al wat haar omringde, wezenlyk deel in haar geluk zou neemen. Na den maaltyd, gingen wy allen naar de zaal welke tot het danssen bestemd was: natuurlyk waren heloise en eduard hierop de eerste figuranten, en kweeten zich op de bevalligste wyze hiervan. Ik deed ook nog al een dansjen mede, lieve moeder! schoon gy weet dat ik dit sinds lang niet gedaan heb.... De Bruidegom echter vond niet veel vermaak in het danssen, en fluisterde de bruid in, dat hy verlangde om zich ter rust te begeeven: zy weigerde dit lang, doch zyn ongeduld werd zo groot, dat ik haar wenkte om maar stilletjes weg te sluipen, dat ik haar volgen zou, zy deed dit, en wy slooten natuurlyk de deur voor den neus van den bruidegom toe. Ik hielp haar in het aantrekken van haar
| |
| |
nachtgewaad, en beken dat ik bloosde, over het denkbeeld dat wy haar alleen zouden laaten..
De eerste oogenblikken waarin een meisjen zich geheel aan een' man overgeeft, schynen my toe, zeer stuitend voor de eerbaarheid te zyn: en ik bloosde voor myne vriendin. De driftige bruidegom klopte dikwerf aan de kamerdeur, en werd, volgends gewoonte, niet binnen gelaaten, voor dat hy beloofde binnen agt dagen een goed soepé te geeven; hy kwam binnen, vloog in de armen zyner geliefde, en wy verlieten hem.
Verschoon deze kleine byzonderheeden, lieve moeder, doch ik weet dat ik aan u schryven kan, als aan myne vertrouwdste vriendin....
Echter is 'er nog iets dat ik u moet mededeelen; gy raadt niet, lieve moeder! wie my hier tot leijonker gestrekt heeft, neen, in geen honderd keeren zult gy dit raaden: ik wil dus uw geduld niet op de proef stellen, en zal u maar zeggen, dat het de vriend is van onzen eerwaardigen Leeraar elius, dien gy by hem gezien hebt... Hy ontmoette my, met myne vriendin, weinig dagen na myn aankomst in deze stad. Hy kwam my een bezoek geeven, en myne vriendin drong ten sterksten by hem aan, om, daar hy my kende, my op haar bruiloft tot geleider te strekken. Hy is werklyk een braaf en diepdenkend jongeling, sprak veel
| |
| |
met my over onzen eerwaaardigen vriend, en betoonde my alle mooglyke oplettenheid.
Morgen over acht dagen hoop ik weder by u te weezen, lieve moeder, u te omhelzen, en mondelings te verzeekeren, dat ik met ongeveinsde hoogachting ben
Uwe liefhebbende Dochter
clementina.
PS. Myne vriendin wil hier nog eenige regels byvoegen, dit zal u gewis aangenaam zyn.
MEVROUW!
Noem my de gelukkigste echtgenoote, gy hebt zo dikwerf in myn verdriet gedeeld, en my door uwen waarlyk moederlyken raad opgebeurd, en getroost, dat ik zeer ondankbaar moest zyn, om u thands niet in myn geluk te doen deelen. Gy hebt zo dikwerf de klagten van het door haaren hartstogt geheel vervoerde meisjen willen aanhooren; ô Mevrouw! deel nu ook in de vervoering van de thands zo gelukkige vrouw - zie uwe clementina eens zo gelukkig als ik ben. Ziedáár den hartelyken wensch van haar die
| |
| |
zich benevens haar' echtgenoot in uwe waarde vriendschap aanbeveelt, en zich met het diepste gevoel van eerbied noemt,
Uwe hoogachtende Vriendin
heloise.
|
|