lente, leven en geluk verspreiden op alles wat hen omringt, en alle harten aan zich hechten; daar zy tegen niemand, zelfs ook niet tegen hunne dienstboden, dien trotschen en hoonenden toon bezigen, dien de meeste vermogende lieden aanneemen; wanneer zy tot iemand spreeken die afhanklyk van hun is. Slaafsche vrees, en eene daaruit voortvloeijende stugge gehoorzaamheid, verbindt slechts aan trotsche grooten: terwyl de diepste eerbied het hart aan het lot van edele menschenvrienden verbindt, waaruit liefde en gehoorzaamheid ontstaan.
Denk niet dat ik hier een ideaal schets, dat in de groote waereld niet te vinden is. Neen, ik schets een waar beeld, dat ik meer dan eens met eigen oogen zag, en welkers schoonheid ik met het diepste gevoel bewonderde: ik ken waare menschenvrienden, onder lieden, die, zo wel door hun vermogen als hunnen stand, in den kring der groote waereld geplaatst zyn; wier edel charakter verre verheven is boven deze schets: daar zy niet alleen hunne harten ontsluiten voor de klagten, maar by hunne weldaaden de grootste kieschheid voegen, om de ongelukkigen niet te doen bloozen: menschenvrienden! die niet uit luim, gelyk dit by de meeste menschen het geval is, maar alleen uit vaste beginselen handelen. Wat dunkt u, by