troosteres in soortgelyke gevallen, vermids ik altyd op my zelven terug denk, en my alsdan voorstel hoe treurig ik zou zyn, als het God eens behaagde om my myne goede moeder te ontrukken. Gy hebt haar nog tot troost, als ook uw broeder - uw hart kan by hun beiden nog een rustpunt vinden - maar ik zou verlaaten en geheel eenzaam op de wyde waereld omzwerven, zonder dat iemand zich om het arme meisjen bekommerde...
Zonderling, dat onze verbeelding altyd de onheilen die werklyk bestaan, nog vergroot, door de voorstelling der onheilen die ons zouden kunnen treffen.... Ik wil deze gedachten dan smooren, die veeleer geschikt is om uwe somberheid te vergrooten, dan te verminderen. Maar hoe kan ik opgeruimd zyn, daar heloise lydt?... Neen, ik ken de vreemde aandoening niet, die men dikwerf met den naam van vriendschap bestempelt, die ons ongevoelig omtrend het lot van een' vriend of vriendin doet blyven: want hoe zal ik anders de genen noemen, die, eenige oogenblikken na dat zy hun ziekbed verlaaten, of hunne smart of ongeluk vernomen hebben, weder even vrolyk als te vooren in hunne kringen ronddartelen?.... Neen, ik kan niet weder opgeruimd zyn, vóór dat ik weet dat uw hart een weinig kalmer is.
De Heer elius, die morgen voor eenige dagen naar A..... vertrekt, zal u dezen brief overhan-