| |
| |
| |
Acht-en-dertigste brief.
Héloise, aan Clementina.
Ik haast my om aan uw verzoek te voldoen - en u de party te beschryven waar naar gy zoo verlangend zyt: of liever om u myn avantuur met de Heer C..... nader te ontwikkelen, op den dag der bruiloft ging ik met de Heer G.... naar de party gelyk gy ligt begrypen kunt - by myn komst in de zaal, kwam de bevallige jongeling terstond naar my toe; en verliet my bynaar niet toen ik plaats genomen had; hy herrinnerde my aan de gedaane belofte om de tweede dans met hem te doen; en plaagde my voords om een speelpartytjen met hem, zyn dame en myn geleider te maaken: nimmer had ik minder aandacht op het spel, en nimmer wierd een speelparty meer afgebroken door scherts dan deeze - ik lagchte van goeder harte met den jongeling, maar de twee andere lieden waren niet in zulk een vrolyke luim - eindelyk zei myn geleider: ‘Iaat ons de kaarten wegwerpen indien wy niet met aandacht speelen.’ De Heer C.....
| |
| |
verlangde niets vuuriger en sloeg voor om de bruidstafel te gaan zien - wy huppelde naar boven - en C..... fluisterde my in het oor: - ik zal zien dat ik de kaartjes verruil om digt by u te zitten, hy deedt dit ook zoo behendig, dat hy slechts een plaats van my af zat zonder dat iemand dit bespeurde.....
Intusschen was het uur gekomen dat wy van klederen gingen verwisselen. Ik was de laatste die in de zaal terug kwam vermids ik moedwillig vertoeft had, daar ik het tusschen uur dat men wagt om aan tafel te gaan altyd verveelend vindt.... zoo dra C.... my zag ylde hy naar my toe, - en maakte my verscheide complimenten dat ik 'er nu zoo bevallig uitzag enz..... gelyk dit de gewoonte der jongelingen is: - wy gingen aan tafel, en waarlyk nooit heb ik een kluchtiger maaltyd gedaan. - C..... gaf my onöphoudelyk het een of ander aan, myn geleider diende my insgelyks voor en wanneer ik hem weigerde: zei hy spytig ‘ô van myn buurman neemt gy dit aan,’ - ik was dus wel in de noodzaaklykheid om hem niet te weigeren en had verscheide borden rondsom het myne staan, welke ik niet aanroerde: intusschen had C.... my geduurig achter den rug van myn geleider iets in het oor te luisteren.... Dit duurde tot dat wy
| |
| |
van tafel opstonden, en naar de danszaal gingen Na dat de eerste dans met myn Heer geëinoigd was welke waarlyk zeer statig ten einde liep: kwam myn jongeling by my - en nauwelyks deedt het musiek zich hooren, of wy zweefden met elkander over den grond; hy was toen geheel vuur en leeven; en ik beken u dat ik nooit met meer genoegen gedanst had: myn dame, sprak hy toen wy aan het einde van de zaal waren - danst slecht - en ook uw Heer - zy moesten voor deezen nacht maar party met elkander maaken: en wy ook, voegde hy 'er teder by.... Als gy hun dit beduiden kunt, mag ik het wel lyden maar dit gaat immers niet hernam ik: en vermids hy sterk aandrong en verzekerde dat hy buiten my geen voet meer op de baan verzetten zou, voldeedt ik aan zyn verlagen: en wy dansten den geheelen nacht met elkander. – Ik bespeurde wel dat de meisjens hierover elkander in het oor fluisterden, waarschynlyk vermids zy my benyde dat die schoonen jongeling zich alleen met my bezig hield; maar het was immers myn schuld niet: dikwerf zei ik hem, vraag nu het eene of andere meisjen: maar hy weigerde dit bestendig, en vermids het nu toch zoo was, aarselde ik niet langer om van de oogenblikken genoegen die zich aanboden gebruik te maaken:
| |
| |
In den morgenstond sprak hy: wanneer zal ik het geluk hebben, om u weder te zien? - ‘dit weet ik niet - want ik ken u niet anders dan van deeze party - en dus na het eindigen derzelver houdt ook alles op.’ Neen waarlyk niet, zou ik u slechts hebben leeren kennen om u niet weder te zien, en uw gemis te betreuren: ‘Basta, gy draaft al te hoog: de jongelingen zyn galant en aardig, als zy een meisjen aantreffen dat hun bevalt - en voords denken zy niet verder aan haar.’ - Hoe geloofd gy dan dat alles wat ik u zeide slechts bloote galanterie was - neen by God! ik bemin oprecht - nooit maakte een meisjen zulk een sterken indruk op my dan gy lieve héloise – ik ben nog jong - nooit beminde ik nog - en een eerste liefde gaat ook alles te booven. - ‘Gy zyt noch niet in de jaaren om bestendig te zyn:’ hernam ik, om kort te gaan, hy wilde my niet verlaaten voor dat hy wist wanneer hy my zou wederzien, en sloeg hiertoe verscheide gelegenheden voor die ik afkeurde. Eindelyk zei hy, het is nu dag als wy te huis komen, wy moesten deezen namiddag onder elkander een partytjen maaken om naar buiten te gaan; dan zou ik ten minsten het genoegen hebben van u te zien: - vermids hy sterk hierop aandrong - hernam
| |
| |
ik eindelyk - wel nu als 'er meer lieden van het.gezelschap mede gaan, zal ik indien myn ouders het toestaan dit niet weigeren. – Hierop riep hy myn geleider en zei op een' zeer natuurlyken toon tot hem: my dunkt wy moesten vermids het nu toch een gebrooken dag is, in den namiddag een partytjen met elkander maaken, om naar buiten te gaan, gy moest dit aan het gezelschap voorslaan. Als myn dame 'er plaisier in vindt, andwoorde de Heer G.... zonder erg: ik zal de party niet breeken hernam ik.... Hy deedt hierop het voorstel dat met eenpaarige stemmen aangenomen werdt: - en de Heer C.... juichte zich zelven toe dat hy dit zoo wel uitgedacht had: - en herhaalde dikwerf by zyn afscheid, nu tot van middag.
Na dat ik een paar uuren geslaapen had, moest ik op nieuw aan myn toilet denken, waarvan ik echter niet veel werks maakte: – want 'er bleef my weinig tyd over. De Heer G.... kwam my tegen twee uuren haalen, wy wandelden zachtjens voort: en by het uitgaan der poort zagen wy C.... met zyn meisjen voor ons uitgaan - hy keek toevallig om en bleef staan om ons op te wagten. - Dit was weder de eerste ontmoeting, buiten gekomen zynde, gingen wy in den tuin in een priëeltjen zitten, ik nam den post om thee te schenken op my;
| |
| |
verscheide heeren gingen kolven, de Heer G.... deedt dit ook, maar myn jongeling bleef bestendig in ons gezelschap, na dat de dames gedronken hadden, sloegen zy voor om eene wandeling te doen: - ik verschoonde my vermids 'er nog heeren waren, voor wien ik schenken moest. - Intusschen bespeurde ik dat de Heer C.... zich verwyderd had: de dames gingen wandelen, en ik dacht ter goeder trouw dat hy haar vergezelde - maar ziet, een quartier daarna zag ik hem in den tuin, terwyl hy naar my toe kwam. Nu zyn wy toch een oogenblik alleen sprak hy by het inkomen in het priëel. ‘Maar het kan 'er waarlyk toch niet door dat gy uw meisjen weder alleen laat:’ uw heer laat u immers ook alleen: ‘hy kolft.’ Wel nu zy wandelt: dit is om het eeven: wy gingen dan ook met ons beiden op zyn aanhoudend verzoek eene wandeling doen - hy herhaalde my geduurig dezelfde verzekeringen van den voorigen nacht, en drong 'er zeer sterk op aan, dat ik het eerste meisjen was, voor welke hy ooit liefde gevoelde: het is niet zei hy onder anderen, als of myn hart reeds ginds en elders bemint heeft: zoo dikwerf dit gevoel in ons ontstaat, verliest als 't ware onze tederheid iets hierby; en men verbeuzeld zyn gevoel; maar als alle aandoeningen nieuw zyn drukken zy diepe
| |
| |
spooren in ons hart, die zich niet laaten uitwisschen; de oprechtheid en onschuld was uit zyn oog te leezen: - hoe beminlyk scheen hy my toe - ik kan het niet ontveinzen - ik gevoelde eene zachte ontroering, welke ik echter voor hem verborgen hield – maar het was my zoo wel - alles scheen my voor zyn oprechtheid en onschuld borg te staan: ô andwoorde ik hem: byaldien ik eens geloofde dat ik het eerste meisjen ware, voor wien gy liefde gevoeldet, dan zyt gy echter noch niet in de jaaren om standvastig te zyn: - en het is gevaarlyk om zich aan de eerste indrukselen der liefde over te geeven, zy zyn gelyk aan de bekoorlyke bloem die ons oog verrukt - de wind blaast 'er over - en zy is verwelkt: neen best meisjen! hernam hy,.gy vormt u geen denkbeeld van myn liefde en hier door miskent gy my: maar den tyd zal u overtuigen.. Ik trachte ongevoelig ons gesprek op iets anders te wenden en deedt hem de schoonheid der omliggende landsdouwen opmerken: ô hernam hy zoo lang ik gelukkig genoeg ben om arm in arm met u voort te wandelen.... in één woord in deeze oogenblikken zie ik niets dan u.... Gy zyt het middenpunt van alle myn wenschen, van alle aandoeningen waar voor ik vatbaar ben!...
Ik ben juist niet zeer ligtgeloovig, en het denkbeeld dat een' jongeling my zou kunnen
| |
| |
misleiden, zweefde my ook weder in dit oogenblik voor oogen; en bestuurde myn andwoorden: eindelyk zei ik hem dat het tyd was, om ons by het gezelschap te vervoegen, of ten minsten om te zien, of hetzelve terug gekeerd was; want ik geloof dat hy den geheelen avond door gewandeld zou hebben. - By onze terugkomst vonden wy hetzelve werklyk reeds in den tuin, alle oogen waren toen op ons gevestigd, de meisjens staken de hoofden by elkander en een van haar zei: 't is immers niet anders op deeze party, de dames laaten haare heeren loopen; en gaan met een ander: ‘ook de heeren laaten hunne dames loopen en bekommeren zich niet aan haar,’ - de myne is ten minsten aanhoudend in de kolfbaan gebleeven hernam ik schertzende. Het was nu toch eenmaal zoo vriendin, en schoon het my leed deedt om het meisjen van C..... ik had hem niet verzocht om zich met my bezig te houden – in tegendeel - ik had hem dikwerf verzocht om ten minste de welvoeglyke beleefdheid tegen haar in het oog te houden: maar hoe meer ik hier op aandrong hoe minder ik myn oogmerk bereikte: ik nam dus myn party en maakte gebruik van de aangenaame oogenblikken die zich aanboden, voor dat wy naar huis gingen had hy nog een oogenblik weeten te vinden om my te vraagen, of hy my eene
| |
| |
visite mogt komen geeven, maar ik had dit afgeslaagen: - hier op wist de schalk een middel uit te denken, waar door hem dit ligt mooglyk zou zyn: hy nam myn waijer weg - en zei: ik zal u die terug komen brengen. - En wat ik deedt, hy hield hem....
In het naar huis gaan verwisselde wy echter, ik van heer, en hy nam zyn meisjen onder den arm - ik wandelde statig voort met myn cavalier, en vroeg hem spotachtig of hy zich wel vermaakt had met kolven? zeer wel hernam hy: en gy met wandelen? ô! by uitstek! vermids het weêr zeer schoon is. - Eindelyk nam het gezelschap afscheid – C..... drukte my de hand en wy wenschte elkander een aangenaamen nachtrust. 't Huis zynde schoon my duizenderlei denkbeelden door het hoofd zweefden, was echter myn eerste zorg om my ter rust te begeeven! – vermids ik naauwlyks myn oogen meer open kon houden - de voorige nacht had ik aanhoudend gedanst, - en na een paar uuren rust weder den geheelen dag op de been geweest: dus begaf ik my zonder moeite in de armen van den slaap, die my vriendelyk ontving; en ophield tot aan den volgenden middag; toen ik geheel verfrischt ontwaakte: ziedáár vriendin een zeer langen brief mogt hy u zoo aangenaam zyn als de uwe was, aan
Uwe vriendin
héloise.
|
|