helden behoor - schoon ik niet in hunne groote daaden deelen kan, en slechts de hulde van het hart kan aanbieden, of even als andere meisjens bloemkransen vlechten kan, ter eere der groote mannen, die door hun voorbeeld en daaden, de algemeene hoogachting verdienen: zoo klopt echter myn geheele hart, met een meer dan gewoon vrouwlyk gevoel, op het verhaal van alles wat verheven en grootsch is. - Ik vergeet als dan myn sexe en wenschte somts, om ook in de gelegenheid te zyn, van door de eene of andere daad te kunnen uitmunten: Ik beken dat deeze wensch dwaas is in het hart van een jong meisjen, dat op zyn best genomen berekend is, om door haare gezellige deugden, de geenen die haar omringen gelukkig te maaken: somts ga ik zoo verr' dat ik my beklaag, dat de Natuur ons zulk een' engen kring voorschreef, die wy meestal nog beuzelende doorloopen moeten; terwyl zy aan de mannen de ruime loopbaan der wyde waereld open zette; om zich in dezelve naar hun welgevallen te onderscheiden: 't is waar, 'er leefde eertyds ook groote vrouwen! – maar de luisterryke eeuw dier heldinnen is voorby - en ook kan ik juist niet zeggen, dat dit soort van grootheid my als vrouw zynde, behaagen zou, vermids men hier by al zyn zachtaardig gevoel zou moeten on-