1817
Januarij
3 Januarij. Dit jaer begonst wedrom zoo droevig als het oude geeijndigt was. De duerte van alle eetwaren was seer groot.
Ik laet u denken hoe de geringe menschen en met hun huijsen vol kinders en geen werk of niets te winnen, tegenwoordig leven moeten; men ziet ook treffelijke borgers bedelen of worden van goede menschen geholpen of van den armen ondersteunt. Kooplieden en renteniers klaegen even druk, de eerste over hunne groote verliesen, die sij tegenwoordig aen de goederen leijden, en de anderen, dat hun intresten niet of slegt betaelt worden.
Met het geestelijk gaet het al even slegt, alle religiën worden beschermt, en de Roomsche catholike integendeel verdrukt.
Dit is, beminden leser, in 't begin van dit jaer.
EINDE VAN HET HANDSCHRIFT.