De kronijk van Antwerpen. Deel 5. 1795-1796
(1933)–Jan Baptist van der Straelen, Jan Frans van der Straelen– Auteursrecht onbekend
[pagina 127]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1796Januarij1 Januarij 1796 wird wegens de Administratie van 't Departement der twee Nethen de inwoonders van sijn onderhoorigheijd gewaerschouwd: dat degene zouden verlangen te komen in de nieuwe legerschaer van gendarmerie die opgevormt word binnen de 9 vereenigde departementen, 't zij in hoedanigheijd van capiteijn, lieutenenant, marechal de logis, brigadier of van gendarme, sig moesten melden in 't bureel der geseijde Administratie om er sig te laeten inschrijven etc. Snagts tusschen den 3en en 4en Januarij zijn er 13 gevangenen van 't Steen afgebroken en weggeloopen, sonder dat er ondersoek naer gedaen wird. Het waren er van die, dewelke over eenigen tijd (ziet hier vore op 28 Julij 1795) zoo hier als hier omtrent voor dieftens aengehouden en daer opgebrogt waren, dieftens welke wedrom soo binnen als buijten dese stad, beginnen te herneemen.
Aengesien er verscheijde gemeijntens, besonderlijk van het plat land, de leijsten der contribuabele, gevraegt door den circulairen brief der Administratie de dato 2 Nivose, nog niet afgelevert hadden; zoo zag men wegens de geseijde Administratie een besluijt de dato 11 Nivose (dat is den 1 dezer maend) in 't ligt verscheijnen waerbij besloten word: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 128]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Art. I. - Dat de commissarissen van de uijtwerkende magt ofte de Nationaele Agenten, ende bij hunnen gebreke de Drossaerden ofte Municipaele Officieren de onderlinge gemeijntens onder het gebied van dese Administratie, aen de zelve zullen ter hand stellen binnen de 24 uren naer het ontfangen van deze tegenwoordige, ende dit voor den laetsten termeijn: alle de leijsten van alle de contribuabelen van hunne gemeijnte, gevraegt door den brief van dese Administratie gedagteekent 2 Nivose. Daerenboven sond gemelde Administratie eenen anderen circulairen de dato 15 Nivose (5 Januarij) aen de Municipaliteiten van het Departement, waerbij bevolen word het volgende waer te nemen, als: Art. 1. - Dat er geene betaeling zal mogen geschieden, ingevolge den inhoud van 't besluijt van het uijtvoerende Directorium, gedagteekent 26 frimaire, als alleenlijk in klinkende species, gang hebbende in de uijtgestrektheijd van dees departement, of in materie van goud en zilver; dat de betaelinge der geheelheijd van de somme gebragt op de uijttreksels, zullen moeten betaelt worden door de persoonen daer in genomineert en dit in twee termijnen, te weten: het eerste derde deel in de laetste decadi van Nivose, en de twee resten de 3de aendeelen in de volgende maend Pluviose. Dat sij rekeninge aen den ontfanger principiael van 3 tot 3 dagen doen moeten, en aen d'Administratie zoo dikwils als zij daer toe gevraegt zullen worden. Voorders het opmaeken der tabellen en het aenwijsen der persoonen degene in verstek blijven van te betaelen en in de boete van een 10de voor elke decadi vervallen etc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 129]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 8 Januarij 1796 wird er door de Centraele Administratie alhier, geordonneert: Aen alle de borgers in de uijtgestrektheid van het Departement der twee Nethen; van sig te vercieren met eene nationaele cocarde op eene zigtbaere wijze op straf van gepakt en in de gevangenis gestelt te worden voor den tijd van drij dagen en daerenboven te worden verwesen tot eene boete overeenkomstig met de weerde van drij dagloonen etc. Men hoorde en sag ten allen kanten borgers vast nemen en naer den amigo en selfs naer 't Steen brengen die sonder cocarde bevonden wirden, jae daer wirden er naer de 3 dagse gevangenis in eene boete van 36 strs en anderen meer verwezen.
De Centraele Administratie had bij besluijt van 19 Messidor 4de jaer (9 Januarij 1796), dese stad in 5 sectien verdeylt: De 1ste genaemt Noord-West begint aen de Slijkpoort. De oude verdeeling deser stad, was ook al afgekeurt, het moest vernieuwt zijn. (Hier zoude een plan met een noukeurige aenteekening in gevoegt moeten worden). (Nota van den schrijver).
Den 15 Januarij wirden er van stadswegen verscheijde brieven bij de rijke en groote kooplieden thuijs gedraegen, men sijde wel tot 130 toe; waerbij deze in de gedwongen leeninge sommige voor 6.000 livres Ts andere 3.000, 2.000, en 1.500 betaelen moesten op sekeren korten tijd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 130]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 17 Januarij was er eene pasquille waerbij degene hunne opgeleijde quoten in gemelde ligtinge betaelen zullen, met plunderinge bedregen worden. Deselve wird in den morgent door den Nationaelen Agent afgetrokken. Men segt dat er ook diergelijke waerschouwingen aen sommige souden thuijs gebrogt of onder de deur gestoken zijn.
Ten zelven dage was er van stadswegen alhier eene waerschouwinge der Volksrepresentanten te Brussel de dato......... aengeplakt, waerbij: Aen alle inwoonders sonder onderscheijd, geordonneert word, van binnen de 24 uren nae de publicatie derzelve, alle de vremdelingen over te brengen, welke bij hun gelogeert zijn, met de naemen, qualiteijt, handwerken, gebortestad etc. op de pene van 25 gls. Den 19 Januarij 1796 wirden wedrom brieven bij de borgers gedraegen voor de gedwonge ligtinge soo men segt.
Den 21 Januarij wirden de lindeboomen staende op de stadsvesten tusschen St Joris en Kidporppoorten, smorgen om 9 uren van stadswege publiek verkogt.
Den 22 Januarij wird alhier met groote plegt geviert de Fransche Feest, ter gedenkenisse van den verjaerdag dat sij hunnen koning Lodewijk XVI in 't jaer 1792 onthalst hebben. Smorgens om 7 uren begonst het geluij van alle de klokken. Om 12 uren smiddags vergaederden de civiele en militaire overheden op de groote merkt, alwaer het garnizoen in de wapens stond, en eenen theater was opgeregt voor het stadhuijs. Den eed van getrouwigheijd aen de Republiek, en van haet voor het koningdom wird eerst door den generael, voorts door de verzaemelde troupen en dan door de Civile en Militaire overheden, en door degene der tribunaelen afgeleijd, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 131]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
onder het andermael geluij van alle de klokken en spelen van den beijaert. Op den gemelden theater waren twee tafels bereijd op dewelke alle de leden der geconstitueerde magten, de regter van het Civiel, Crimineel en Correctioneel Tribunael, de regters van peijs, de gesalariseerde der republiek, en alle de vrinden der Fransche Vrijheijd en Gelijkheijd in het proces verbael hunne declaratie van onschendbaere trouwe aen de Republiek en van eeuwigdurenden haet aen het koningdom konden komen teekenen, waertoe deze allen uijtgenoodigd waren. De notarissen, procureurs etc. waeren daertoe bij brieven van stadswegen insgelijks aensogt geworden; dog niemand van hun compareerden er. Daer was bijna geen volk op de merkt te zien, alle welpeijsende en goede borgers hadden eenen afkeer van deelagtig te zijn van diergelijke feesten; jae het wird als eene schande geagt sig op of ontrent de merkt te begeven, alwaer de inwoonder selfs voor 't grootste deel hunne deuren gesloten hielden. Savonds wast Comedie gratis, en alzoo is dien dag geijndigt.
Den 24 Januarij 1796 om half 3 uren namiddag wird er met eene schielijke draeijwind eene pleijt komende van 't Vlaemshoofd op eenen oogenblik omgeslaegen. Dit droevig ongeluk gebeurde omtrent te midden der Schelde; eenige schippers hebben sig (aenstonds door den storm geset) met een boot van de houtkaeij tot hulpe en bijstand der ongelukkige, waervan eene sig poogd te redden op den bodem der omgeslaegen pleijt, van welke vier levende manspersoonen en eenen doode aen wal zijn gebrogt op het Kiel bij het stakketsel. Men rekent elf andere persoonen met eenige kinderen van het een en ander geslagt, die jammerlijk het leven bij dezen droeven voorval verloren hebben, waeronder den overdraeger der postmaele, welke opgevist is. De peerden van eenen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 132]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
wagen en van eene karre zijn ook mede door de golven ingeswolgen; maer een zadelpeerd met de valies, los zijnde heeft konnen swemmen en wird opgehaelt aen de Mestkaeij.
27 Januarij wird er wegens d'Administratie besloten, dat de terme van de betaelinge van het eersten derde deel der gedwongene ligtinge geeijndigt 30 Nivose, verlangd was tot 10 Pluviose (30 Januarij) en dat na 't eijndigen van desen uijtstel de belasten zullen vervolgt volgens alle strengheijd der wetten etc.
Den 29 Januarij is er voetvolk binnen gekomen, deze wirden niet alleen volgens gewoonte bij de borgers, maer selfs in de cloosters, jae op 't Begijnhof en in de nonnen cloosters als daer in sommige 6, 10 geleijt werden. Deze waren verpligt van deze volkeren, omdat het immers niet betaemde van die in hunne cloosters te houden, van deze... elders te bestellen en daer voor te betaelen; dit geschiede wegens dengene van het Comité der Logementen. Daerenboven moesten de borgers van 't Casteel, hetzelve ruijmen, uijtgenoomen eenige. Het canon werd op de vest naer de stad gestelt, sonder dat men van deze veranderinge de oorzaek weet, daer ook volk op geleijt schijnt te zullen worden.
Den 30 Januarij 1796 wird er met trompet wegens de Centraele Bestieringe van het Departement der twee Nethen alhier uijtgecondigt: Dat alle borgers en borgeressen getaxeert in de rolle der 16de classe van de gedwongene geldleeninge, voorkomen worden, dat de tijd toegestaen tot betaelinge van het eerste derden deel heden ten eijnde loopt, dat bij gebrek van in den dag te betaelen, er morgen tegens hun een bedwang tot het geheel zal worden gedecerneert, met beslag en verkoop hunner meubelen, volgens den derden artikel der weth van 2 Nivose 4de jaer etc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Savonds is er wederom voetvolk in gekomen, komende van de kanten van den Rhijn.
Ten zelven dage savonds laet zijn er commissarissen van stadswegen in de cloosters dezer stad met eene soldaete wagt gekomen, en hebben de Heeren en Paters bij malkander geroepen en hun de orders voorgelesen; dat de kamers moesten verzegelt worden, en dan wederom geopent en noukeurig doorsogt of er geen libellen, schriften en liedekens tegen de Republiek te vinden waren, waervan de oorsaek op de geestelijke geleijd wird. Het ondersoek duerde in sommige den gantschen nagt, dog nergens is er iets bevonden.
Daer waeren onlangs alhier Peijsregters en Commissarissen van Policie over de quartieren, of gelijk sij het noemden sectien aengestelt. Daer waeren ook 55 geswoorne door die van de Centraele Administratie gekosen, daer de treffelijkste inwoonders deser stad onder getelt wirden die geensints daertoe genegen waeren. Diergelijke Juris waren er voor den canton van 't Departement gekosen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Februarij.Den 1 Februarij 1796 is er canon in gekomen en naer 't Casteel gevoert.
Den 4 Februarij 1796 wird er van stadswegen op de hoeken der straeten uijtgetrompet, dat alsoo de stad overlast was van crijgsvolk, de borgers die er gelogeert hadden, en de tijd heden uijt zijnde, die nog tot morgen houden moesten. Den overlast was onverdraegelijk, door het geduerig in komen van troupen. Sommige borgers met twee man belast | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
zijnde kregen er nog 5 bij zoodat er zijn die 7 jae meerder van die crijgsvolkeren in hunne huijsen en dat voor 10 dagen hebben. Jae de geringe borgers die kleijn gehuijst waeren wirden niet gespaert, sommige kregen voor dien tijd ook twee man; klagten daertegen wirden niet aenhoort, selfs lieten de schildwagten aen de Comité der logementen op de Meer staende, niemand van de borgers binnen, soodat men dit alles sonder tegenseggen verdraegen moeste.
Den 6 Februarij wirden wegens de Directie der Domeijnen van 't arrondissement van Antwerpen, de Commisen huijskens staende buijten deser stads, St Joris, Kronenborg, Roode en Slijk poorten, en aen de Kasteelplijn, daer men de regten van den keijser betaelde, publiek verkogt.
Ten zelven dage was er wegens de administratie van het departement aengeplakt: dat alle verkleeding en vermommingen met de aenstaende vastenavond dagen verboden waeren, op pene van aen de correctionele regtsbank overgelevert te worden en als stoorders der publieke ruste gestraft te worden. Savonds is er van stadswegen terwen brood gebakken voor den spijker door order van de weth.
Den 8 Februarij is de secretarije op het stadhuijs ontsegelt, en sanderdags zijn de goedenisse en andere schabinaele passeringen wederom begonst te geschieden.
Ten zelven dage is er peerdevolk ingekomen.
Niemand mogte tegenwoordig uijt de stad gaen sonder passen; jae niemand mogt sonder ligt na 6 uren savonds over | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
straet gaen, of wird, betrapt wordende, vastgeset, maer voor eenig geld losgelaeten; en het is om 't geld maer gedaen. Daerenboven het breken en het stelen besonderlijk van ijser gaet alle nagten voord, daer zijn hier dan daer de ijsere colommen uijt de vensters, tralien van kelders, ermen van pompen afgebroken en gestolen. Daer worden er wel vast geset, maer daer is nog geen regt over geschied; den Tribunael Criminel is nogtans in gang, en zal welhaest in d'Abdije van St Michiel gaen sittinge houden; het Prelaets quartier is ten dien eijnde doorgebroken en daertoe bereijd. Men segt dat de Provisor de refugie van St Bernards op den Oever verlaeten moet; misschien zal daer den Tribunael Civiel gaen werken; geduerig wat nieuws maer zelden wat goeds, segt het spreekwoord.
Den Accusateur-public bij de Crimineele regtsbanken van het Departement der twee Nethen, Ogez, schreef: Aen de Directeurs van Jurijs, Peijsregters, Capiteijnen en Lieutenants der Gendarmerie en Commissarissen der Police, van hetzelve Departement, in dato 19 Pluviose (8 Feb.) op eene alderschandelijkste wijze tegens de emigreen, de gedeporteerde priesters van Vrankrijk, van dezelve te bewaeken en aen den Tribunael over te brengen, etc. Dit wird op bijna alle hoeken der straeten aengeplakt. Het was als eenen voorbode, dat deze goede vlugtelingen die gesalfde des Heeren, alhier en elders eene schuijlplaetse denkende gevonden te hebben, wedrom de grootste vervolgingen te leijden stonden; jae dese vreese wird welhaest waergemaekt, want eenige dagen daer na wirden er eenige priesters uijt sommige huijsen gehaelt en in de gevangenisse geset.
Jae daerenboven op 10 Februarij werden de vier priesters onlangs uijt de gevangenisse naer het clooster der Cellebroeders gebragt zijnde, van daer wederom op 't Steen geleijd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daer zijn ook verscheijde ingesetenen daer priesters gewoond hebben of bevonden zijn in de gevangenisse geleijd en andere in hun huijs in arrest gehouden en hunne papieren verzegelt.
Den 13 Februarij is er eenen franschen Marquis genaemt, Paulus Jos. Ballinglise, Marquis du Ramel aengehouden. Daer was aen de Abdijen en Cloosters en ook aen de Nonnenkloosters en Begijnhof bevolen van alle de naemen van hunne religieusen, zoo Priesters als Broeders, met hunne geboorte plaetsen etc. op 't stadhuijs aen den Commissaris van de Uijtvoerende Directorien der Municipaliteijt S.P. Dargonne over te brengen; waerschijnlijk om te zien of er sig geene fransche geestelijke onder bevonden.
Den 15 Februarij vertrok er crijgsvolk uijt dese stad naer Bergen-op-Zoom, Breda en 's Hertogenbosch, dit order was desen morgent gekomen. Dit vertrek zal waerschijnlijk eenige van onze inwoonders eenigsint ontlasten; want vele waeren eerlangs zoo danig en op eene ongehoorde wijze met die volkeren overlast, dat er sommige 6, 9, 10 en meerder in hunne huijsen hadden, jae daer waren geringe borgers die selfs niet groot gehuijst waren, dewelke er zoo veel hadden, dat het scheen alof onze huijsen voor de Corps de gardes, of soldaete casernen dienen moesten. De groote huijzen die zij nu verdestrueert hebben willen sij niet meer gebruijken maer laeten deze ledig staen, het zijn de borgers welke geplaegd worden. Dit is de vrijheijd.
Ten zelven dage was er wegens de Centraele Administratie alhier aengeplakt een decreet van de Nationaele Conventie betrekkelijk de boomen van vrijheijd van 2 Pluviose 2de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
jaer. Ingevolge van welk door gemelde Administratie den Commissaris van het uijtoeffende Directoire gestatueerd was: Dat in gelijkvormigheijd van het gemeld decreet, de Municipaliteijten den 10 van Ventose (29 deser) door eenen levenden olmen boom zullen doen herplaetsen de boomen van vrijheijd die zouden gestorven zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. - Elke decade zal eenen Officier-Municipael, daer de leesinge doen, der wetten, en besluijten overgelevert aen de Municipaliteijt binnen de decade, eenen Officier der policie zal er de betaemelijkheijd ende het goed order bewaeken. Daerenboven was er ten opsigte der contributie van oorlog van verleden jaere door geseijde administratie op 26 pluviose (15 Februarij) besloten en bekent gemaekt: 1o Dat de dispositie van de Municipaliteijt van Antwerpen en dato 25 Frimaire, 4de jaer, sijn vollen uijtwerksel zal hebben, te beginnen van 15 Ventose naestkomende: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
beginnen zal en dat alles op den voet door de proclamatie van 8 Brumaire 3de jaer (ziet hier vore op 2 9ber 1794) vastgestelt geschieden moet etc. (Ziet de gazette van 16 Februarij). Den 16 Februarij is er wedrom volk vertrokken en ook andermael voet- en peerdevolk ingekomen, hetwelk volgens gewoonte in de cloosters en bij de borgers geleijd wird.
Ten zelven dage was er van stadswegen aengeplakt dat: het aen alle inwoonders sonder onderscheijd en particulieren verboden is savonds na 10 uren over de straeten te gaen sonder voorsien te zijn van ligt, het zij fakkel, vlambeeuwe, lantirne of brandende lont, op pene van aengehouden en voor zijn peijsregter gebrogt te worden etc. 19 Februarij 1796 is er aengeplakt een besluijt van de Centraele Administratie de dato 26 Pluviose (15 Februarij) dat alle eijgenaers van peerden, muijlezels en ezelinnen eenen lijste daervan aen hunne Administratie Municipael (zenden moesten) tegens 4 Ventose (23 deser) op pene van verbeuringe derzelve; moetende de werk en labeur peerden en degene van pragt uijtgedrukt worden...
22 Februarij wirden er wegens de Municipaliteijt wedrom brieven rond gedraegen aen verscheijde van onze inwoonders waerbij dezelve, sommige voor 4.000. - anderen minder livres in gedwongene geldleeninge getaxeert waren, van hetwelk sij binnen de eerste decadi het eersten 3de deel, binnen de 2de decade het tweede 3de en binnen de 3de decade het restende moeten komen voldoen in handen van............ op pene van executie. Dese brieven waren van dato 1 Ventose (20 deser) en waren geteekent: Raymond, Pres.; Harssevoort en Lambrechts, Officiers Municipael. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
LIBERTE | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 23 Februarij kreeg den knaep van de Huijdevetters Capelle van stadswegen den volgenden brief, ten eijnde van dezelve te doen ledig maken van alle de banken, candelaeren, gewijde steene etc. Ziet hier den letterlijken inhoud: LIBERTE 24 Februarij zijn er switsers die in Hollandsche solde plagten te zijn en nu afgedankt waren ingekomen, dewelke ook voor eenen nagt bij de borgers geleijt wirden, en sanderdags verder vertrokken zijn om naer hun land te keeren. Ten zelven dage wird de Huijdevetters Capelle in de Huijdevettersstraet nevens de Lieve Vrouwe Broeders bereijd gemaekt, om voor den Tempel der Weth te dienen. S.P. Dargonne had 4 Ventose (23 Feb.) ten dien eijnde eenen brief geschreven ten eijnde van dezelve ledig te maken en er de banken, kandelaeren, geweijde steene enz. uijt te doen voor donderdags 8 uren. Dese Capelle heeft in korten tijd voor verscheijde zaeken gedient; daer wird een hospitael van de Engelsche af gemaekt, dan zag men er eenen boterwinkel in en nu zal het Tempel der Weth gaen worden. Die schoene kerke der Jesuiten was daer voor gedestineert | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
geworden, als men in het arrêté der Centraele Bestieringe de dato 17 Pluviose 4de jaer (6 Feb.) leest, hier vore 15 deser gemeld, maer de kerkmeesters allen aengevend hebbende om zulks te verhoeden, hetwelk hen immers gelukt is; dan werd er gesproken van de Droogscheerder Capelle in de Keijserstraet daer voor te gebruijken, die daer aen ook is voorkomen en eijndelijk viel het dan op dese Capelle. Den zoogenaemden boom van vrijheijd wird gister ook alreeds uijtgesmeten. De Notarissen, de scholen etc. hadde brieven om te compareeren en aen die feest te assisteeren; jae daer waren wedrom vele jonge juffrouwen deser stad ten selven eijnde versogt geworden, maer velen en mogelijk het grootsten gedeelte zal zig er weijnig aen gelegen laeten.
26 Februarij zijn er wedrom Switsers uijt Holland ingekomen om voorder naer hun vaderland te keeren.
27 Februarij tegen den avond wird het huijs staende op den gevel van de Huijdevetters Capelle daer afgedaen. Alles was uijt dese capelle gedaen en elders ter bewaeringe geplaetst.
Sondag 28 der zelve maend wird er met allen spoed getimmert op de groote merkt aen een stellagie voor het stadhuijs.
Den 29 Februarij 1796 in den morgent zijn er wedrom 5 Fransche Priesters gevangen weggebrogt op eenen wagen met militaire wagt; het waren die Priesters welke onlangs bij de Cellebroeders waeren gehaelt en andermael op 't Steen geset hadde geweest, als op zijne plaets gemeld. Den 22 van de zelve maend waren er nog twee diergelijke Priesters, welke onlangs uijt seker borgershuijs in de Corte Gasthuijsstraet gehaelt waren, geboeijt weggebrogt met dragonders geexcorteert wordende. De inwoonder van 't gemeld huijs was in de gevangenisse alsook nog eenige diergelijke op 't Steen geset | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
omdat se dese goede mannen eene schuijlplaetse verleent en hun niet overgebrogt en hadden.
Ten zelven dage smorgens om 7 uren begon het geluije van alle de klokken en het spel van den beijaerd de herplanting van den vrijheijdsboom aen te kondigen, hetwelk om 11 uren hernomen wird. Dan kwam den trijn van het stadhuijs, voorgegaen door de scholen, gevolgt van de Civiele en Criminele gerigten, van die der Correctionelen Tribunael, Peijsregter, Commissarissen van policie, de Municipaliteijt, eenige menigte van jonge dogters in 't wit gekleed, opgevolgt door die van 't Departement, gaende langs de Oude Koordemerkt, Schoenmerkt, Schrijnwerkersstraet, Korte Gasthuijsstraet, Drijhoek, Huijdevettersstrate, den gesegden boom haelen aen de Huijdevetters Capel, nu genaemt den Tempel der Wet; onder het geschal van musiek en geleij van een diviesie van 't garnisoen. In dese capel wirden redevoeringen gedaen, naementlijk door Carel d'Or Juge van den Civilen Tribunal van 't Departement, Directeur van den Jurij en President van den Correctionelen Tribunael van 't Arrondissement van Antwerpen, titel genoeg, men kan denken hoe dese discoursen waren. Dan wird desen boom over de Meir, Eijermerkt, Melkmerkt, Kaesruije, Groote Merkt gevoert, en aldaer geplant. Daer was eene theater voor 't stadhuijs opgetimmert, onder het musiek en liedekens gesang wird er om den boom gedanst; en de jonge dogters deijlden lauriertakken aen de soldaeten uijt. Ik moet er bijvoegen dat er vele van dese dogters uijt vreese en tegen hun dank medegingen, jae het grootste getal van die versogt waren, was thuijs gebleven, zoo gingen deze republikaensche vreugden aen de welpeijnsenden ter harten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
MeertDen 3 Meert is er uijtgetrompet dat de contributie binnen de 24 uren betaelt moet zijn.
Ten zelven dage was alhier van stadswegen aengeplakt het volgende: De Municipaele Bestieringe van Antwerpen, Hoofdstad van het Departement der twee Nethen, waerschouwt alle de bedienaeren der acsijnsen en zoo Stadsche als voor deze Provinciale Rechten op het bier en op den wijn, ontfangbaer binnen de stad Antwerpen: Den 5 Meert 1796 heeft den Commissaris der policie Strijdonck met eene soldaete wagte eenen Franschen priester uijt seker huijs in de Lombaertstraet ontrent d'Augustijnen gehaelt, die naer 't Steen gebrogt is; eenen anderen priester in 't zelven huijs was over de daken weggevlugt en dus aen de vervolginge ontkomen.
Den 6 Meert hebben de pastoors der parochiekerken alhier eenen brief van stadswegen ontfangen onderteekent Dargonne | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 145]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Commissaris du pouvoir exécutif bij de Municipaliteijt, waerbij verboden wordt het Alderheijligste processiegewijse tot de sieken te draegen volgens een besluijt van 4 Thermidor daer hij sig op beroept. De dagelijksche beregtingen wirden als voor desen gedaen; maer wat de 14 dagsche der parochien, en de fondatie van D'H. Pater Verbiest in de cathedraele aengaet, deze wirden sonder standaert nog spel en met maer 6 ligtdraegers verrigt. Dit verbod was aen de pastoors gedaen op pene van aen den Accusateur Publik van de regtsbank geklaegt te worden.
Den 8 Meert werden er in sommige huijsen alwaer de dogter op 28 Februarij laest had versogt geweest om met den boom van vrijheijd te gaen, en niet gecompareert was, 4 soldaeten voor 10 dagen geleijt.
Snagts tusschen 8 en 9 Meert is in sekere herberge in de begijnestraete (?) de vrouw op haer bedde vermoort, en het goed uijt den huijze gestolen.
Den 9 Meert is er sekeren geelgieter in de Cloosterstraet uijt sijn huijs gehaelt, beschuldigt wordende van Fransche 2 sols stukken nagemaekt te hebben; hij moest sijn gereedschap selfs mede naer de gevangenisse draegen. Namiddag wird er nog naer eenen anderen persoon gesogt maer niet gevonden, om de selve redens uijt zijn huijs gehaelt en naer het steen gebragt. Sij waren gegoten en dus kennelijk genoeg, jae veel leelijker als degene van de klokken geslaegen in Vrankrijk.
Den 10 savonds en 11 Meert smorgens is er wedrom door Dargonne verbod gedaen: aen de pastoors deser stad van voortaen geene publieke beregtingen (het Alderheijligste niet meer publiek) met | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 146]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
bel of ligt, baldachin etc. meer te doen, en geene lijken met de geestelijkheijd met overrokken, nog kruijcen etc. meer uijt te haelen. Alles op pene van aen den Accusateur Publik aengeklaegt te worden. Het schijnt alsof de vervolgingen der 16de eeuwe wedrom gaen komen en alsof den ouden Roomschen Godtsdienst als in de jaer 1581, zal gaen verboden worden. In den morgent hebben op die maniere reeds eenige beregtingen der cathedraele plaets gehad, dog nog op den zelven dag zijn die wederom publiek gedaen, nogthans boven het voorse verbod. Den choordeken Werbrouck en andere vicarissen hadden sig op 't stadhuijs begeven en daer dapper tegen gesproken. Ondertusschen geschieden de berechtingen nog altijd op den ouden voet boven verbod, en daer zijn tegen de pastoors brieven ingedient.
Daer was alhier ondertusschen aengeplakt het volgende: VRIJHEIJD Voor dese regtsbanken moeten alle questien en geschillen gewesen worden, dewelke door de Juge de Paix niet afgedaen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
wirdenGa naar voetnoot(1). Daer waeren 4 van dese regters benoemt voor wie de goedenissen en andere schabinaele actens passeeren, te weten: ...... Hermans, als president } alle drij hiervore nogmaels genoemt Dese teekenen alles op de wijkboeken aen dewelke nog op | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 148]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
de secretarije op 't stadhuijs berusten, de andere secretarissen als J. Petrus Van Setter en Jonr T. Eelkens koomen bij alle passeringen en hebben ook eenen sleutel van den selven secretarije, hetwelk duren zal, zoo men meijnt, tot dat de wijkboeken en protocollen naer d'Abdije van St Michiel zullen getransporteert zijn. Staeten, rekeningen van sterfhuijzen en geschillen worden ook voor ...............gebrogt. De requesten worden aen hun ook gepresenteert in 't Frans. De schepenbrieven immers de goedenisbrieven beginnen nu aldus: Wij............ (tekst ontbreekt).
Den 11 Meert Fransche decade gingen de Administrateurs, Tribunaelen en die der Municipaliteijt etc. naer hunnen tempel der weth, in d'Huijdevettersstraet. Boven dese Capelle op 't hoogste van den gevel leest men met groote letters: Temple de la Loi.
Alles was bij Jonr Lecandele, Major deser stad, verzegelt geworden, zoodat hij in geene eene plaets van sijn huijs konde gaen. Dit was omdat hij sijne opgeleijde contributie nog niet betaelt had.
De pastoors hadden tegen het gemeld verbod geschreven, waer op niet geantwoord wird, maer den 15 Meert 1796 is er wegens die van d'Administratie aen de pastores der parochien binnen dese stad aengedient dat Dargonne wel doet van de besluijten der Republiek ten uijtvoer te brengen. De Pastores hadden ondertusschen boven verbod het alderheijligste op de oude maniere blijven tot de zieken draegen. Doch door vreese van grooter onheijlen, hebben op de wijse voorgeschreven gaen doen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 149]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit bragt groote opspraek onder de goede Catholike borgers, welke sulks aenschouwende uijtbersten in traenen; jae daer den Plebaen van 't noord quartier der Cathedraele desen morgent vergeselt met den koster en den knaep der wekelijksche beregtinge ging, vielen de menschen op hunne knieen, toonende dat sij de Roomsche Catholike Religie, de Religie van hun voorouderen behouden wilden. Het was dan immers op die geseijde maniere dat het Alderheijligste in alle beregtingen voorts gedraegen wird te weten in eene borze. Het was alof men hier in een geuzeland waere, jae alof de Roomsche Religie wederom aen de vervolgingen van de 16de eeuw moest gaen blood gestelt worden. De lijken mogten ook met geene priesters meer uijtgehaelt worden, selfs de knegtiens jongens mogten hunne witte overrokken niet aen hebben, nog flambeeuwen volgens gewoonte met de lijken draegen; of wirden bedregen van op 't Steen geset te worden. Zoo ging het in die verligte tijden binnen dese stad Antwerpen. Jae, de Choraelen der Cathedraele kerke wirden niet meer gedoogt van het Choraelhuijs naer de gemelde kerke te gaen met hunne bonnetten, purperkleederen, nog overrokken aen hebbende, maer moesten sig in de kerke kleeden. Men mag met regt zeggen dat de geheele oeffeninge der Roomsche Religie buijten de kerke reeds verboden is. De pastores hebben tegen dese beletsels geschriften ingedient zonder daer eenige antwoord op te ontfangen; dog zullen ongetwijffelt niet ophouden van hunne klagten daer tegens in te dienen en wat er van komen zal, moet de tijd leeren.
Ondertusschen is men in dese stad zoo liber, dat men sonder passeport de poorten der zelve niet mag in of uijt komen, Jae als de passeports eenige dagen geduert hebben, worden die wedrom ingetrokken, en men is verpligt van sig van een andere te voorsien, die men elke reijse betaelen moet, en die men zon- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 150]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
der een billet bij den Commissaire de Police van sijne sectie te hebben, niet bekomen kan. Vijf stuijvers voor den pas. Dat is de vrijheijd.
18 Meert 1796 is de Fransche weth ten opsigte der enregistrementen van testamenten en alle andere actens en van het zegelrecht alhier geaffigeert aen het stadhuijs.
19 Meert heeft den Tribunael Crimineel zijne eerste publieke zittinge gehouden. Dit geschied op 't stadhuijs op de groote staete kamer aldaer. Daer waren onlangs verscheijde Juse's gekoosen, waer van de deftigste inwoonders deser stad onder waren, die geroepen wordende niet compareren wilden, waeromme sij dan door den Tribunael Correctionneel (of Crimineel) tot eene boete van 30 of 50 Livres in geld en het doen drukken en aenplakken van 1.000 exemplaren van dit vonnis verweezen en 2 jaer niet kiesbaer verklaert wirden.
24 Meert Wittendonderdag nog op Goede Vrijdag mogt den beijaerd op den toren der Cathedraele niet opgehouden worden, gelijk men er altijd op die dagen gewoon was. Jae Vrijdags mogten de menschen, den weg omgaende, boven op de vesten niet komen, wird door de soldaeten belet. Dezelve dagen zag men gedurige patrouillen zoo van peerde als voetvolk door de stad gaen, sonder dat men wiste wat zulks beduijden mogte.
Den 25 Meert was er wegens de Centraele Administratie bekent gemaekt, dat er door hun op 23 Do besloten was, dat van te rekenen van dien dag, geene pasporten naer den vremden zullen verleent worden aen de ingesetenen van dit departement, voor en alleer zij konnen aentoonen hun aendeel in de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 151]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
gedwonge leeninge betaelt te hebben, of doen zien dat zij in geene lijst van de geseijde leeninge begrepen zijn.
Den 26 Meert 1796 Paesavond was alhier van wegens de administratie aengeplakt, dat er gelijkvormig het besluijt van het directoire van 19 Ventose 4de jaer (9 Meert) in alle de gemeijntens van dit departement op 10 Germinal (30 Meert) zal geviert een Nationaele Feest toegeijgent aen de Jongheid. In het gemeld besluijt van 19 Ventose staet onder andere: Art. I. - Daer zal in alle gemeijntens der Republiek den 10 Germinal een Feest aen de Jongheijd toegeweijd, geviert worden. Den 29 Meert 1796 nae middag wirden vanwege de Municipaliteijt ten huijse van de Seer Eerweerde Heeren Canoniken der Cathedraele: Soetens (?), Mondet, de Vries, Van Celst, de Meulder, etc., de papieren en hun kamers versegelt. Men seijde dat het voor den agterstel was der Contributie van 1794. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 152]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 30 Meert wird de Nationaele Feest der Jongheijd boven verhaeld geviert. De aengestelde zoo civiele als militaire overheden verzaemelden omtrent 10 uren voornoens in den zoogenaemden Tempel der Wet (Huijdevetters Capel) en begaeven hun van daer na de Groote Merkt; voor het stadhuijs was sooals een graftombe opgeregt, van weerskanten stonden eenige soldaeten gekroont, hunne wonden aentoonende die zij van hun vaderland bekomen hadden etc. (Siet de Antwerpse Gazette van 5 April 1796). Daer was eene groote stellagie voor het stadhuijs opgeregt, daer alle de schoonigheden op te doen waeren, dog alle deftige lieden schouden de Groote Merkt; jae schaemden sig daer omtrent te komen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
AprilDen 2, 3 en 4 April wirden er wedrom brieven rondgedraegen voor de gedwonge leeninge, het was nu de 15de klasse dese waren provisionelijk van 1.200 livres tournois, en moesten van 10 tot 10 dagen een derde deel betaelt zijn, bij den ontfanger Van Roië in de Stoofstraet, die dezelve onderteekent had. Daer waren in dese classe selfs geringe borgers tot zulke enorme sommen getaxeert, segge enorme somme, in deze tijden, tijden dat er niemand van sijn intresten betaelt wordt, en dat alles even duer is. Dit is de vrijheijd. Daer waren er ook onder van de 14 classe van 1.100 livres, dese waren van dato 15 Germinal (4 April). Zedert eenige dagen is alhier van stadswegen een zeker getal nieuwe anduijten aengestelt, dwelke snagts van 11 tot 3 uren langs dese stad ronden. Daer wirden onder deze verscheijde persoonen getelt daer men geene trouw in heeft, jae die reeds menigmael in gevangenisse onder de oude en wettige regeringe geseten hadden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 153]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 4 April heeft den Commissaris van d'uijtvoerende magt bij de Municipaliteijt alhier, S.P. Dargonne, op sommige stadscomptoiren geweest en aen d'officiaelen derzelve gevraegt of sij wilden inteekenen in eene vrijwillige contributie, pr. Decadi, tot bekostinge van hunnen soogeseijden Temple de la Loi, in welke contribueringe aengenomen wirden alle sommen tot 2 ½ stuijvers het minste; maer niemand scheen er voor genegen, zoo dat hij overrigter zaeken henen gaen moeste, dog het is te denken dat er van hunne soort genoeg inschrijven zullen. Ten zelven dage wirden wegens den Minister van Oorlog smorgens tot 10 uren op het fort St Philippe tegens de Schelde al de materialen der gebouwen van 't geseid fort, alsmede de opgaende olme boomen aldaer staende in Brabant Courant en contant geld, publiek verkogt.
Den 9 April 1796 was alhier van stadswegen aengeplakt een besluijt van dezelve Municipaliteijt van 15 Ventose 4de jaer (5 Meert laest) waerbij gesegt word na eene voorrede: Dat er ten eersten zal voordgegaen worden met het maeken der naemlijst en rollen van alle inwoonders, ingevolge de wet van 10 Vendemiaire laest. Dat om dit gemakkelijker te maeken, de commissarissen der policie in hunne onderhoorige wijken, gesaementlijk met de borgers Lathouwer, Maillard, P. Boutmans gelaesemaker, Charles Niel, Van Engelen, van Aerden, Fassaert (?) P.L. Potteau, De Koninck, Clement, beldhouwer, De Smet, winkelier, Festraets, apoteker, van Grimbergen, Batie, Dewinter, koperslaeger, Palmaert, Horemans, en L.P. Gobbaerts, welke hun ten dien eijnde door de Municipaliteijt zijn toegevoegt. Besluijtende verders dat er geenen borger, op wat tijd het zoude mogen wezen, den welken in het geheel, of ten deele een huijs bewoond, zal mogen verhuijsen, voor en aleer den commissaris van de wijk hiervan verwittigt te hebben, aen den welken hij in schrift zal verklaeren binnen de 24 uren, de wijk, de straet en nomber van hetgene hij van zin is te bewoonen op pene van 50 livres in geld. Besluijten verders hetzelve ten opsigte der dienstboden. Be- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 154]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
sluijt eindelijk dat terstond na de opneminge der inwoonders, iederen eijgenaer zal gehouden zijn, zijn huijs ofte huijsen te teekenen met de eerste letter van zijn wijk in swerte olijverf, den nomber van zijn huijs, denwelke hem door den commissaris zal aengemeten worden; dat er op de hoeken van de straeten de naem van de straet zal gestelt worden ten laste der inwoonders der zelve. Dat de commissarissen en hun toegevoegde ten tijde der opneminge de nouwkeurigste onderzoekinge der vremdelingen, alsmede van de uijtwijkelingen en gedeporteerde priesters doen zullen, gelijk ook die, dewelke dezelve wetens zullen ten hunnent verborgen hebben, etc. (ziet voorts dezelve). Den 11 April smorgens isser eenen persoon alhier door den tribunael verwezen zijnde, op de Merkt 2 uren lang te pronken gestelt op den stadsreuzenwagen, die nu voor het schavot diende, dit was d'eerste justitie dewelke er sedert dat de Fransche in onze landen zijn geschied is. Desen was overtuijgt van diefte begaen te hebben. Sijnen naem en vonnis was boven sijn hoofd te lesen en en wird op de hoeken der straet aengeplakt.
Tenzelven dage wird de optelling der inwoonders binnen dese stad begonst in deser voegen: Sij schreven de naemen der straeten, No der huijsen en voornaemen en naemen der eijgenaers en huerders derzelve, hunnen ouderdom, staet ofte professie, of sij getrouwt of ongetrouwt of weduwenaer of weduwe zijn, kinderen onder de 12 jaer, bediende 't zij knegts of meijsens en van waer gebortig, het getal van persoonen, den tijd der inkoomste binnen de stad, de weerde der huijsen, de huere der huijsen, de rijtuijgen van plaisir en van gebruijk, de peerden van plaisir en voor 't gebruijk. Niemand wist wat sulks beduijden mogt, maer dagte dat het mag zijn om eene nieuwe belastinge te doen, vele waren er selfs zeer bedugt af, andere, namentlijk in de gemeijn quartieren der stad hebben sig daertegens gestelt en de commissarissen met scheldwoorden weggejaegt, waerover dese | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 155]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
clagten aen de municipaliteijt gedaen hebben; sommige inwoonders wirden voor den tribunael gedaegt, andere met militairen in hunne huijsen beset.
De Fransche hadden nu zoo menigmael de vrije vaerd op de Schelde gedecreteert en selfs in hun Tractaet van Alliantie den 17 Mei 1795 met de Vereenigde Provincien gesloten, besproken, waervan sommige den uijtval met voorspoed verwagt en van andere verworpen wird. Daer waren sedert eenigen tijd schepen naer dese haven geschikt en elke reijse te Vlissingen wegens de Hollanders aengehouden, die de vrije vaerd geensins gedoogen wilden, dit bragt dan veel moeilijkheid, daer wirde deputatien gesonden, maer eventueel sag men geene schepen. Eindelijk hoorde men seggen dat er wedrom een schip uijt Hambourg geschikt naer dese haven en genaemt de Toscane op 8 April savonds te Vlissingen aengekomen was, maer dat er wedrom aldaer voor die voorbijvaeringe swarigheden gemaekt wirden. Het is daerom dat d'administrateurs Leveque en Billoteij met de oppersten van den Bureau Max E. Solvijns den 11 derzelve maend April smorgens met het schuijt van de vischverkooper Corthals naer Vlissingen gevaerd zijn om daer over te handelen; den uijtval moet men afwagten.
Den 12 April heeft er wedrom eene voor dieverije ten toon gestaen geduerende 6 uren.
Den 13 April hebben er wel vier op de merkt 6 uren lang ten toon gestelt geweest om de zelve feijten. Dese waren daer en boven voor eene 18 jarige gevangenis verwesen. Dit was de grootste straffe die voor dieverije gedaen word.
Den 18 April om 4 uren naermiddag, wird met het geluij van de groote klokke der Cathedraele en andere klokken en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 156]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
beijaerdspel de aenkomst van het koopvaerdije schip de ‘Toscane’ aengecondigt, komende van Hamburg onder Zweedsche vlagge, alsook eene tweede onder diergelijke vlag, gelaeden met zout, en vergeleijd door twee brikken, ook tweemasters. De stadspleijt beset met musicanten, vaerde de leden der Centraele bestieringe, der beijde Tribunaelen, en van de municipaliteijt aen boord van 't eerst genaemt, om hun te verwillekommen met eene aenspraek. Alles onder het geronk van 't canon en spel van het musiek en onder grooten toeloop van volk op de werve en andere kaeije.
Den 22 April 's morgens quamen er van stadswegen commissarissen en deurweerders de meubelen van Mher Philip Lud. Jos. Ign. Van de Werve Baron van Schilde voor sijn woonhuijs (dat hij onlangs en geheel nieuw gebouwt hadde) in 't Kipdorp te verkoopen; dit wird begonst met eene schilderije, waer voore groot geld, men segt f. 4.000 guldens geboden wird, waerschijnlijk om er een einde aen te maeken, en dus die verkoopinge te eijndigen. Het was voor den restans der contributie van 1794.
Ondertusschen waeren er wedrom verscheijde brieven voor de gedwonge leening rondgedraegen, van 1.000 livres etc. (Hier had schrijver een nota aan toegevoegd die verloren is).
Den 25 April wirden er van stadswegen andermael verscheijde diergelijke brieven aen onse inwoonders 't huijs gesonden, gedateert (floréal) 20 April, 4de jaer, selfs nog voor de 15 classe van 1.200 Livres provisionelijk, welke somme sij wedrom betaelen moesten in drij termijnen, te weten: het eerste 3de den 10 floréal, het 2de den 20ste en het 3de en laetste derde den 30 floréal in handen van den ontfanger Van Roië in de Stoofstraet, eeniglijk in numeraire metallique, in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 157]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
goude of silveren materien, gelijkvormig aen de besluijten van de uijtwerkende directoiren van 26 frimaire en 18 pluviose laest, etc. Dese brieven waeren geteekent Raynaud, pt en P. Le Franc se ge.
Degene tot nogtoe getaxeert hadden geweest, hadden met rescriptien konnen betaelen, eene papieren munt welke a parij aengenomen wird en die men konde koopen eerst a 30 en daer naer wel tot 76 en 84% verlies; dog sedert......... deser worden dese rescripten niet meer in betaelinge aengenomen, het moet alsnu geld zijn. Men hadde ook de 20ste penninge met dese rescriptien konnen voldoen alsook de in en uijtgaende regten, dog dit is ook al af. Alles moet in klinkende geld zijn, hetwelk aen vele al sijn 't welhebbende menschen onmogelijk word, aengesien men tegenwoordig van niemand betaelt word.
Den 25 April was er wegens de Administratie Centrael van 't Departement een besluijt in 't ligt verschenen de dato 23 floreal (22 deser) waerbij ingevolge sekeren brief van den minister van finantien van 29 germinal (18 April) gesegt word: 1o Te rekenen van den datum van dit tegenwoordig, zullen bij provisie de rescriptien in geene kasse van dit departement tot betaelinge der gedwonge leening ontfangen worden. Tenzelven dage wirden er wedrom verscheijde diergelijke brieven aen onse inwoonders thuijs gesonden, alle gedateert den 1 floreal (20 April laest) dus 2 dagen voor dat het verbod der rescripten gekoomen is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 158]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tenselven dage zijn er andermael verscheijde brieven aen onse inwoonders van stadswegen thuijs gesonden, van volgenden inhoude: LIBERTE - EGALITE. Dit moest nu in geld betaelt worden of in goud of zilver. Deze brieven waren alle de dato 1 floreal (20 April) en dus 2 dagen vroeger als 't verbod der rescriptien, hetwelk seer groote opspraek onder het volk gaf, te meer, alsoo alle degene tot nogtoe getaxeert hadden geweest, met rescriptien hebben | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 159]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
konnen voldoen, dewelke men koopen konde in 't eerste voor 30 en daer naer wel tot 80% verlies, het welk eene groote vermindering aen de quoten gaf, eenieder seijde dat se de brieven met voordagt hadden laten liggen tot men sig van die papiere munt niet meer zoude hebben konnen bedienen, en daerenboven het quotiseren was zoo ongelijk dat er menschen met negen kinders, ambagtslieden, 900 Livres getaxeert zijn, jae dat er vele niet in staet zijn van te konnen voldoen en zullen moeten afwagten het gene er van komen zal. Met een woord, het is eenen ongelukkigen tijd voor alle eerlijke lieden, alle gewoonelijke lasten, moeten betaelt worden en daeren boven zulke schrikkelijke quotisatie, en van niemand betaelt te worden, geen renten nog intresten te ontfangen, jae sig berooft te vinde van sijn officien, selfs die men gekogt heeft. Dit is de vrijheid.
Den 25 April was er wegens de Centraele Administratie van het departement der twee Nethen, alhier een besluijt int ligt verschenen de dato 3 floréal (22 dezer), aengeplakt: Dat er ingevolge een besluijt van het uijtvoerend Directorium de dato 27 Germinal 4de jaer, op 10 floreal (29 April aenstaende) in alle de Hoofdplaetsen der Cantons van dit departement zal geviert worden de Nationaele Feest der Egtgenoten. (Zie voorts hetzelve besluijt). Tenzelven dage smiddags wird er van stadswegen met trompetten en geluij van alle de klokken uijtgecondigt dat de Fransche eene victorie op de Oostenrijksche en Sardinische legers in Italie zouden behaelt hebben. 's Avonds van 8 tot 9 uren wird er andermael over geluijd. Ook op den zelven dag wird er van stadswegen de wapens van Spagnien boven de werfpoorte afgekapt. Tenzelven tijd wird er groote reparatie aen de kraene aldaer gedaen. Op | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 160]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
andere publieke gebouwen en cloosters wird geordonneert van dezelve ook weg te doen.
Den 27 April wirden er van stadswegen wedrom eene menigte quotisatie brieven bij de inwoonders binnen deze stad rond gedraegen, dese waren van selven dag en geteekent als voorgaende en van gelijken inhoud, uitgenomen dat deze van 1.100 Livres en voor de 14de klasse waren, moesten ook als voorgaende op 30/d en in 3 reisen in geld betaelt sijn. Dit brengt wedrom groote consternatie onder de goede borgers, waervan het grootste gedeelte zig volstrekt in d'onmooglijkheijd bevond van aen dese afpersingen te voldoen, dog niettegenstaende dit sag men ten zelven dage het volgende besluijt van 22 deser in 't licht verschijnen, hetwelk aengeplakt wird en aldus luijde: Extract uijt den Register der besluijten van de Centraele Administratie van het Departement der twee Nethen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 161]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Administratie besluijt, dat den Tresorier Generael van het departement gemachtigt is, om de militaire magt te eijschen, ten eijnde van de commissarissen tot den ontfang der gewoonelijke contributien te behelpen en te handhaeven de executie-brieven dewelke hij uijtgeeven zal tegen de Collecteurs ontvangers, dewelke ten agteren zullen blijven van te betaelen. Dit besluijt bragt geene mindere bedugtheijd onder onse goede borgers, vreesende dat zulke dreijgementen mogten uijtgewerkt en dus aen de grootste gevaeren en onheijlen blootgestelt te worden.
Den 28 April naermiddag wird er andermael met het geluij van alle de klokken en met trompet eene andere victorie die | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 162]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Fransche in Italien op de Keijserlijke zoude behaelt hebben, aengekondigt, waer over savonds ook geluijd wird. Tenzelven dage wirden er van stadswegen wedrom brieven van de gedwonge leeninge bij de Borgers thuijs gedraegen. Dese brieven waren van dezelve dato en inhoud als voorgaende, uijtgenomen dat het de 13de classe was van Livres 1.000 ook in klinkende geld. Daer was ook verbod van geene pasporten aen moniken te verleenen en van deselve niet uijt de stad te laeten, dog men was onkundig wat er het insigt van was.
Den 29 April na middag van 1 tot 2 en savonds van 9 tot 10 uren hoorde men alle de klokken deser stad weerom luijden, dit was nu den derden dag en was, soo men seijde andermael over eene victorie door de fransche op de keijserlijke en Sardinische troupen in Italien behaelt. Ten zelven dage wirden er wedrom verscheijde brieven voor de gedwonge leeninge rond gedraegen van de 13de en 12de klasse van 1.000 en 900 Livres, sij waren nog alle van den zelven inhoud en dato 1 floreal, het verschil was maer enkelijk in de somme. Dese wirden gedraegen selfs bij menschen die nouwelijks in staet waren hunne schulden te betaelen, hun huijs huer te voldoen en brood voor hun kinders te koopen, hetwelk groote bedugtheijd onder onse goede ingesetenen bragt, het gaf ook oorsaek van groote opspraek en murmuratie onder de borgers, sig geensints in staet siende om daeraen te konnen voldoen, en hun dus verwagten moesten aen alle onheijlen die hun stonden daerom aengedaen te worden.
Smiddags heeft de Nationaele Feest der Egtgenooten hierboven gemeld op de groote merkt voor het stadhuijs plaets gehad. Dog men sag geen deftige luijden sig op de merkt begeven, het was als eene schande sig daer omtrent te bevinden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 163]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
De pastoors deser stad waeren van de Municipaliteijt aensogt geweest van: Aen te weijsen den naem van twee nieuwgetrouwde, wiens gegronde deugd en aensienlijke noodsaekelijkheden de toevoeginge der behulpsaemheden verdienden dewelke de Fransche Republiek wilt uijtstorten over den eerbaeren nood. Het zijn de woorden van de Municipaliteijt. De pastores hadden sig daer in geenderlije manieren willen bemoeien, waer over daer naer, tegens dezelve pastores wegens deselve municipaliteijt eene proclamatie aen de borgers van Antwerpen ten dien opsigte de dato 11 floreal (30 April) in 't licht verschenen, waerin de pastores beschuldigt worden.
Snachts tusschen 29 en 30 April zijn de houte stallingen aen de casteel (?) tegens den muer van het sinneloos- en vondelingsgesticht gants afgebrand, waerin meer als 20 peerden toebehoorende aen waele voerlieden die voor de fransche reden, het leven verloore en derlijk verbrand zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
MeijDen 2 Meij en volgende dagen waren 't Kruijsdagen, maer de kruijsen mogten zoo min volgens gewoonte gaen buijten de kerken, als de processien, geene teekens van onze H. Roomsche Religie wirden buijten de kerken meer gedoogt. Het zelve was ook geweest op St Markus 25 April.
Den 4 Mei naer middag zijn er wedrom twee Zeeschepen in onse haeve aengekomen. Savonds moesten de officiaelen der stadscomptoiren door order van den Tresorier Generael Borrekens, op 't stadhuis zijn, aldaer hun gesproken wird over het frauderen der stadsregten, namentlijk de acsijsen. Het bier acsijs immers alle de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 164]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
straeten toegang op het brouwersquartier hebbende, waren onlangs met sterke ijsere balien en blauwe steene paelen seer nouw afgesloten om het frauderen der acsijsen te beletten, hetwelk welk zoo men segt seer veel gedaen wird.
Den 5 Meij smiddags van 1 tot 2 uren wird met het geluij van alle de klokken en met trompetten wedrom eene victorie aengekondigt, dewelke de fransche troupen in Italien andermael zoude gewonnen hebben.
Den 6 Meij wird den inventaris begonst genomen te worden op de kamer der Diamantsnijders of sleijpers Natie binnen deze stad. Deze kamer is seer schoon met schilderijen versiert, geschildert door Philippus Jacobus Tassaert gebortig deser stad. Deze natie, immers Geeraerd Van Daele cum suis als Dekens van deselve zijn, bij transport van Jan Abeels en uxor, op 18 Jan. 1663 voor schepenen, als proprietarissen van dese huijsinge op de wijk boeken deser stad vol. 17 fol. 135 aengeteekent.
Den 8 Meij waeren twee nieuwe officiers Municipael gekosen te weten Petrus Dirixsen en Jan Guilliams in plaetsen van H. Van Driesche (?) en van............ Daer waeren van tijd tot tijd reeds eenige van de schepenen of Officiers Municipael tot andere plaetsen 't zij in de tribunaelen of elders verplaets, en in desselfs plaetsen gekosen, naementlijk D'heer Petrus Dierixsens koopman in seijen, Jan Guilliams, vel-blooter, Jonr Philippus Herrij greffier van 't Kiel, D'heer Buijens, koopman, den apoteker Emmeri, dog niemand heeft dit ampt aenveerd als alleenlijk Petrus Dierixsens, de andere hebben sig ontschuldigt.
Den 9 Meij smorgens (decadi) wird in den Temple de la | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 165]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Loi een proclamatie van de Municipaele Bestieringe aen de inwoonders deser stad de dato 17 floreal (6 deser maend) waerbij gesegt wordt: Dat het Uijtoeffenend Bestier drij duizend man in requisitie koomt te stellen in de 9 vereenigde departementen, om te dienen in de hoedanigheijd van voerluijden, genomen uijt de jongheijd, van 18 tot 25 jaeren, en dat het canton van Antwerpen bestemt is tot het opleveren van 49. Maer eene aenmoediging wegens dezelve Municipaele Bestieringe volgde hun besluijt te weten: Dat er eene proclamatie tot de borgers van Antwerpen gemaekt zal worden, om de jongheijd van 18 tot 25 jaer die zouden willen dienen als voerluijden aen te wakkeren om vrijwilliglijk te komen inschrijven binnen de tweemael 24 uren na de publicatie en aenplakkinge van dese op het tweede bureel van de municipaliteijt etc. Daer waeren onlangs in dese landen en gevolgentlijk in dese stad een groot getal peerden in requisitie genomen en weggevoerd.
Tenzelven dage smiddags van 1 tot 2 uren wird met het geluij van alle de klokken en met trompetten aengekondigt dat er met den koning van Sardinien en de Fransche eenen stilstand van wapenen aengegaen was. Savonds wird het geluij van 8 tot 9 herhaelt.
Den 11 Meij namiddag van 5 tot 6 uren hoorde men wedrom alle de klokken luijden over eene victorie door de Fransche in Milaenen op de keijserlijke behaelt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 166]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 14 Meij Sinxenavond wirden er van stadswegen wedrom contributiebrieven bij de borgers rondgedraegen voor de 13e, 12e, 11e, 10e en 9e classen als van 600, 700, 800, 900, 1.000 en meerdere sommen. Dese waren geteekent en van zelven dato en ook van 11 floreal en inhoude als de voorgaende. Dit bragt wedrom droefheijd en gaf groote opspraak onder de ingesetenen. De laetste uijtgesondene brieven waeren ook nog geensints betaelt; jae daer waren onder de gequotiseerde menschen die met hunne handen den kost winnen moeten, en die nouwelijks zoo veel oorden als sij livres geven moesten in hunnen naem hadden, jae die ten allen kanten in schulden saten.
Den volgenden dag, 15 Meij, wesende de Hoogtijd van Sinxen, wirden er wedrom diergelijke brieven rond gedraegen, voor verscheijde classen en sommen. Het was dan dat mijn ouders er ook eenen thuijs gekregen hebben van de 9ste classe van 600 Livres, dezen was van 11 Floréal (13 April) en geteekent als voorgaende.
Den 21 Meij kermisavond na noen van 2 tot 3 uren en savonds van 8 tot 10 wird met het geluij van alle de klokken deser stad aengecondigt dat de Fransche troupen wederom eene victorie in Italien behaelt hadden. Dat se in Milaenen etc. zouden gedrongen zijn.
Sanderdags 22 Meij, Feestdag van de H.H. Drijvuldigheijd, onse kermis, smorgens van 6 tot 7 uren hoorde men dit geluij andermael herhaelen. Maer men sprak op dien dag geensints meer volgens oude gewoonte van omgang te houden, alle oude gebruijken gaen te niet. Smiddags en savonds wird het geluij van alle de klokken wedrom herhaelt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 167]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 25 Meij smorgens om 7 uren wird het Alderheijlijgste in de Beregtinge der Cathedraele Noordquartier, wesende gewoonlijk schoon Berechtinge, in 't bedekt door den heere Plebaen Van Bomberghen tot de zieken gedraegen. Na het inkomen der Berechtinge heeft den gemelden heere Plebaen eene lesende misse gelesen, daer ses confraters van de andere parochien in versogt waeren. Eene groote menigte devote menschen volgde het H. Sacrament den geheelen weg tot in de kerke toe, hetwelk de Municipale Bestieringe geensints scheen te konnen gedoogen, aengesien er ten zelven dage van hunnentwege eene prcolamatie aen onse inwoonders aengeplakt wird, waerbij geseijd word: Dat men het besluijt overtrat hetwelk voorschrijft dat den godsdienst niet mag geoeffent worden dan in de kerken en niet op de straeten, dat de laetste Regten der Roomsche kerk noijt gedraegen worden aen de zieken, zonder opgevolgt te worden van eene menigte vrouwen, dewelke door eene misbegrepen godvrugtigheijd hun in gevaer stellen aen de straffen, uijtgesproken tegen zulke misbruijken. Dat alle hoegenaemde samenrottingen bij een versaemelinge of opvolginge tot oorzaeke van welk genaemden godsdienst wel expresselijk verboden zijn, dat dien, den welken de alderminste overtredinge aen desen maetregel zal toebrengen, op eene alderstrengste wijse zal gestraft en aen de regtsbanken overgelevert worden, etc. Den 26 Meij, H. Sacramentsdag, heeft de jaerlijksche groote processie der Cathedraele langs de kerke gegaen, aengezien zulks langs de straeten verboden was. De jaerlijksche solemnele berechtingen hebben ook geen plaets gehad als in stilte.
Den 28 Meij heeft de berechting van St Andries gegaen, dewelke niettegenstaende de bovengemelde proclamatie door meer als 200 menschen vergezelt is geweest. Tenzelven dage wirden er van stadswegen brieven aen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 168]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
sommigen gedraegen, waerbij dezelve gesommeert wirden dat hunne quoten in de gedwongen leeninge binnen de 24 uren betaelt moesten zijn.
Den 28 Meij 1796 was alhier ten allen kanten aengeplakt 't volgende: GEWIGTIGE BEKENTMAEKING Savonds wird met het geluij der groote klok- en beijaerdspel, alsook den 29 Meij smorgens van half 5 tot half 6 uren aengekondigt de Nationaele Feest van de Erkentenisse en den Zegenprael, dewelke smiddags op de Merkt voor het Stadhuijs op sijn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 169]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
frans en onder 't andermael geluij en het schieten van 't canon dat op 't Groenkerkhof geplaetst was geviert is.
Den 30 Meij smorgens om 7 uren ging de schoonberechtinge van St Joris, den seer Eerw. heere Ph. Georgerie pastor der parochie droeg het Alderheijligste in 't bedekt, tot de sieken, eene groote menigte volk vergeselde en volgde het H. Sacrament met groote devotie en eerbiedigheijd, jae ik mag zeggen, dat 'er mooglijk meer als 300 menschen bij waeren. In de Beggijnenstraet, scheen het alsof er eenige Fransche soldaeten, daer passerende, in den sin hadden van desorders te willen maeken; dog alles verging nog wel, maer als die berechting in de Arenbergstraet was, dan begonst de furie door eenige gewaepende soldaeten die met een eijselijk geschreeuw en als rasende menschen aengeloopen kwamen, verjaegende degenen het alderheijligste volgde; dit maekten eene schrikkelijke wanorder, naementlijk onder het vrouwvolk: den eenen liep hier, den anderen daer, de huijsen daer omtrent sag men opgehoopt van menschen, en waeren seffens gesloten, sommige die tegen de wagt spreken of sig niet spoedig van daer maeken wilden, wirden geslaegen, zooals mij gebeurde; de wagt is mede gegaen tot aen de Vuijlruije, wanneer er eenige Ruijters of Dragonders met de bloote sabels, te peerd sijn aen komen geloopen, welke het volk nog meer loopen dede, dan zijn de eerstgemelde soldaeten na 't volk verspreijd te hebben, achter gebleven; maer de Dragonders hebben het Alderheijligste blijven na reijden en het volk verjaegt tot aen de kerk, alwaer er eene met den sabel boven het hoofd van den pastoor stond, even alof hij hem wilde kappen; dit bragt zulkdanigen schrik en vreese, in de menschen daeromtrent, maer besonderlijk in degene welke in de kerke waeren; dese niet wetende wat er buijten dezelve gaende was, schreeuwden en liepen over malkander, jae daer sag men er | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 170]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
wedrom met geheele hoopen ten gronde liggen, vol angst en vrees, meijnende dat de Dragonders kapten en met hunne sabels in de kerke kwamen; dit veroorsaekte eene buijtensprekelijke desorder en het scheen in de kerk als eene garenmerkt te zijn. Dog alles is dan gestilt en den pastor heeft de misse in den hoogen choor gecelebreert, daer van de andere beregtinge van elke parochie ses confraters in versogt en gecompareert sijn, zooals in elke parochie plaets gehad heeft.
Den 30 Meij is den nog dikwijls genoemden Dargonne, Commissaris van het Uijtvoerende Bestier bij de Municipaliteijt, met den President en andere, naer de pastorijen binnen dese stad gegaen, en hebben aldaer den inventaris der doop, trouw- en doodregisters gemaekt en geseijd dat deselve voortaen op 't stadhuijs zullen gehouden worden.
Den 31 Meij na middag van 1 tot 2 en savonds van 8 tot 9 uren hoorden men met het geluij van alle de klokken aenkondigen dat Lombardije in Italien door de Fransche zoude verovert zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
JuniDen 2 Juni wesende het sluijten der octave van het H. Sacrament, heeft de schoonberechting der Cathedraele Suijdkwartier, ook in stilte plaets gehad, en omdat er geen volk het Alderheijligste zoude gevolgt hebben, had den Commissaris der Politie Albert Begoden sig met eene soldaetewagt daerbij begeven, dewelke voor of ontrent den heere Plebaen A. Seewart die het Alderheijligste droeg, ging en aen of bij de huijsen der zieken bleef wagten, tot een aldergrootste misnoegen van alle goede catholieken, die hunne devotie en eer- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 171]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
bied tot het H. Sacrament niet genoegsaem, en gelijk het betaemde betoonen konden.
Den 3 Juni smorgens wirden de pastoors deser stad in arrest gehouden; de huijsen wirden met eene schildwagt beset. Het was ten opsichte der doop-, trouw- en dood-registers, omdat sij sig tegens de afgevinge derzelve op 30 Meij laest gestelt hadden. In den morgend is bovengemelde Dargonne met Daniel Cuijlits, Officier Municipael en anderen aenhang in eene koetse vergezelt met gewapende Dragonders, naer de pastorijen gereden en hebben gemelde registers met geweld weggenomen, jae daer dezelve opgesloten waren, hebben sij de deuren opengebroken en die boeken mede naer 't stadhuijs genomen. Sedert worden alle de houwelijken voor het stadhuijs smiddags door sekeren Jacobus Franck, schilder, en gebortig deser stad, daertoe van stadswegen aengestelt, afgeroepen en aldaer aengeplakt. Daerenboven moeten alle gebortens en afstervingen ook op 't stadhuijs aengeteekent worden. De kinderen met hunnen vader en 2 getuijgen moeten daer gesien en opgeschreven worden, met de naemen van hunne ouders, woonplaets, professie, ouderdom etc. Alle ongehoorde nieuwigheden.
Den 6 Juni was alhier een besluijt der Centraele Administratie, de dato 5 floréal 4de jaer (34 Meij) aengeplakt, welk de afkonding en uijtvoeringe vaststelt van seker besluijt van het Uijtvoerende Directorium te Parijs van 9 floréal 4de jaer (28 April) welk ordonneert: Dat alsoo in de vereenigde departementen een Nationaele Gendarmerie word gevormd: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 172]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
2o dat ter uijtvoeringe der geseijde schikking zullen de gewesene borgerlijke wagten, vergaedering van busschieters, roerschieters, ridders van den boog en voetboog onder wat gedaente en benaeminge het mag wezen naementlijk die geseijde gildens of gezworene afgeschaft zijn en blijven, etc. Den 9 Juni was er wedrom een besluijt van de Centraele Administratie bestaende in 5 artiekels aengeplakt, van 8 prairial 4de jaer (27 Meij) ten opsigte der afgeschafte religieusen over het bekomen hunner pensioenen, waerbij onder andere vastgestelt word: Dat allen lidmaet van een gesupprimeert religieus huijs of corporatie van wat geslacht hij zij, en uijt dien hoofde regt hebbende tot een pensioen, hetzelve aen de geseijde administratie zal moeten versoeken tusschen heden (28 Meij) en eersten Messidor (19 Junij), en waervan den 3de artiekel luijd: Dat niemand van de gesupprimeerde huijsen of corporatien, van wat geslagte hij sij, zal recht op sijn petitie bekomen, tensij hij daerbij voege eene attestatie der Municipaele Administratie van het canton zijner verblijfplaetse, waer uijt zal blijken, dat hij gehoorsaemt heeft aen 't besluijt van het uijtvoerend directorium van 22 Nivose laestleden, en aen de weth van den volgenden dag, dat is te zeggen: dat hij voor de geseijde Municipaele Administratie gedaen heeft de verklaeringe van haet tegen het koningdom, en gesworen aengekleefdheijd en getrouwheid aen de Fransche Republiek. Dit is het besonderste van dit besluijt, een besluijt welk den levensmiddelen van die ongelukkige religieusen geheel onttrekken zal, want wie van hun sal zulke declaratie geven en zulken eed doen; wat staet er dan voor hun op als armoede, hetwelk vele van dese reeds genoegsaem geleden hebben; jae sedert den inval der Franschen nog maer een half | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 173]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
jaer pensioen genoten hebbende, denkt eens hoe dese ongelukkige, dewelke geene vrienden hebben, die hun helpen konnen, tegenwoordig leven moeten. O, droeve tijden!
Den 11 Juni 1796 was er een besluijt van wegens de Municipaele Administratie, van 14 prairial 4de jaer (2 Junij) aengeplakt, waerin staet aldus: Dat den eernaem van Mevrouw alsook dien van Jonker eerbewijsende titels zijn, spruijtende uijt het leenrecht, dat die titels zijn afgeschaft en zullen blijven, dat het verboden is aen wie het ook zij er sig van te bedienen, en dezelve te nemen in eenigen act op pene van gestraft te worden gelijkvormig aen de weth van 27 September 1792, laet over aen de hooveerdije der particuliere, ongevoelig voor de waerdigheijd van den naem Borger, het gebruijk van dien van Madame en ander van dien natuer, als niet verboden door de rechten der Republiek. Hieruijt ziet men genoegsaem met wat sottigheden onse tegenwoordige regeerders sig ophielden; jae tegenwoordig sag men de mueren geheel bekleed met placcaten, waervan ik de besonderste maer aenhaelen zal, want anders zoude ik er geen eijnde aen vinden.
Den 12 Juni was er wegens de Centraele Administratie al wederom een besluijt aengeplakt, van 18 praireal 4de jaer (6 Junij), het was ten opsigte der gedwonge leeninge, daer bij word besloten: 1o dat de rollen der 14 eerste klassen van de gedwonge leeninge, opgemaekt ingevolge de besluijten van 15 en 17 Ventose laestleden, en die gebragt waren ieder op 648 leenders, bij provisie zullen vermindert worden op 528, daeronder begrepen de geestelijke, in der voegen het getal van 7920 leenders niet overtreffen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 174]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
De 1ste classe zal bestaen uijt Borgers welkers fortuin beloopt tot 5.000 livres; Ten zelven dage 12 Juni 1796 smiddags van 1 tot 3 uren en savonds van 7 tot 9 uren wird met geluij van alle de klokken en spelen van den beijaerd, aengekondigt dat de Fransche eene volkomene victorie behaelt hadde op de keijserlijke troupen aen den Rhijn, alwaer den oorlog sedert den 1 deser maend Junij opnieuws begonst was. Het geheel verhael van deze overwinning wird met de trompetten van stadswegen op de hoeken der straeten afgelesen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 175]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
13 Juni zijn er bij sommige van onze inwoonders welke in de gedwonge leeninge gequotiseert waren soldaeten in executie geleijd.
Den 14 Juni namiddag van 1 tot 3 uren en savonds van 8 tot 10 uren hoorde men met het geluij van alle de klokken wedrom eene victorie aenkondigen. Ondertusschen wird er met trompet op de hoeken der straeten afgelesen dat de keijserlijke troupen zoo aen den Rhijn als in Italien geslaegen waren, hetwelk groote droefheijd onder onse goede ingesetenen brogt, daer waeren er die de tijdingen verwirpen en geensints gelooven wilden. Daer waeren ook wedrom vele kwaede roepen in de stad al of er een order van den Directorien van Parijs aen de Administratie alhier zoude gekomen, om alle de geestelijke abdijen, cloosters en capittels etc. te vernietigen, dog dan seijde men dat er wedrom uijtstel was. Onlangs had men nog diergelijke roepen hier verspreijd. Ondertusschen het is te hoopen dat den Almogenden ons van zulke rampen bewaeren mag.
Den 19 Junij smiddags wird met trompetten op de hoeken der straeten afgekondigt, dat de steden van Nuijs en Spiers door de Fransche in besit genomen waren, van 2 tot 3 uren en savonds van 8 tot 9 uren wirden alle de klokken deser stad geluijd.
Den 21 Juni wird door de Huissiers van den Tribunael Civil de meubelen ten huijse van D'heer Legrelle en sijne susters in de Kammerstraet tegenover de kerk van de Augustijnen publik verkogt, het was omdat se hunne quote van L. 3.600 tournois in de gedwonge leeninge niet betaelt hadden. D'heer Legrelle had tegens dese verkoopinge door een notaris doen protesteren, waervoor deze vastgenomen en op | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 176]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
't tugthuijs geset is; het was den notaris van den Wouwer. Zijn dit alles geen schoon teekens der vrijheijd?
Tegens 23 Juni was er eene diergelijke verkoopinge bekent gemaekt welke bij Jonr De Neuf heer van Borgt, schepen in de oude wet, en susters om dezelve oorzaek geschieden moeste; dog deze heeft om die vervolginge te ontvlugte, betaelinge gedaen.
Den 25 Juni wirden de meubelen van Dheer Joan. Jos. Van Dun, eertijds schepen dezer stad, ten zijnen huijse uit 't Kipdorp alhier, om dezelve redens door den huissier publiek verkogt. Sij hebben door hunne vrienden verscheijde stukken doen inkoopen, de overige wirden niet als door een slegte soort, maer schoon in bedieninge van Fransche zijde, gekogt.
Daer was onlangs een besluijt van den directoiren te Parijs, de dato............... wegens de Centraele Administratie, gevoegt bij een ander besluijt van geseijde Administratie van .................. alhier aengeplakt, wegens de specien op den stempel der Republiek geslaegen, waerbij geseijd word: dat eenieder dese specien voor de weerde daerop uijtgedrukt in betaelinge aenveerden moet op verscheijde penen en straffen daerbij breeder uijtgedrukt. Men had onlangs nieuwe silvere stukken van 5 livres en kopere (1 decime) van 5 centimes (dat 1/20 van 1 Livre en dus 1 sols) beijde dit jaer in de Munt te Parijs geslaegen alhier in gang gezien.
Bij een ander besluijt van gesegde Administratie worden: ingevolge eene fransche weth, de notarissen afgestelt; maer zullen hun bedieninge provisionelijk mogen oeffenen, tot dat er andere zullen benoemt zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 177]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit is de vrijheijd en de eijgendommen respecteren.
Bij een besluijt der geseijde Administratie de dato 3 Messidor 4de jaer (2 Juni) wird besloten: 1o dat de Municipaele Administratien der cantons belast zijn, van binnen de decade, voor allen uijtstel, van de publieke en andere gebouwen te doen wegdoen, alle de teekens der leenrechten en van het koningdom etc. Bij een ander besluijt van gemelde Administratie de dato 4 Messidor 4de jaer (22 Junij) word er eene nieuwe verdeelinge van het Departement der twee Nethen gegeven en gesegt het volgende: 1o Dat de Municipaele Agenten der gemeijntens dewelke ingevolge deze nieuwe verdeelinge onder eene nieuwe Hoofdplaets gestelt zijn, zullen gehouden zijn, op de bekentmaekinge, die hun daervan zal gedaen worden door den commissaris van het uijtvoerend Directorium bij de respectieve cantons, zig aldaer te begeven om die gemeijntens deel te maeken van die Municipaliteijt; Dit zoogenaempt Departement was in drijentwintig cantons verdeelt, te weten:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 178]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 179]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat de vrije gronden hier niet uijtgedrukt, en andere gehuchten die zig in 't Departement zouden konnen bevinden, zullen door de Centraele Administratie bij provisie aen deze of andere gemeijnte waervan sij behooren deel te maeken, toegewesen worden. Den 28 Juni 1796 is alhier wedrom een nieuwe fransche nationaele feeste geviert, te weten van den ackerbouw. Daer waeren verscheijde boeren en boerinnen met hun landbouwgereedschappen moeten mede gaen etc. immers dit wird op de gewoonlijke wijse verrigt.
Ten zelven dage is het garnisoen van hier vertrokken om naer het Rhijnleger te gaen; sanderdags volgden de wijnige ruijters die hier lagen ook de zelve wegen; zoo dat de stad om zoo te zeggen van crijgsvolk ontbloot is. De schildwagten waren, uijtgenomen eenige, alle ingetrokken.
Men sag wederom een besluijt van de Centraele Administraetie van 5 Messidor (23 Juni) aengeplakt, ten opsigte der gedwonge leeninge, waerbij geseijd word: Dat de borgers gequotiseert in de rolle der gedwonge leeninge, dewelke vermeijnen zouden het derde deel van hunne quotisatie niet te moeten betaelen, in aendagt nemende hun fortuin, zullen gehouden zijn, hun te begeven bij den ontfanger van de geseijde leeninge van hun respectief canton, en aen hen eene schriftelijke verklaeringe daer van aenstonds te doen, en te storten het derden deel van de somme op dewelke zij, ingevolge den proportionelen lijste gevoegt in 't besluijt van 18 prairial (hiervoor 12 deser) getaxeert zijn volgens hun fortuin. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 180]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
JuliDen 2 Juli smiddags en savonds wird er al wedrom geluijd, en met trompetten uijtgekondigt dat de fransche het fort Kehl tegenover Strasbourge aen de oversijde van den Rhijn ingenomen hadden.
Den selven dag isser voetvolk ingekomen en op de gewoonlijke manier bij de borgers en in de cloosters geleijd.
Den 3 Juli 1796 sondag wirden de luijden met schollen, bloeme en andere kraemkens op de Meere staende door den commissaris der pollicie Albert Begode weggejaegt, en mogten aen het Groenkerkhof gaen voort staen.
Den 4 Juli smiddags en savonds hoorde men het geluij van alle de klokken wedrom opnieuw, in den agternoen wird met trompetten van stadswegen uijtgecondigt dat de steden Bolognien en Ferare in Italien, door de Franschen in besit genomen waren. Denkt eens hoe dese schoone steden van den kerkelijken staet, van de konststukken en de vermaerde standbeelden, manuscripten en andere schoon gedenkstukken en rariteijten door die Natie zullen berooft, en hoe de goede inwoonders zullen verdrukt worden. Ten zelven dage wirden van stadswegen de drij wapens te weten van Keijser Karel V, degene van Brabant en deser stad Antwerpen, alsook de inscriptie afgekapt van St. Jorispoort. De wapens van Keijser Karel V boven de vierschare, gevangene steene, deze van Spagnien boven de schoone poort aent Maeijgat door Arnold Quillin gemaekt, de wapens deser stad boven de Kipdorppoort en boven de Tapissierspand wirden ook verbreijselt, jae de arend draijende op den toren der borze en de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 181]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 arenden op de hoeken van de daken der zelve wirden ook afgedaen. Zelfs moesten niet alleen de wapens in voorgevels van sommige huijsen van particuliere en andere gebouwen, maer hetgene daer aen maer eenigsints gelijkte afgekapt worden, jae die in koningen of keijsers, zelfs in de 3 H.H. koningen woonden, moesten dezelve wegdoen.
Daer waren van wegens de Municipaliteijt brieven aen de meesters der Cathedraele kerke, aen de abdije, cloosters, vergaederinge, godshuijsen etc. gesonden ten eijnde van de wapens, kroonen van epitaphien, zerken, vensters, en andere cieraden in deze gebouwen weg te doen en te vernietigen. Het was alof deze oudheden hunne woede ook moesten onderstaen, oudheden die honderde jaeren bewaerd en dikwils groot goed aen verscheijde familien hadden toegebragt, en men nu zoo sag verwoesten, want in vrescheijde kerken wirden deze van de zerken afgekapt, dog andere voorzigtiger hebben deze overdekt, sommige hebben de geschilderde wapens uijt de vensters genomen en elders geborgen, andere overplakt of verduijstert, de wapens op schilderijen en tafereelen wirden ook overschildert, jae men mag seggen, dat er met dese vervolginge veele oude gedenkenissen in vergetenheijd geraeken zullen, hetwelke in 't vervolg aen menige familien groot naedeel toebrengen kan.
Sedert 1 tot 6 Julij waeren er van wegens de Municipaliteijt wedrom vele brieven uijtgesonden bij onse ingesetenen voor de gedwonge leeninge, te weten, van de 8ste, 7ste, 6de, 5de en 4de classen, sijnde van 500, 400, 300, 200 en 100 Livres tournois, altijd in 3 reijsen te betaelen bij Van Roie, die nu in de Keijserstraet woond, in 't huijs van Jonr Moretus, die nog absent is, welk huijs, als hier vore aengeteekent, voor | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 182]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
de contributie ao 1794 verkogt en door desen Van Roie gekogt is.
Den 6 Juli is er wedrom crijgsvolk van hier vertrokken.
Den 8 Juli smiddags van 1 tot 3 uren en savonds van 7 tot 9 uren wird er wedrom geluijd; men seijde dat het over den stilstand van wapenen was met den koning van Napels en met den Paus.
Ten zelven dag sag men een besluijt wegens de Centraele Administratie alhier de dato 12 Messidor (30 Juni laest) aengeplakt waerbij de tienden vernietigt worden en waerbij gesegt word: Dat het besluijt der Volksvertegenwoordigers in dato 17 Brumaire 4de jaer, raekende de vernietinge der leenregten en de wetten daertoe betrekkelijk etc. Dat het voorberoepene besluijt der Volksvertegenwoordigers in dato 17 Brumaire artiekel V statueert: Dat de tiende van allen aerd en de leenpachten die er op uijtgaen, onder welke benoeming dezelve zouden mogen bekend en ontfangen wesen, zelfs die door verdrag beseten bij seculiere of reguliere corporatien, door kerkelijke amptenaeren, fabrieken en alle lieden van doode hand, zelfs die door het order van Maltha en andere geestelijke of militaire orders, zelfs die dewelke zoude overgelaeten zijn aen wereldlijke in verplaetsing en voor keus van jaerlijksche inkoomste zijn vernietigt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 183]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daer was ook van 't municipaliteijtswegen eene waerschouwinge aen de borgers aengeplakt waerbij deselve aengemoedigt worden om hun mildadigheijd te betoonen aen de nagtwaekers geseijd anduijten onlangs aengesteld. Daer wird geene taxe geset maer sij seijden dat het in ieders liberaelheijd gelaeten wird. Ondertusschen gingen de commissarissen daertoe aengestelt in hunne soogenaemde sectien rond, het geld bij de borgers en inwoonders ophaelen, sij namen al hetgeen hun gegeven wird aen; vele wisten niet wat sij geven wilden, sommige gaven als naer gewoonte 3 stuijvers voor 3 maenden; maer dese, jae alle deze niet genoeg naer hunne meijninge en gaven, wirden met 2, jae met 4 soldaeten voor 10 dagen belast. Dat word vrijheijd genoemt.
Den 9 Juli was er wegens de centraele administratie alhier eene proclamatie aengeplakt, de dato 19 Messidor (7 deser) waerbij gesegt word: dat sij op de uijtnoodinge van den Minister der Zeemagt om met alle hun magt den borger Muskeijn, scheepsluitenant, belast met het ligten der zeelieden voor eene gewigtige onderneminge, alle bevaeren lieden aenwakkeren, om dese gelegentheijd waer te nemen; sij beloven hun de rijke laedingen dewelke de engelsche schepen over de zee voeren, jae gaen nog verder, en seggen: gij zult in uw vaderland aen uwe familien rijkdommen aenbrengen die hun geluk zullen uijtmaeken, etc. Daerenboven was dese proclamatie van eene andere van gemelden J.J. Muskeijn, scheepsluitenant, aen sijn vaderlanders vergezeld, die segt onder andere: dat sij uijt den naem van 't Uijtvoerend Directorium, aenkondigt, dat de schepen, dewelke door de kleijne republikaensche vloot zullen gekaept zijn, geheelijk ten profijte van het scheepsvolk zullen verkogt en het geld onder hun verdeijlt worden; jae onder andere schoon woorden segt sij daer in, dat sij onder sijn orders zijn zullen, en dat sij deftig gekleed worden, goeden kost krijgen, vers vlees en wijn in de haven en als zij in zee zijn, alsook een | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 184]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
somme in klinkende geld per dag etc. en dat den bureel van aenwervinge bij den borger Max. Solvijns, kapiteijn der haeve is. Desen Muskeijn is gebortig van dese stad en zoon van Augustinus Muskeijn, koopman in kanten. Wat Max Solvijns aengaet, dese is ook genoegsaem bekent en van hem is hier vore menigmaele gewach gemaekt.
Den 10 Julij en eenige volgende dagen wird door het scheepsvolk en militairen ten eijnde voorse proclamatie gemeld, gewerft, gaende langs de straeten en buijten dese stad in de herbergen singende en met trommel, violen en ander spel, met een vendel en met 3 kleurige linten omhangen, het scheen als een vastenavond te zijn; sij hadden eenen grooten naeslijp van jonger achter zig, en gaven te drinken en lieten dan dansen, waerdoor sij er nogal eenige kregen, welke dan savonds te schepe gedaen wirden.
Den 10 Julij van half 12 tot half 3 uren smiddags en savonds van 7 tot 9 uren hoorden men al wederom het geluij van alle de klokken, over eene victorie die de Franschen aen den Rhijn op de keijserlijke zouden behaelt hebben.
Den 12 Julij smiddags van 1 tot 3 uren en savonds van 7 tot 9 uren werd er al wedrom geluijd en in den namiddag uijtgecondigt met trompetten, dat de Franschen wedrom eene victorie aen den Rhijn behaelt hadden.
Daer was wegens de administratie aengeplakt een extract uijt het besluijt van het Uijtvoerend Directorium voorschrijvende: eene middel tot het invoorderen der schattingen in de negen vereenigde departementen van 28 prairial 4de jaer (16 Junij laest) Het was al van contributien dat men sprak. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 185]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 14 Julij smiddags van 1 tot 3 uren en savonds van 8 tot 10 uren wirden alle de klokken deser stad wedrom geluijd en de beijaerden gespeelt. Nanoens wird er met trompetten uijtgekondigt dat het Casteel van Milaenen sig bij capitulatie aen de Fransche overgegeven had en dat se ook wedrom een victorie aen den Rhijn behaelt hadden.
Sedert den 11 tot 15 Julij waren er wedrom veele brieven uijtgesonden; het was voor de 3de, 2de en 1ste classen van 80, 60 en 50 Livres, wedrom in drij reijsen te betaelen, elke reijse waeren er onder dese getaxeerden, menschen die in verre naer soo veel in hun naem niet hadden, hetwelk onder sommige groote bedugtheijd bragt, jae daer was de vrouw van Duijter kasseijer der stad op de breedestraet, dese den brief aennemende is van schrik besweken en gestorven.
Den 16 Julij was er aengeplakt dat er wegens de Municipaele bestieringe geordonneert, ingevolge eenen brief der Centraele bestieringe van 15 Messidor (3 Juli laest): aen alle de borgers dit raekende, de welke eenige landen bezaeijt ofte beplant hebben, gelegen onder Antwerpen, 't zij eijgenaers of huurders, zullen gehouden zijn hunne declaratie daerover te geven binnen den tijd van 8 dagen na de publicatie deser, aen den Commissaris van policie M.J. Waefelaerts, woonachtig tot St Willebrords, waermede hunne landen besaeijt of beplant zijn, 't zij met terwe, koren, garst, haver, boekweij, vlas, houtwas, hoeijwas, klaver, raepzaed, sloorzaed, aerdappels en alle andere pottagereijen van welke natuere die ook souden konnen wesen, 't zij in bunders, gemeten of roeden, ingevolge gebruijk ter plaetse. Was de dato 26 Messidor (14 Julij). Sondag 17 Julij smiddags van 1 tot 3 uren en savonds van 8 tot 10 uren; Maendag 18 Julij smiddags van 1 tot 3 uren en savonds van 9 tot 10 uren wird er wedrom met alle de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 186]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
klokken geluijd en met trompetten uijtgecondigt dat het over de victorie was aen den Rhijn behaelt.
Den 20 Julij smiddags en savonds wird er al wederom victorie geluijd.
Den 21 Julij in den morgent wird den notaris Van den Wouwer, die, omdat hij op 21 Juni laest voor Dheer Legrelle tegens het verkoopen der meubelen geprotesteert had, alsdan uijt 't Tugthuijs en van daer naar 't Steen in strenge gevangenisse geset was, wird seg ik, desen morgent naer den Tribunael Crimineel op 't stadhuijs gebrogt. Den advocaet Nanteuil, de jonge, heeft dese saek soo wel gedefendeert, dat hij 's middags in vrijheijd en naer huijs gegaen is. Nog moet ik zeggen dat onder de jurés die over dese zaek oordeelen moesten, het grootste getal bankroetiers waren en menschen die weijnig vrees hebben moesten voor het verlies van hunnen faem.
Den 22 Julij smiddags van 1 tot 3 uren en van 8 tot 10 uren wird met het geluij en in den middag met trompetten de besitneming van Frankfort door de fransche uijtgekondigt.
Ten zelven dage was wegens d'Administratie aengeplakt, een besluijt de dato 27 Messidor (15 Julij): dat alle degene hun reclamatie en het overbrengen van hun staeten nog niet gedaen hadden, het zelve aen hunne Municipaliteijt nog doen konden, mits betaelende 1/3 van de classe daer sij meijnen toe te behooren, te weten, die van de 15de tot 9de classen hadden tijd tot 5 Thermidor (23 deser), die der 8ste tot de 4de classen tot 10 do (28 deser) en die der 3de, 2de en 1ste classen tot 15 ditto (2 Augusti) als wanneer geene verclaeringen meer aenveerd zullen worden, maer tot de geheele betaelinge gedwongen worden. Degene dewelke in geene classen vermeijnen te vallen, en gecotiseert zijnde, moesten gemelde verklaering ook doen komen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 187]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 25 Juli 1796 wirden de 3 Paters Lieve Vrouwen Broeders van het clooster deser stad, te weten: den Superior Pater Verpoorten, den Procurator Pater De Wael en Pater Ludov. Stordeur, na hunne verjaeringe uijt dese stad over eenigen tijd, voorsien van eene passeport, wedrom naer dese gekomen zijnde en sig in het clooster der Discalsen opgehouden hebbende, door Dargonne tegens sanderdags op 't stadhuijs bij hem ontboden met hunne passeports.
Den 26 Juli hebben dese Paters sig op dien bureau begeven alwaer hunne passeports afgenomen zijn, en hun aengeseijt dat sij sig vóór sonnen ondergang naer Mechelen begeven en hun aldaer aen den Commissaris van het Uijtoeffenend Bestier aengeven moesten. Wat sij daertegen inbrachten wird niet verhoort, nog wat de reden waren wird hun geantwoord, het was genoeg dat dit zoo geordonneert word, en dan mag er nog al niet veel tegens geseijd worden. Lieve vrienden dat is de vrijheijd.
Den 27 Julij smorgens van 6 tot 7 uren wird met het geluij der groote klokken en beijaerdspel de feesten van 9 en 10 Thermidor aengekondigt.
Den 29 Julij smiddags van 1 tot 3 en savonds van 8 tot 10 uren wirden er met het geluij van alle de klokken wedrom eene victorie aen den Rhijn behaelt, aengekondigt.
Den 30 Juli wirden de meubelen verkogt van en ten huijse van Jonkr Stier, tegen St Joriskerk nevens het schermershuijs; het was ook omdat hij sijn quote in de gedwonge leeninge niet betaelt had. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 188]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
AugustiDen 3 Augusti smiddags van 1 tot 3 en savonds van 8 tot 10 uren hoorde men al wederom het geluij van alle de klokken en in den namiddag de trompetten, om eene victorie aen den Rhijn behaelt uijt te condigen. Daer wirden wedrom brieven naer d'abdijen en zoo mansals vrouwekloosters gedraegen, daer sij opnieuws mede getaxeert wirden in de zoogenaemde gedwonge leeninge, selfs sommige tot vele duijsende livres, jae die van St Michiel 35.000; Peeter Pots.........; de Predikheeren 16.666; d'Augustijnen f 1000 etc. sommen die sij sekerlijk niet zullen geven konnen, maer zullen het lot moeten afwagten dat hun overkomen zal.
Den 7 Augusti smiddags en savonds wird er al wedrom geluijd; dog niemand wist waerover, jae selfs degene die luijden moesten, alsoo er in de brieven welke ten dien eijnde naer de kerken gesonden wirden, geene mentie van gemaekt was; het schijnt of sij selfs niet wisten waerover het was.
Den 10 Augusti wird alhier geviert de fransche feest van 10 Augusti 1792, als wanneer sij de koninglijke weerdigheijd vernietigt en andere grouweldaden in Vrankrijk begaen hebben. Smorgens van 5 tot 7 uren wird dit met het geluij van alle de klokken aengekondigt. Om 9 uren moesten sig alle degene zoo in borgerlijke als militaire bedieningen zijnde naer den Tempel der Weth begeven, alwaer gesongen en airen gespeelt wirden; van daer gingen sij te weten: eerst een compagnie voetvolk, het muziek, de schoolmeesters. Dese waeren op 8 December bij brieve ondert. Dargonne en P. Le Franc Secr. gen. gerequireert dese feest met hunne leerlingen bij te woonen en op de merkt op de stellagie te klimmen en in handen van den President der Centraele | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 189]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Administratie, alsmede voor het aenschijn des volks, sig verbinden, van niet in te storten aen hunne leerlingen als de Republicaensche gevoelens etc. Drij van de schoolmeesters sijn er maer gecompareert te weten: Ballieu, Raeymaekers en Van der Borght, die gemelde stellagie beklommen hebben; dog niemand verwonderde sig daerover, aengesien hun gesintheijd genoegsaem bekent was; dan volgde in dien omgang de militaire en civiele administrateurs, de notarissen waren geroepen maer niet gecompareert; daer naer gingen de Peijsregters met hunne consoorten, de Correctioneele, Civiele en Crimineele regtbanken, de zeeluijden, den Staet major, de municipaliteijt, het Departement en het crijgsvolk; aldus gingen sij uijt de Capelle door de Huijdevetterstraet, Oude Korenmerkt, naer de Merkt, die met boome beplant was. Den President der Centraele Administratie dede aldaer op de stellagie onder den Boom van Vreijheijd eene redevoeringe, daer naer onder het geroep van Vivat de Republiek, hangde hij het volgende schrift aen den boom, te weten: Op den 10de Augusti. De genoemde drij schoolmeesters beklommen het gestelt als gesegt; dan wirde er gespeelt en gesongen, en de trijn ging naer de werf, alwaer een prijs voor de matroosen te winnen was, voor die een 3 kleurige wimpel van eenen beseepten boegspriet van een schip haelden. Den prijs was eene silveren doos. Namiddag om 3 uren wird de feest hernomen, en het was dan op de Kasteelplijn te doen met spele, als voor het te voete loopen was den prijs een paar silvere gespen; dan wird er te peerd naer den ring gesteken, den prijs was een sweep; dan wird geschermt, den prijs was eenen sabel; en den vogel wird | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
aldaer geschoten welks prijs eene silveren sakhorlogie was; en dit eijndigde maer savonds donker zijnde. Van 6 tot 9 uren wirden alle de klokken geluijd, en sanderdags wirden verscheijde spelen hernomen.
Den 13 Augusti smiddags 1 ½ tot 3 uren wird met het geluij van alle de klokken aengekondigt dat de fransche het Lac van Constance overgetrokken waeren, waerover savonds van 8 tot 9 uren andermael geluijd wird.
Den 15 Augusti wesende den Feestdag van O.L. Vr. Hemelvaert wird er smiddags, in den agtermiddag en savonds geluijd en met trompetten uijtgecondigt dat de franschen eene victorie behaelt hadden.
Den 17 Augusti wedrom geluijd voormiddag van 11 tot 12, van 5 tot 6 en van 9 tot 10 uren en met trompetten uijtgecondigt dat de fransche wedrom victorie hadden behaelt in Italie en aen den Rhijn, jae dat se wel 15.000 keijserlijke gevangen hadden.
Gedueriglijk hoorden men van dieftens op de dorpen en selfs digt bij dese stad, jae snagts tusschen 18 en 19 Augusti, gebeurde dit te St Willebrords in den Pothoek, alwaer dien quaeden hoop die seer talrijk schijnt te zijn, hunne geweldenarijen wilden gaen uijtwerken; maer het wird haest gehoort en hunne poogingen zijn verijdelt geworden, want alle de huijslieden van daer ontrent kwamen te been; jae seffens wird de klok der parochiale kerke geklept en het volk bijeen versaemelt; maer de dieven waren in tijds gevlucht en alhoewel nog naegejaegt zijn er immers geene in de handen der huijslieden gevallen. Met des voorval is 't wederom verboden van sonder passeport uijt of in de stad te gaen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 191]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op 21 Augusti, kermisdag, zag ik alhier de volgende waerschouwinge aengeplakt: De Municipale Bestieringe van het Canton Antwerpen Hoofdplaets van het Departement der twee Nethen, waerschouwt haer Bestierde dat te rekenen van den 10 Fructidor (27 deser maend) het aen niemand zal toegelaeten zijn buijten de gemeijnte te gaen, zonder voorzien te zijn van eene kaert van zekerheijd, dewelke bij de Commissarissen van Policie in elke der sectien van dit canton zullen uijtgegeven worden. Den 21 Augusti sondag gewoonlijke kermisse, smiddags en savonds wirden wedrom geluijd en met claroen-trompetten een victorie aengecondigt, dog weijnig van de welpeijsende maekten er eenig werk van; men trok het sig niet meer aen, want segde veele menschen, dat het was dat de Franschen soo veele Keijserlijke verslaegen en gevangen hadden, als sij uijtgekondigt hadden, er al niet eene meer zoude over zijn, zoo dat van vele alle die victorien verworpen en geensints geloofd worden.
Den 23 Augusti savonds hoorde men het geluij van alle klokken, dog sonder te weten waerom; het schijnt dat sij wedrom eene victorie aenkondigen.
Den 25 Augusti van 1 tot 3 uren al wedrom wird het geluij herhaelt, sij kondigden victorie op victorie aen.
Ten selven dage wird de Bamisjaermerkt ofte foire volgens | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 192]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
oude gewoonte smorgens 6 uren ingeluijd. De kraemen stonden op de Borze, maer de klijn kraemen en gelaese werk, potten etc. mogen dese reijse op de Handschoenmerkt nogte op de Groote Merkt niet staen, maer de kraemen op het Groenkerkhof en gelaese kraemen en potten op 't zelfe kerkhof; waerover veele moeijlijkheden geresen zijn tusschen de kerkmeesters en degene zulks geordonneert hadden; dog de eerste, gelijk men wel denken kan te kort schietende, hebben dit moeten gedoogen, jae sij wirden wel bedregen, dat s'er de muren zouden doen afwerpen en de boomen afkappen, als er nog iets zou tegen geseijt worden; dus dat men het groen kerkhof, die oude begraefplaets der Cathedraele nu voor eene merkt moest zien gebruijken. Wat de vrijheijd doet!
Saterdag 27 Augusti 1796 smorgens wird alhier wedrom eene republicaense feest geviert geseijt de Feest der Ouderlingen. Smorgens ten 6 uren begonst het geluij der groote klokke gedurende eene ure dit aen te kondigen, tegen den noen gingen alle de aengestelde magten, als in processie de oude mannen en vrouwen welke daertoe bestemt waren, uijt hunne huijsen haelen, en gingen aldus naer de groote merkt, alwaer de President der Municipaliteijt op eene stellagie klom en eene redevoering dede. Dan wirden alle die belaggelijkheden, aengerigt om het gemeijn volk te verblinden, geeijndigt. Het was als eenen vastenavond, loopende langs de straeten, even als die sot waeren.
Men hadde onlangs wedrom vele kwaede maeren ten opsigte der abdijen, cloosters en andere geestelijke vergaederingen hooren verbreijden, jae men leesde in onse Nieuwsbladeren eene Resolutie van de Nationaele Conventie te Parijs, welke de vernietinge van dese Godtvrugtige stigtingen in de Nederlanden uijtspreekt, welke resolutie door den Raed der | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 193]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
500 ook aengenomen, maer door dengenen der Ouderlingen naer eene besondere commissie versonden is. Denkt eens in wat angst en vreese de goede religieusen van beijde geslagten tegenwoordig zitten, ziende sulken smertelijken slag, van uijt hunne besittinge, daer sij soo sollemneel belooft hadden Godt te dienen tot het eijnde huns levens, te moeten verjaegt worden, jae siende hunnen toekomenden ondergang en uijterste armoede voor oogen. Sij sien seg ik, het voorbeeld aen de religieusen door Keijser Joseph II in de jaeren 1783 en 1784 binnen dese landen uijt hunne cloosters geset, welke tegenwoordig geen pensioen genieten, en maer een half jaer op al den tijd dat de Fransche in dese landen zijn, getrokken hebben, en in het toekomende, ingevolge een besluijt der Centraele Administratie alhier de dato......... niets meer trekken zullen voor dat se eene declaratie van aengekleefdheijd aen de wetten der Republiek en van haet aen het koningdom zullen gedaen hebben; en wie kan met een goed gemoed en geruste conscientie zulke declaratie geven? jae dat er geene goede menschen gevonden wirden die met aelmoesen aen sommige van dese die nog vriend nog familie heeft, te hulpe kwaemen, menige zoude men openbaerlijk moeten sien bedelen gaen, of van armoede sien sterven. Ondertusschen in dese bedroefde tijden, in dese tijden van slaevernije onder den naem van vrijheijd, vind men nog al een groot getal die door hunne onbeschroomden iever voor de Religie en voor het goed van het vaderland uijtschijnen en het sijn van dese dat er, namentlijk op sondag en maendag 28 en 29 Augusti met een leijste bij de inwoonders rondgingen om te vraegen, aengesien er van kwaedwillige deser landen, die er nooijt en besonderlijk in sulke tijden ontbreken, vertoont en voorgehouden was, soo men seijde, dat het den algemeijnen roep van het Nederlandsche volk is, jae dat sij selfs de vernietinge der abdijen, cloosters en andere gesetelijke vergaederingen vraegen, om die | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
valschheden tegen te gaen en het contrairie te toonen, hebben verscheijde goede borgers, gelijk ik geseijd heb, dien last, uijt iever voor de H. Religie, voor 's lands geluk en tot behoudenisse van onse geestelijke op sig genomen, en eene declaratie van het contrarie aen de inwoonders deser stad voorgehouden, het welk om soo te seggen niemand geweijgert, maer in tegendeel met hunne onderteekening bekragtigt heeft. Op dese weijse ging men in andere plaetsen deser landen ook voortaen te werk, om dese declaratien dan gesaementlijk als eenen waeren en algemeijnen roep van het volk van Nederland, te Parijs in den Raed der Orde, immers daer het behoort in te dienen en de boven geseijde valschheden door de kwaedwillige uijtgestrooijt, opentlijk aen den dag te brengen. Wij hopen dan dat dese bewerkinge den gewenschten uijtval hebben mag, jae wij hopen dat den Alderhoogsten ons verhooren en die rampen van ons keeren zal.
Men siet wat onse regeerders gedaen hebben. Sij hebben Jan Bosmans eenen van die met geseijde lijsten of declaratien rondging, vastgegrepen en op 't Steen in gevangenisse geset, op pretext dat hij diergelijke declaratie met geweld en onder bedreijgingen aen de borgers afperstede. Zelfs heeft de Administratie eene besluijt tegens degene met dese lijsten rondgingen uijtgegeven, en van degene die deselve onderteekent hadden, voor de municipaele administratie te daegen, gelijk sij er in 't vervolg verscheijde van die den lijst van genoemde Jan Bosmans onderteekent hadden voor hun geroepen hebben; dog die daer ook onbevreest verschenen zijn. O, ongehoorde vervolgingen!
Den 30 Augusti 1796 in den namiddag stierf subiet den vermaerden Docter en Chirurgijn Jan Hendrik Mattheij, gebortig van Maseijck, stadsdocter en professor der ontleed- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 195]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
kunde op het Collegium Medicum ofte Chirurgijnskamer boven de stadswage alhierGa naar voetnoot(1) eenen vermaerden chirurgijn en lid van verscheijde accademies van Europa, jae misschien den vermaerdsten van geheel het Nederland, in eenen boot getreden, vergeselt van zijne suster, en nouwelijks van de wal afgesteken zijnde om naer Vlaenderen over te zetten, krijgt hij swijmelinge en valt, wesende seffens dood, allen bijstand en hulpmiddelen waren vrugteloos en kwamen te laet. Het is beweenlijk dat desen sig met soo veele slegte saeken bemoeijt heeft. Eerst had hij met desen ellendigen franschen tijd, schepenen in de weth of anders geseijd Officier Municipael alhier geweest, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 196]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
en in die qualiteijt verscheijde slegte placcaerte beraemt en onderteekent, was ook Commissaris over de houwelijken gestelt, waerom hij eerst onder 't volk Pastoor en eijndelijk de papieren Bisschop genoemt wird! Dan was hij regter en tegenwoordig President van den Tribunael Civiel, in de Adbije van St. Michiels alhier sittinge houdende; met een woord, was van niemand als van sijne aenhang bemind. Hij is op 1 September op de oude maniere begraven en den lijkdienst zijnde in de Parochiaele kerke van St Joris geschied, onder welke parochie, te weten aen de 4 winden, hij gewoond had.
Den 31 Augusti was er een besluijt der Centraele Administratie van dit departement de dato 6 Messidor (24 Junij laest) aengeplakt, tot uijtvoeringe van eenige fransche wetten ten opsigte van de nieuwe Republikaensche, zoo goude, zilvere als kopere munten en over den cours derzelve in deze landen. Dog om er naerder van te seggen is onnoodig, alzoo | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 197]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
men de goude geensints en de zilvere van 5 francs zeer raar ziet; het zijn maer enkelijk eenige kopere van dese soort, die nog van niemand tot sulken cours aenveerd worden. Het zijn stukken van 2 decimes, 2/10 van eenen franc ofte livre, dat is twee stuijvers van ons geld, een decime na advenant, en van 5 centimes, dat souden 2 oorden van ons geld maeken. Deze stukken waeren half zoo veel in weerde als de oude fransche munten; het was ook die reden dat er niemand driftig was om deze te ontfangen, en als men die aenneemt dan is 't maer enkelijk uijt dwang, oft uijt eene vreese van geene andere betaelinge te zullen bekomen, sooals den Republikaenschen handel ons menigmael geleert heeft.
Ondertusschen de religieusen waren vol vreese en agterdogt, over de kwaede maeren die men geduerig van de aenstaende vernietinge der cloosters hoorde, jae sij mogten sonder een speciael permissie geteekent door den commissaris der uijtwerkende magt, Dargonne, niet buijten deze stad gaen. Daer en boven hadden sij onlangs brieven ontfangen van alle de religieusen die op vacantie waren, seffens thuijs te doen komen. Intusschen alle dese vervolgde wirden nog afpersingen van geld voor de gedwonge leeninge gedaen, met bedreijging van hunne goederen te komen verkoopen, zooals dese dagen aen het Gasthuijs nog gebeurt. Dog verkoopingen hebben er nog geene plaets gehad. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 198]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
de dieven met hoopen, jae dikwils bendens van 30 à 40 man sterk met geweld inbreken, de huijslieden handen en voeten vastbindende, van alle hun geld, silver, goud, meubelen, beesten, jae van alles beroovende en geheel uijtplunderende, komende ten dien eijnde met karren om den roof op te laeden en weg te voeren. Zulks heeft zelfs seer digt bij dese stad plaets gehad, wordende somtijds met het kleppen der klok verjaegt, als nu onlangs te St Willebrords en in de Markgraven Leije nog gebeurt is. Op vele dorpen hadden de boeren snagts bij beurte de wagt, om zulke geweldenarijen af te weeren. Eijndelijk is er eene generaele jagt en aenhoudinge geordonneert, die heden plaets heeft en waerdoor er extra veele landloopers en vagebonden aengehouden en naer de gevangenhuijsen gebragt zijn. Dog wat zal dit helpen! En wat is de grootste straf voor dieven? Eene tentoonzittinge van eenige uren, en eene veroordeelinge van eenige jaeren in d'ijsers, en hoe menigen is er al niet, die op weg sijnde om naer Vrankrijk gevoert te worden, het ontloopen en wedrom gekomen is, sonder dat er ondersoek naer gedaen was. Opentlijk word hier geseijd dat het geen wonder is, want den eenen dief den anderen, den grooten dief den klijnen niet straffen zal. Dit zijn vruchten der vrijheijd en gevolgen van revolutie.
Den 11 September wirden er verscheijde keijzerlijke deserteurs opgeligt en naer 't Casteel geleijd om verder naer Rijssel als men seijde getransporteert te worden.
Den 15 September smiddags en savonds wird er wederom geluijd en ondertusschen uijtgetrompet dat de fransche eene victorie aen den Rhijn behaelt hadden, dog daer waren andere tijdingen, te weten dat de keijserlijke seer begonden te naderen, hetwelk de welpeijsenden aengenaemer was, hopende welhaest | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 199]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
van het onverdraegelijk jok dat tegenwoordig vrijheijd genoemd wordt, met Gods hulpe, verlost te zullen zijn.
Sanderdags 16 September na middag van 3 tot 4 en savonds van 8 tot 9 uren wird er al wederom eene victorie met het geluij van alle de klokken aengekondigt, welk sij nu in Italien zouden behaelt hebben, hetwelk seg ik nog eens van vele welpeijsende geensints gelooft wird, maer men seijde en het had ook wel schijn van waerheijd, dat die voor hun voordeelige tijdingen om hun volk in order te houden, en moed te geven uijtgestrooijt worden, want de contrarie tijdingen, de tijdingen seg ik dat het leger van den franschen generael Jourdan door de keijserlijke onder de bevelen van den Artshertog Carolus, gouverneur generael deser Nederlanden, in wanorder geslaegen, jae dat dese troupen in Frankfort zouden gekomen en dat de blokeringe voor Ments opgebroken was, wird in tegendeel langs alle kanten bevestigt. Dit veroorsaekte alhier groote vreugt aen onse goede inwoonders, die de Roomsche Catholieke Religie van hunne voorvaders behertigen en hun vaderland liefhebben. Maer ondertusschen eene andere tijdinge bragt alle goede borgers integendeel wedrom in groote bedugtheijd en droefheijd; te weten dat het besluijt tot vernietinge der abdijen en cloosters in deze landen, aen de Administratie van dit departement om uijtgekondigt en uijtgevoert te worden, zoude gekomen zijn. O, wat droefheijd, jae de grootste, die men in deze tijden van verdrukkinge en van vervolginge zoude onderstaen hebben.
Den 20 September namiddag van 3 tot 4 en van 8 tot 9 uren wird er met het geluij van alle de klokken aengekondigt dat de Fransche Troupen in de stad Trenten getrokken zijn, welke de keijserlijke zouden verlaeten hebben. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 200]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 22 September en volgens den franschen almanach den eersten dag van het 5de jaer der fransche Republiek. Desen dag moest ingevolge een besluijt der Municipaele Bestieringe als een H. dag geviert worden, niemand mogt zijnen winkel voorstellen nog te werken. Smorgens van 6 tot 7 uren, wird dese feest met het geluij van alle de klokken aengekondigt. Om 10 uren begonst den Trijn, tot bijwooning van den zelven wedrom een seer groot getal deftige jonge jongffrouwen deser stad, weer wegens de municipaliteijt geroepen waren, om aldaer in 't wit met 3 kleurige opgeciert te verschijnen; dog niemand als van de fransche soort verscheen er; immers om 10 uren seg ik kwam den trijn van de groote Merkt vergeselt met de volgende konststukken van onsen vermaerden omgang, konststukken als den walvis spouwende ten allen kanten overtollig water onder het volk, waerop een Cupido sat peijlen schietende, de drijmast voerende republikaensche vlaggen en wimpels alsook drij booten, alle beset met scheepsluijden en jonge matroozen. Den wagen van Neptuen, waerop den Zeegod geseten was, en dan het beeld van den Antwerpschen Reus, genoegsaem aen onze inwoonders bekent, dus dat ik er niets van zeggen moet, als dat dit beeld ter groote van ontrent 30 voeten wird rondgevoert op sijn wagen, volgens de inscriptie ter zijden de pedestael te lesen, ten jaere MDXXXIII door Petrus Coeck (Coucke) van Aelst, schilder, uijtgevonden en gemaekt is; dese konstwagens hadden op kermisdijnsdag 1766 onder meer andere in den konstigen omgang ook verschenen. Eijndelijk tusschen desen trijn gingen alle aengestelde authoriteijten; en dit langs de Kaesruije, Wolstraet, Kipdorp, Jesusstraet, Meer, alwaer te midden eene stellagie gemaekt was, daer redevoeringen gedaen en musikaele airen gespeelt wirden, en langs de Huijdevettersstraet, Lange Gasthuijsstraet, Mechelsche plijn, Vlaminxveld, Kammenstraet, Oude Koordemerkt, en zoo naer de Merkt gingen en een eijnde nam. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 201]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Namiddag waeren er op de Kasteelplijn verscheijde prijzen als loopen te voet en te peerd, en met den vogel te schieten te winnen. Dog men was daer zoo nieuwsgierig niet naer als om den reus te zien. Dese feest wird met het geluij van alle de klokken gesloten. Daer waeren seer vele vreemdelingen in dese stad gekomen, om dese schoone konststukken te zien. Ondertusschen dit alles wird er van 3 tot 4 en savonds van 8 tot 9 uren met het geluij van alle de klokken wedrom eene victorie aengecondigt die den Gnael Buonaparte op de keijzerlijke in Italien zoude behaelt, jae alof hij het grootste deel der keijzerlijke armée zoude krijgsgevangen genomen hebben.
Den 23 September namiddag van 3 tot 4 uren en savonds van 8 tot 9 uren wird er andermael met het geluij van alle de klokken eene victorie geluijd en uijtgecondigt, dat de Fransche troupen het geheele keijserlijke leger in Italien krijgsgevangen genomen had, hetwelk van vele zoowel als hunne overhoop van victorien en het overgroot krijgsgevangenen welke sij reeds zouden genomen hebben, voor belaggelijk en vals aenzien en gehouden wird.
Den 23 September was alhier een besluijt der Centraele Administratie aengeplakt, waerbij ingevolge de fransche weth: alle degene eenige koophandel, ambagt, neeringe of affaires oeffende sig van eene patente daertoe moeste voorsien, en de taxen daertoe staende betaelen, of zijn neringe en handel staeken etc. eenen last die jaerlijks moest vernieuwt worden. Dit was een gevolg van het openstellen, van het afschaffen der ambagten. Daer waren er op 500, 400, 200, 100, 50, 40 etc. livres geset.
Tenzelven dage is het groot comptoir der in- en uijtgaende | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 202]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
regten, hetwelk van oude tijden, jae misschien sedert 100e jaeren tusschen de Werfpoorte geweest hadde, van daer verhuijs en in de Lange Nieuwstraet op den hoek der Lombaerdstraet suijdwaerts verplaetst in het huijs van wijlen Mevrouw Stier. Alle soorten van nieuwigheden worden er verzonnen en uijtgevonden. Ondertusschen zag men alhier aen 't stadhuijs een besluijt der Centraele Administratie de dato 19 Fructidor 4de jaer (5 deser maend) geafficheert bestaende in 7 artiekels, het was ten opsigte der afwesige geemigreerde van dit Departement, waerbij eene leijste van 93 persoonen, welke beschuldigt worden met emigratie gevoegt was, In dit besluijt word onder andere gesegd: dat in desen lijste begrepen zijn, degene sig uijt hunnen woonhuijse geabsenteert hebben, op het tijdstip aengewesen in den 4en artikel der 2e sectie van den 1sten titel van de weth van 25 Brumaire 3de jaer en die binnen de drij maenden der publicatie van de weth raekende de vereeniging der 9 Departementen onder de Republiek in dato 9 Vendemiaire niet zijn wedergekomen. Ook dat degene op dese lijsten vermeld, die binnen de 5 decade na de publicatie derzelve geen reclame gedaen, verdagt als émigré zal gehouden worden etc. ingevolge gemelde geseijde weth. De daerbij gemelde persoonen waren inwoonders van Antwerpen, Mechelen en Lier; dog alsoo ons die van de twee laetste steden niet aen en gaen, hebbe ik degene van dese stad hier maer enkelijk bijgevoegt, met het tijdstip van hun vertrek zooals die in geseijde leijste aengeteekent waren:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 203]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 204]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 26 September 1796 zag men alhier op verscheijde plaetsen seker relaes der Mirakelen welke onlangs, zoo te Roomen als te Ancona in Italien, zouden gebeurt zijn, aengeplakt, hetwelk door de Dienaers afgetrokken wird. Deze Mirakelen bestaen en verscheijde geloofbaere mannen verzekeren ons, dat in geseijde steden verscheijde beelden en op schilderijen, zoo van O.L.V. als van andere heijligen de oogen geopent en naer den Hemel gekeert hebben, en dit menigwerf, hetwelk van een groote menigte volk gesien is. Daer en boven wirden in dit gemeld relaes, hetwelk gedrukt en onder het volk, hier en elders, uijtgegeven wird verhaeltGa naar voetnoot(1).
Den 28 September wird tot vernietinge der abdijen en cloosters in dese landen alhier alomme aengeplakt, hetwelk eene aldergrootste droefheijd en vreese onder de religieusen en onder alle goede catholike inwoonders bragt. Den 28 September wird alhier wegens de Centraele Administratie twee fransche wetten aengeplakt: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 205]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
De eene van 15 Fructidor dewelke vernietigt: de Religieuse stigtingen in dese landen bestaende in 21 artikels: bij den 1 word gesegt: dat de Religieuse orders en vergaederingen, kloosters, abdijen, priorijen, reguliere kanoniken, kanonikerssen, en generalijk alle Religieuse huijsen, of stigtingen van het een en ander geslagt vernietigt zijn, in de Departementen vereenigt door de Wet van 9 Vendemiaire laetstleden gelijk op het oud grondgebied der Republieken. Dese bragten eene aldergrootste droefheijd en vreese onder de Religieuse en onder alle goede catholieke inwoonders. Daer wirde ondertusschen onder grooten toeloop van volk, in alle de kerken biddagen gehouden met het uijtstellen van het H. Sacrament, om den Almogenden af te smeeken dat hij alle rampen zoude van ons af keeren en de ruste herstellen etc.
Den 28 September ten zelven dage waren er brieven aen sommige notarissen binnen dese stad gesonden, ten eijnde van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 206]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
sig in de abdijen en cloosters, daer inne vermeld, te begeven om aldaer, met die van de Nationaele Domeijnen, ingevolge de bovenvermelde placcaert, den inventaris der goederen te gaen maeken; dog dese commissie wird door dezelve afgewesen en de brieven terug gesonden. Dan is dese commissie op de Juges de Paix geleijt, die dit aengenomen hebben, en het was ingevolge dit dat
Den 29 September na middag de commissarissen in de cloosters der Eerw. Paters Predikheeren en der Spaensche Theresen (Carmelietersen), op den Rogier gekoomen zijn; in het eerst genoemd Jan Frederik Melleris, peijsregter (Juge de Paix) der 4de sectie (voortijds een treffelijken koopman deser stad) en in het tweede Jan Bapt. Reijnwit eenen van den Franschen aenhang. Sij hebben het gemeld placcaert aen de religieusen voorgelesen en daerna de registers om den inventaris te maeken gevraegt. De religieusen hebben tegen dese onregtveerdigheden geprotesteert, hetwelk de commissarissen geensints aennemen wilden; dog de Paters hebben geene registers getoont, seggende, dat het met hun gemoed en religie geensints over een kwam, dat sij geender maniere aen hun ondergang medewerken konden, jae niets hebben sij niettegenstaende de dreijgementen aen de commisen getoont. Ten zelven dage namiddag en savonds is er wedrom over eene victorie in Italien geluijd.
Den 30 September zijn de commissarissen in het clooster van O.L. Vr. Presentatie van Ostmal, canunikerssen van het order van den H. Augustinus, op de Ossemerkt, ten eijnde als boven, gekomen. Alsook tegen den avond in de abdije van St Michiels, het was in des abdije ook den geseijden Jan. Fred. Melleris, die aldaer sanderdags wedrom geko- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 207]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
men is, dog aldaer ook niets verrigt heeft, alsoo hem geen registers getoont zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
OktoberDen 1 October na middag zijn de commissarissen ten zelven eijnde in het clooster der Eerw. P.P. Minderbroeders gekomen. Daer wirden ondertusschen verscheijde pasquillen aengeplakt en langs de straeten gestrooijt, vol bedreijgingen tegen degene die sig met het vernietigen der cloosters bemoeijen zouden.
Zondag den 2 October en volgende dagen is alhier in de kerke der Eerw. Paters Predikheeren het 225ste jaer der instellinge van het Broederschap van den H. Roosenkrans, zeer luijsterlijk geviert geworden, onder grooten toeloop van volk.
Den 3 October zijn de commissarissen bij de capucienerssen gekomen, dog niets is er verrigt geworden, de goede nonnekens hebben alles ook geweijgert.
Snagts tusschen 4 en 5 October waren er wedrom verscheijde pasquillen aengeplakt, bedreijgende degene sig met het vernietigen der cloosters bemoeijen zullen, en naementlijk tegens Dargonne.
Den 5 October namiddag zijn de commissarissen in de abdije van St Salvator (Peter Pots) gekomen, en hebben naer de registers gevraegt. Den Eerw. heere Govaerts, Provisor, heeft in den naem van de gemeijnte geantwoord, dat hunne consientie geensints toeliet mede te werken in hunne | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 208]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
suppressie, en vervolgens, dat sij niets geven konden, waervoor dan een proces-verbael gemaekt en geteekent is, daer den Provisor een dobbel afgevraegt heeft. De commissarissen waren ook reeds bij de E.E.P.P. Minderbroeders en Minimen geweest, daer het al op de zelve weijse gegaen is.
Ten zelven dage is ook eenig voetvolk, in de uijterste armoede zijnde, uijt Vrankrijk of van de grensen komende, door deze stad, als ik regt uijt spreken mag, gestouwt, om sanderdags naer 't leger aen den Rhijn gebragt te worden.
Den 6 October is er volk op 't casteel gaen liggen.
Daer was ook eene placcaert aengeplakt, waerbij: alle degene eenige koopmanschap, ambagt of neeringe dede, sig van eene patente moest voorzien en den prijs, daerop gestelt, betaelen moeste. Sommige, jae geen ambagt of neringe was daerbij verge ten, waren op 500, 400, 300, 200, 100, 80 en mindere livres Frans in specie gestelt, hetwelk groote murmuratie onder het volk bragt, seggende, dat sij hun Meesterschap etc., gekogt en de regten daertoe staende, betaelt hadden. Denkt eens wat uijtvindsels om de inwoonders te belasten en te verdrukken.
Den 10 October kwamen de commissarissen bij de Eerw. P.P. Beggaerde ook de vernietinge aenseggen en de registers vraegen, welke de religieuse hun ook geensints toonen wilden, de bovenverhaelde redneen voorbrengde. Savonds wird er met het geluij van alle de klokken eene victorie die sij aen den Rhijn zouden behaelt hebben, aengecondigt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 209]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 13 October smorgens sag men verscheijde fransche wetten aengeplakt, als ten opsigte der geemigreerden en der geestelijken, alsook een besluijt der Centraele Administratie de dato 17 Vendemiaire (8 deser) ten opsigte der notarissen, waerbij geseijd word: Dat er in 't Canton van Antwerpen 24 zijn zullen, 12 waren er provisionneel in benoemt, te weten:
Zij moesten ingevolge het gemeld besluijt op 25 Vendemiaire (16 deser maend) onder andere in de Administratie doen blijken, dat sij den ouderdom van 25 jaer hebben, en verklaeren, of se die bedieninge aennaemen en sig verpligten van te resideren in de Cantons daer sij gefixeert zijn, en dan soude hun eene commissie gegeven worden, om bij den Tribunael Civiel te exhiberen en aldaer den eed te doen, volgens de weth van 19 Ventose. Geene, uijtgenomen Jan Jos. Hermans, en misschien nog een, hebben dese nieuwe bediening aengenomen, maer integendeel bedankt. Den 18 October waren alhier wedrom eenige Fransche wetten aengeplakt, namentlijk ten opsigte der Roepers en Schatters. Daerin word onder andere gesegt: Dat het niemand als de notarissen, huissiers, en afpanders zal gepermitteert zijn verkoopingen, of schattingen van meubelen etc. te doen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit baerde groot agterdenken aen de roepers en schrijvers van de Vrijdagsmerkt, welke laetste hun officien, seer duer (voor groote sommen) van de stad en voor hun leven geduerende, gekogt hebben. Daerenboven was er aengeplakt: dat er niemand in regt zal aenhoord worden, tenzij hij voorzien is van eene patente. Denkt eens wat ongehoorde dwingelandije, dat er onder den naem van vrijheijd gepleegd word.
Ten zelven dage smiddags en savonds wird er geluijd, en ondertusschen aengeplakt, dat het over eene victorie op de keijserlijke aen den Rhijn behaelt was.
Ondertusschen was er wedrom eenige veranderinge onder de Officiers Municipael (die de plaets van wethouderen bedienen) gedaen; sommige waren tot andere plaetsen overgegaen, 't zij tot tribunaelen of andersints. Onder andere Peter Dierixsens, die onlangs tot de bedieninge van Municipaele aengestelt was, had sijne ontslaging gewilt, hetwelk eenieder tegenwoordig bekoomen kan. Tot vervullinge van de openstaende plaetsen waren er de volgende aengekomen en waeren nu Commissarissen Municipael:
François Bardon, eenen fransman die Constitutionelen Pastoor te Bordeaux geweest heeft. ......... Bourceret ook fransman. Hendrik Van der Meij, eenen Hollander, die als commissaris in sommige cloosters gesonden is geweest. Jonr Michel J.F. De Liser, voor de aenkoomste der Franschen drossaert van Mortsel en Edegem, woonende onder Berchem, en aldaer Juge de Paix geweest hebbende, ten jaere 1789, is hij aldaer om den naem van vijg of keijsersgezinde geplunderd geweest. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 20 October is de Juge de Paix Spanoghe de vernietinge bij de Cellebroeders koomen aenseggen. Bij de P.P. Capucienen was zulks onlangs ook aengeseijd geweest. Na de abdijen van St Bernaerds, Tongerloo, Postel, Everbode, Roosendael, Nazareth, en andere waren onlangs ook commissarissen ten dien eijnde gezonden, alsook naer Mechelen, Lier, Herentals, Turnhout, Hoogstraeten, etc., dog nergens hebben de religieusen den inventaris laeten maeken.
Den 21 October was er eene fransche weth aengeplakt, waerbij degene van de Centraele Administratie gemachtigt worden over het opregten van nieuwe scholen.
Den 26 October heeft de Juge de Paix bij de P.P. Augustijnen geweest ten opsigte der vernietinge.
Den 28 October smiddags en savonds wird er met het geluij van alle de klokken aengecondigt dat de fransche het Eijlant Corsica ernomen hadden, hetwelk door de Engelsche verlaeten was.
Den 29 October smiddags en savonds wird er al wedrom victorie geluijd.
Ten zelven dage was alhier aengeplakt een besluijt van het Uijtvoerend Directorium tot uijtlegging van hetgene van 11 Pluviose 4de jaer, vaststellende eene manier tot de verkooping der Nationaele DomeijnenGa naar voetnoot(1) in de 9 Departementen vereenigt den 9 Vendemiaire laestleden waervan de uijtkondiging geordonneert is door het besluijt der Cen- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
traele Administratie van het Departement der twee Nethen van den 1sten vervaldag 4de jaer. Van den 23 Fructidor 4de jaer. Dese bestaet wel in 32 artiekelen, te lang om hier te melden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
NovemberDaer waeren ondertusschen al verscheijde maelen commissarissen van hier naer de buijten abdijen en cloosters der klijne steden en kempen gesonden, om aldaer den inventaris der goederen gaen te maeken, hetwelk nogtans sijn uijtwerksel niet gehad heeft, aengesien de religieusen hun boeken en registers wijgerden. Onder de persoonen welke met die commissien bekleed zijn geworden, telt men de volgende: Petrus Van Grimbergen, die eertijds als de Facons vernietigd zijn, econome geweest is, en sedert nog door de fransche is gebruijkt geweest om in de abdijen, naementlijk St Bernards den inventaris van de boeken te gaen maeken. Desen wird alsnu naer de Abdije van Tongerloo gesonden. Peeter de Gand, die eertijds koopman in wijnen en er misschien meer als 100.000 guldens doorgebragt en daer en boven nog een groot banqueroet gemaekt had, wird naer de abdije van Postel gesonden. Tot Turnhout, was onder andere zekere Notaris Poublom (die op 't Correctiehuijs te Vilvoorde geseten heeft en om wat reden staet hier vore op sijne plaets geboekt) met dese commissie bekleed; met een woord het waren alle menschen of zonder eer of zonder geld, of zonder religie. Zoo gaet het tegenwoordig binnen dese stad Antwerpen; jae met het Hoogtijd van Alle Heijligen, evenals op de drij andere Hoogtijden van het jaer, zijn er verschijde Paters, als Minderbroeders, Capucienen, Augustijnen en andere, gewoon naer de dorpen op statie te gaen om aldaer biecht te hooren, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
te prediken, immers tot hulpe van de Pastoors te zijn, hetwelk hun dese reijse is belet geworden, ik seg belet geworden, aengesien er tegenwoordig geene religieusen sonder besonder pasport mogten uijt de stad gaen, en de Municipaliteijt, nogte Centraele Administratie wilden die hun in geener maniere vergunnen. Ziet dan wat religie die mannen hebben, die ons regeren. Niettegenstaende dit, hebben verscheijde religieuse mannen, de inwoonders dier dorpen tragtende met geestelijk voedsel te voorsien, hebben sig langs omwegen, met den avond in stilte, niet sonder gevaer, buijten dese stad naer die plaetsen begeven, om, zeg ik, de dorpelingen met deze Hoogtijd van Alle Heijligen, niet in gebrek te laeten.
Ondertusschen de religieusen vol agterdenken voor hunne aenstaende vernietinge vlugtede, hunne eijge meubelen en degene van hunne cloosters, die sij bij hunne vrienden in bewaernisse plaetsten.
Den 1 November 1796 Feestdag van Alle Heijligen, hoort wat er dan in St Joriskerke alhier gebeurde: Savonds na 't zielelof 't welk aldaer op dien Feestdag altijd geschied, zijn er twee of drij booswigten, inboorlingen deser stad, gekomen en hebben den Pater Capucien die het sermoon gedaen hadde, en het Alderheijligste in de Reductie langs de kerke gedraegen wordende, met ligt vergezelde, beginnen te beschimpen en te bespotten, en andere buijtensporigheden in die kerke bedreven, hetwelk eenen schrik onder de menschen bragt. Eenige goede borgers sig daer tegenstellende hebben dese booswigten uijt de kerke verdreven en zijn die desorders sonder voorder onheijl vergaen. Zulks geschied tegenwoordig binnen dese stad zonder dat er eenige de minste straffe over gedaen word. Dat is de vrijheijd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 3 November smorgens ontrent 10 uren is er eene soldaetewagt of zoogenaemde Gendarme naer d'abdije van St Michiels gegaen, gevolgt door den Juge de Paix Martinides en anderen van die soort, om den Inventaris der Goederen van die Abdije te maeken, hetwelk hun wederom geweijgert wird, si seijden van geweld te zullen gebruijken, hetwelk sij ook gedaen hebben, brekende de kassen in de Provisorije, nemende de daer in sijnde boeken en registers van het Comptoir, daer uijt schrijvende en voords den inventaris der goederen en van alles dat sij in dese abdije vonden. Namiddags hebben de religieusen hunne gewoonlijke choor niet mogen verrigten. Ondertusschen zijn dese gendarmen daer verbleven en in de huijsinge van den Poortier nevens de poorte gaen liggen. Niemand mag er uijtgaen of inkomen.
Sanderdags smorgens is de kerke op de gewoonlijke ure geopend en zijn aldaer de Goddelijke Diensten wedrom gedaen. Dog men mogte daer niet in komen of moeste eenen stuijver aen den schildwagt geven. Dit is de laetste reijse geweest dat dese kerke geopent is; maer sedert gesloten gebleven, sonder dat sij de klokken roeren mogen. Eenige dagen daer naer is het aen Cellier den Eerw. heere Dekoninck toegelaten van met eenen soldaet agter sig de commissien en saeken der abdije te gaen verrigten.
Den 4 November is er eenen Juge de Paix met den Commissaris de Policie Joseph Somers in de abdije van St Salvator geseijd Peeter Pots gekomen, en hebben daer, als boven, ook den inventaris der goederen van dit huijs begonst te maeken.
Ten zelven dage is den Juge de Paix Spanoghe met eenen hoop soldaeten naer het clooster der Spaensche Carmelieten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
op den Rogier gekomen om den inventaris der goederen te maeken, willende ten dien eijnde binnen het slot van het clooster zijn, hetwelk hun dese goede nonnekens met regt en reden weijgerden. Seffens deden sij het clooster door timmerlieden en smeders die sij uijt hunne huijsen gehaelt hadden, met geweld openbreken, om aldus tot hun oogmerk te geraken. Denkt eens in wat vreese en benouwtheijd dese godvrugtige religieusen daer binnen staen.
Zondag den 6 November zijn er commissarissen in de refugie van d'abdije van St Bernaerds op den Oever gekomen en hebben aldaer eenige kamers verzegelt.
Den 7 November smorgens zijn de commissarissen in het clooster der Eerw. P.P. Beggaerden gekomen om den inventaris 't zij met geweld of andersints te maeken.
Ten zelven dage namiddag zijn ze ten zelven eijnde bij de Eerw. P.P. Carmelieten, Discalsen gekomen; dog de Paters weijgerden alle inspectie der registers. Seffens hebben se de procurature en de kassen met geweld opengebroken en sig van de boeken bedient.
Alnog ten zelven dage was er wegens de Municipaele Commissie van 't Canton van Antwerpen, aen de borgers van 't zelve eene waerschouwinge aengeplakt de dato 14 Brumaire 5de jaer (4 9ber) waerbij sij alle goed aen de inwoonders beloven en voorschrijven; maer dat sij sig van patenten moeten voorzien; jae dat degene die sig niet zullen gepresenteert hebben om er eene te bekomen binnen de drij dagen na de bekentmaeking deser, zullen aengeklaegt worden voor de regtbanken, ten verzoeke van den Commissaris van het Uijtvoerende Directoire bij de Municipaliteijt (Dargonne). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 8 November tegen den avond zijn de commissarissen bij de P.P. Minimen ten eijnde als boven, segge om den inventaris te maeken gekomen.
Den 10 November voormiddag zijn de commissarissen ten zelven eijnde bij de Eerw. P.P. Capucienen gekomen, en op de weijgeringe die hun aldaer gedaen wird, hebben alles met geweld opengebroken; jae tegen den noen sag ik Dargonne, Bardon, Commissaris Municipael en andere bij de Minderbroeders in gaen, het was zoo ik dan hoorde om verbod te doen van iets weg te doen uijt dit clooster, in andere cloosters was diergelijk verbod ook gedaen. Zelfs Strijdonck, Joseph Somers, Anton F. Amvers Commissarissen der Policie gingen wel bij de gebueren omtrent de Augustijnen, of sij geen gevlugt goed van die Paters in hunne huijsen hadden.
Ten zelven dage zijn de commissarissen bij de Eerw. P.P. Predikheeren om den inventaris te maeken gekomen.
Den 11 November 1796 zijn de commissarissen ten zelven eijnde in het clooster der Eerw. P.P. Minderbroeders gekomen.
Ten zelven dage in het clooster van O.L.V. Presentatie van Ostmal op de Ossenmerkt. Dese goede nonnekens weijgerden het slot te openen, seffens hebben sij dit met geweld opengebroken en sijn er binnen gekomen. O droefheijd! dat men sulke verwoestingen gedoogen moet.
Ondertusschen wirden de goederen der kerken en cloosters nog altijd door goede menschen uijt deselve weggehaelt en elders in bewaernisse gestelt, om deze aldus aen de roovers en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
verwoesters van kerk en staet te onttrekken. Dog dit, als geseijd, verboden sijnde, wirden er, als men wel denken kan, ten alle kanten spions, om dit na te zien, uijtgesonden; jae gelijk het genoegsaem bleke op 10 en 11 deser maend November, maer naementlijk den 11, als wanneer de kuijpe van den Predikstoel der Eerw. P. Augustijnen en eenige andere ciraeden van den zelven (den Augustinus en arend onder den zelven geplaetst geweest hebbende, was reeds in goede haeve) wesende zeer schoon door den vermaerden beeldhouwer Hendrik Verbruggen gemaekt, savonds uijt die kerken gedaen en op eenen bierwagen gestelt, om naer het brouwersquartier gevoerd te worden, nagespeurt en op de Faconsplijn gekomen zijnde, gearresteert is, de werk- en voerlieden vlugtende en den wagen, peerden, met den predikstoel verlaetende, die door dese verraeders, welke er in zulke droeve tijden, wanneer de boosheijd de overhand heeft, nooijt ontbreken, naer het stadhuijs is gevoert geworden.
Sanderdags 12 November namiddag zijn de commissarissen met eenen hoop soldaeten naer dit clooster gekomen en hebben den inventaris aldaer willen maeken, waertegens den Eerw. Pater............ Verrelst Prior van hetzelve protesteerde, seggende, gelijk hij nog geseijd had, buijten die weth te zijn, aengesien sij tot onderrigtinge der jongheijd dienen, de latijnsche taele doceerden; niettegenstaende dit wilden zij den inventaris maeken, daer den prior altijd tegen bleef persisteeren; dog sij het regtveerdig beroep en de goede reden van dien Pater niet agtende, hebben de kamer van den Procurator den Eerw. Pater Van den Bogaert met geweld opengeslaegen, dog daer niets besonders vindende als een ouden register, daer sij hem mede bedient hebben, en daer en boven dit clooster heeft geene groote middelen, jae dat er sedert eenigen tijd geene goede menschen dese paters met almoesen onder- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
steunt hadden, sij hadden geensints konnen bestaen. De Militaire intusschen sloten het spreekhuijs toe en wilden niemand langs daer in of uijt het clooster laeten gaen, en het was met groote moeijte als een gratie, dat se op
Sondag den 13 November dese kerke hebben laeten openen. Men heeft dan ook moeten gebruijk maeken van den stoel uijt een school om dien namiddag het gewoonlijk sondagssermoen te komen doen. Zoo wijd gaet de vrijheijd tegenwoordig binnen deze stad goeden lezer; jae geheel de Nederlanden door. Men hoorde niet als kwaede maeren, ten opsigte der religieusen welke te Brussel, te Gent, en in de andere steden, alwaer de cloosterlingen, die godsvrugtige nonnekens en oude mannen, reeds met geweld uijt hunne cloosters gejaegt en verdreven zijn. Men sag daerenboven heden aen het Bisdom alhier, daer de Centraele Administratie haer zittinge houd, verscheijde groote placcaerten aengeplakt, waerbij reeds de goeden, landen, bosschen, hoeven en de kerken en cloosters zelfs, van dese ongelukkige abdijen en cloosters, in het zoogenaemt Departement der Deijle, vernietigt te Brussel te koop gestelt worden.
Den 16 November namiddag en savonds wird er wedrom eene victorie in Italien behaelt, met het geluij van alle de klokken aengekondigt.
Den 17 November smorgens omtrent 3 uren is er een tempeest van wind opgestaen, waerdoor het buertschip van Gend voor dese stad ontrent het Bierhoofd vergaen is. De menschen aen boord zijnde zijn gelukkiglijk gered, uijtgenomen den knegt die benevens het schip en de goeden vergaen en verdronken is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Den 18 November smiddags en savonds wird er wedrom geluijd, het was andermael over eene victorie in Italien behaelt.
Ten zelven dage namiddag gingen de Commissarissen der Policie naer de scholen binnen dese stad, alwaer hun eene besluijt der Municipaele Bestieringe de dato 18 Brumaire 5de jaer (8 9ber laest) kenbaer gemaekt wird, bestaende in een ampele voorreden en in 5 artiekels, behelsende: I. - De Bestieringe verklaert dat de borgers Ballieu, Raeijmaekers en Van der Borcht aen hunne pligten voldaen hebben, met te gehoorsaemen aen de weth (dat is met te compareren op de Groote Merkt den 10 Augusti, hier vore op zijne plaets geboekt) dat sij weerdig zijn te staen naer de plaetsen van leermeesters, wanneer de kinderscholen zullen ingestelt worden, en dat sij ondertusschen konnen voords gaen met hunne schoolen te houden als te vooren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 220]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
gedrukt ende aengeplakt, in de twee talen, en verzonden aen wie het behoort. Ingevolge dit besluijt wirden die genoemde scholen gesloten en de kinderen seffens naer huijs gesonden, en aen de meesters verbod gedaen van hunne schoolen voortaen niet meer te openen, conform het gemeld besluijtGa naar voetnoot(1). Denkt eens wat harden slag voor deze meesters, berooft te zijn van hunne broodwinninge. De ouders hielden ondertusschen hun kinderen thuijs, liever als dezelve naer de scholen te zenden van de 3 bovengenoemde schoolmeesters van den nieuwen stiel, die integendeel nog kinderen kweijt geraekten.
Daer wirden ondertusschen dwangbrieven rondgedraegen voor de gedwongen leeninge, waerbij geordonneert wird binnen de 24 uren hunne quoten te komen betaelen bij Van Roie in de Keyserstraet (in het Huijs van Jonr Moretus, absent zijnde, hetwelk voor de contributie verkogt zijnde, hij gekocht heeft) op pene van hunne meubelen en effecten in beslag te nemen en dezelve te komen verkoopen; jae selfs wirden er wedrom nieuwe uijtgedraegen, ook bij degene volgens hunne meijninge niet genoeg getaxeert en waren. Andere | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
requesten om verminderinge te bekomen ingedient hebbende, wirden afgewezen en sommige aenhoort. Met een woord het was niet als verdrukking en vervolging; jae niet als afpersinge en ruinen voor de eerlijke lieden dat men sag plegen. Daerenboven wilt men niemand meer in regt aenhooren, tenzij hij van een patente voorzien is. Wat dunkt u van zulke vrijheijd?
Den 19 November 1795 was er een besluijt van de Centraele Administratie van dato 24 Brumaire 5de jaer (14 deser maend November) aengeplakt bestaende in eene voorrede en 6 artikels, die aldus luijden: Art. 1. - Alle borgers dewelke bij hun ter bewaeringe ontfangen hebben, het zij huijsraed, papieren, registers, goud, zilver, juweelen, en andere ciraeden der kerken, boeken, manuscripten, boiseringen, koper, ijser, lood, tin, landbouwersgereedschappen, graenen, stroij, hoij of eijndelijk alle welkdaenige voorwerpen, voordskomende van de religieuse huijsen vernietigt door de wet van 15 Fructidor laestleden, worden aensogt de verklaeringe daervan te doen op het secretariaet van hunne respectieve Municipaliteijten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
te worden gestraft, gelijkvormig aen den 6den artikel van de 6de verdeeling des 2de deels van de strafwetboek. Den 24 November wirden de brandspuijten der cloosters weggehaelt, dewelke in den Grooten Eekhof in de Cloosterstraet geplaetst zijn.
Den 26 November zijn de zoogenaemde Bons, waervan op............ gesproken is, aen de religieusen van de abdijen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
van St. Michiels, aen de P.P. Predikheeren, Beggaerden, Discalsen, en aen de Spaensche Carmeliterssen, door die van de domeijnen, vergezelt met commissarissen der Municipaele Administratie, aengeboden; dog van niemand aengenomen geworden, willende liever op genaede van de goede lieden betrouwen; jae hun leven in armoede overbrengen, als in eenige maniere mede te helpen of toe te stemmen in hunnen ondergang en vernietinge. De religieusen der vijf gemelde cloosters, moesten nu, ingevolge de fransche wet der vernietinge, op...... gemeld, hunne huijsen en goeden binnen de 2 decades ofte 20 dagen verlaeten. Denkt eens hoe smertelijk voor de goede religieusen dit zijn moeste, jae denkt eens in wat droefheijd de goede nonnekens van het Tresenclooster zijn moeten, dewelke dit lot voor de 2de reijse gaen onderstaen, en wiens kerke en clooster (in welke zij ao 1790 wedrom herstelt waren) reeds door de mildaedigheijd van verscheijde godsvrugtige inwoonders, zoo treffelijk in staet gekomen was; denkt eens seg ik hoe smertelijk dit voor hun was.
Men sag ondertusschen sedert 25 deser een extract uijt de Gendsche geschiedenisse van P. De Jonghe aengeplakt, behelzende hoe sekeren borger van Gend op 27 Meij 1581, de kerke van St. Pharaildis gekogt, dewelke hij afgebroken en huijsen op de grond gebouwt hadde, dewelke hij ao 1585 aen het capittel zonder vergoeding heeft moeten laeten, breeder in den boek fol. 255 à 258 gemeld. Dit was om het volk dit indagtig te maeken, dat sij wedrom soo vaeren zullen.
Ondertusschen wirden in alle de kerken deser stad novenen van missen en loven ingestelt, om den Almogenden 's lands welvaeren af te smeeken. In alle de kerken der cloosters wirden de goddelijke diensten als voren verrigt, uijtgenomen in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
degene der abdije van St. Michiels, die als hiervoren gesegt gesloten blijft, nogtans daer zijn daer binnen hun gewoonlijke diensten sonder de deuren te openen of te luijden.
Sondag den 27 November smiddags van 1 tot 2, van 4 tot 5 en savonds van 8 tot 10 uren wird met het geluij der klokken en ondertusschen met trompetten langs de straeten afgecondigt, een besluijt van het Uijtvoerend Directorium in dato 24 Brumaire 5de jaer der Republiek aengaende de vernieting der gewesen schattinge en impositien, bestaende in een voorwoord en 4 artikels, die aldus luijden: Art. 1. - De vorige directe impositien in voege in het gewesen Belgenland, bekent onder den naem van: beden, subsidien, grond- en hoofdgeld, twintigstepenningen en alle andere directe impositien van wat slag en benaeming die wesen mogen, zullen niet meer ontfangen nog uijtgeschreven worden, te rekenen van den eersten Vendemiaire 5de jaer, in de Vereenigde Departementen door de wet van 9 Vendemiaire 4de jaer. Den 28 November heeft Dargonne Commissaris der uijtvoerende magt, zig, ingevolge gemeld besluijt naer de accijnsen van bier, wijn, gemael, vee etc. en comptoiren daer men XXste penningen, den Ridderthol en andere zoo stads- als | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
landsregten ontfangt, begeven en die comptoiren doen sluijten; uijtgenomen hetgene van de XXste penningen, welke agterstellen ingevoordert moeten worden. De officiaelen en bediendens als boekhouders, billetschrijvers, ontfangers, zegelaers, knaepen etc. dewelke hunne officien voor groote sommen en af te leven, gekogt hadden, wirden sonder eenige vergoedinge henen gesonden en van hun broodwinninge berooft.
Tenzelven dage zijn de zoogenaemde Bons aen de religieusen der abdijen van St Salvator genaemt Peeter Pots den fondateur derzelve, aengeboden, dog niemand heeft se aengenomen. Dese abdije en kerke begonden door de goede regeringe seer wel in staet te komen, de kerke was onlangs met een seer schoon portael verciert en in hte klooster was het nieuw capittelhuijs, wesende ontrent het ziekhuijs, nog onvolmaekt.
Den 29 November was alhier eene Fransche wet aengeplakt de dato 4 Brumaire 5de jaer (25 8ber laest) waerbij den invoer en verkoop van Engelsche goederen verboden was. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
DecemberDen 2 December smiddags en savonds wird er geluijd over eene victorie in Italien behaelt.
Saterdag 3 December in den voormiddag, zijn de commissarissen naer het clooster der Capucinerssen gekoomen om aldaer den inventaris te maeken. De religieusen weijgerden het slot voor hun te openen, sij gingen henen, maer namiddags weerom gekomen zijnde en andermael willende binnen het clooster zijn, hetwelk de goede nonnekens hun wedrom weijgerden, seffens zijn sij daer met geweld ingebroken en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
aldus binnen het clooster gekomen en aen het opschrijven begonst. Den commissaris van de uijtvoerende magt S.P. Dargonne, Antoine F. Auwers commissaris der policie en Jan Blom, eenen Duits, maer sedert eenige jaeren inwoonder deser stad en alhier getrouwt, Directeur der Accademie van de bouwkunde en alsnu opperbouwmeester gemaekt, hebben sig naer de abdije van St. Michiels begeven om dezelve af te meten, hetwelk den laetsten ook gedaen heeft; zulke metingen zijn alhier en elders in de abdijen en cloosters ook geschied, dog om wat oorzaek is ons onbekent.
Den 4 December Feestdag van de H. Barbara, zijn alhier volgens oude gewoonte twee nieuwe aelmoezeniers gekoosen, te weten: Jonr Carel Ant. Jos. Borrekens, zoon van Mher Joannes Carol. J. Baron Borrekens, die den broeder is van Mher Jacq. Hyac. Borrekens, Riddere, oud-binnen-borgermeester deser stad, en Jonr Petr. J.B. De Bruijn, zoon van Jonr Petr. Mich. Jos. De Bruijn in de Minderbroedersstraet. Smiddags en savonds wird er met het geluij van alle de klokken wedrom eene victorie, in Italien behaelt, aengekondigt.
Den 5 December kwamen de commissarissen in het klooster der Grouwe Zusters in St Annastraet om aldaer den inventaris te maeken, dog dit heeft aldaer geene voordgang gehad en zij zijn henen gegaen.
Den 6 December zijn de religieusen op het onvoorzienst en met geweld, jae met de gewaepende magt uijt de Abdije van Tongerloo in de Kempen, gejaegt. Dese zijn op hunne pastorije bij den Pastoors en elders gaen woonen en aldaer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
gunstigere tijden gaen afwagten; tijden die alle ware vaderlanders wenschen en verlangen. Ten zelven dage smiddags wird er met het geluij van alle de klokken al wedrom eene victorie in Italien gewonnen, aengecondigt.
Den 7 December zijn de commissarissen in het clooster der Cellebroeders den inventaris koomen maeken.
Den 9 December kwamen de commissarissen der policie wedrom alhier in de abdijen en cloosters verbod doen van geene goederen weg te doen of te versteken, en omdat er niets zoude vervoert worden, wirden er in elke abdije en clooster twee persoonen, die sij gardiens noemden, gestelt, aen welke de religieusen logement, kost, drank, vuer en ligt geven moesten, jae daer en boven wird hun nog 30 stuivers dags toegesproken. Het is niet noodig dat ik hier opaele van wat conditie dese persoonen zijn, allen welpeijsenden leser, kan sulks genoegsaem oordeelen uijt de bedieninge die sij waernemen gingen.
Alsoo worden onze geestelijken in de cloosters behandelt; dog het waren sij niet alleen welke geplaegt wirden, maer alle goede borgers hadden hun beurt daer ook van. Onlangs mogt men savonds over de straeten niet gaen sonder voorzien te zijn van eene zoogenaemde Carte de Sûreté, of men wird aengehouden en door de commissaris van policie die daer met eene wagt op ronden, somtijds in den amigo onder het stadhuijs gebrogt. Nu moet men sig van patenten voorzien, men kan sonder dese geen pasport bekomen, nog niemand in rechte betrekken of geene goederen verzenden etc. en daer en boven worden alle eerlijke lieden, de eenen, die nog zijn deel voor hetwelk hij in de gedwonge leeninge gequotiseert | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 228]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
is, niet betaelt heeft met brieven, die de huissiers van den Tribunael Civiel, die men voor onkosten eenen halven kroon geven moet, brengen, gepraemt en selfs met beslagneminge en verkoop der meubelen bedregen; andere die reeds betaelt hadden, worden opnieuw voor eenige honderde, jae sommige wel voor de 3de mael gequotiseert. Zoo gaet het tegenwoordig binnen de stad Antwerpen, en dit wordt vrijheid genoemt. Hoort nog al wat anders.
Den 11 December wirden aen verscheijde inwoonders deser stad brieven thuijs gedraegen, waerbij sij gerequireert wirden van binnen de 24 uren 1.000 pond houllie of gelijk men dit noemt steenkolen voor de soldaeten te leveren in de magazijnen der Leghuijt, op pene van met dobbele logementen belast te worden. Ten zelven dage was er eene fransche weth aengeplakt ten opsigte van de nieuwe in Vrankrijk te muntene kopere specien, in plaetse van degene in circulatie zijn.
Den 13 December was er een besluijt der Centraele Administratie aengeplakt, wedrom ten opsigte der patenten. Geduerig zag men besluijten aengaende de patenten en gedwonge leeninge.
Donderdag 15 December namiddag zijn S.P. Dargonne, commissaris van d'uijtvoerende magt bij de Municipaliteijt, De Liser, Municipaele Commissaris, en andere, vergeselt met eene soldaetewagt in 't clooster der Eerw. P.P. Carmelieten Discalsen gekomen, alwaer aen de religieuse de weth tot vernietinge voorgelezen wird, den inventaris overzien, en de kerk en toren gesloten en versegelt. Het selve gebeurde ten zelven dage ook in de abdije van St Salvator genaemt Peter Pots. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 229]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
De religieusen in alle de cloosters en abdijen hadden ondertusschen bij voorzorg de cieraden der kerken en meubelen van het clooster, zoo veel hun maer eenigsints had moogelijk geweest, gevlugt, hetwelk seer moeielijk was geworden, door dien er in alle cloosters bewaerders gestelt waren, en er de commissarissen der policie geduerig in- en uijtloopen, om sulks te beletten; nogtans de religieusen van 't eene clooster waren stouter en waegden meer als d'andere; jae die van d'abdije van St Michiels, hadden selfs, onder andere, hunne groote klokken en de besonderste van hunnen vermaerden beijaerd, gegoten ao 1655 door Hemonij en met de wapens van Abt Norb. Van Couwerven verciert, niettegenstaende de vervolginge weg en niet sonder groote moeijte en gedaen buijten de abdije in bewaernisse gestelt; jae desen nagt was het lichaem van Vrouwe Isabella de Bourbon, huijsvre van Carel de Stouten, hertog van Bourgogne en Brabant, overleden in dese abdije 26 September 1465, en in de Choor voor den Autaer in eene schoone tombe, van tontsteen gemaekt en met het afbeeldsel van dese princesse daer boven op in koper gevrogt, liggende, verciertGa naar voetnoot(1), begraeven, er uijtgehaelt, omdat hetzelve niet zoude ge- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 230]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
schonden of mishandelt worden meijnende dit elders in bewaernisse te stellen. Maer komende smorgens omtrent 5 uren buijten de kerke en tegenover de korte Vliestege gekomen zijnde, kwaemen er seffens eenige anduijten en andere uijt die straete geloopen, even alof het verraeden was, die de loode kiste alwaer de princesse in besloten was aenvattenden en onder het stadhuijs gedraegen hebben, nemende daer en boven drij van de werklieden gevangen, dog welke na overhoort te zijn losgelaeten wirden.
Vrijdag den 16 December smorgens om 9 uren zijn Dargonne commissaris van de uijtwerkende magt bij de Municipaliteijt, Bardon ex-Curé intru de Bourdeau, commissaris Municipael en den commissaris de police Antoine F. Auwers, met omtrent 30 soldaeten naer gemelde abdije gekomen, sij hebben aen de religieusen, in 't warmhuijs vergaedert zijnde het decreet van vernietinge voorgelezen en gevraegt of sij aen die weth gehoorzaemen wilden met hun huijs en hun geestelijk kleedsel te verlaeten, waerop sij eenpaerlijk neen antwoorden; daer is hun nog tot namiddag uijtstel gegeven. Namiddag is Dargonne en de andere commissarissen wedrom naer dese abdije gekomen, en na den inventaris overzien te hebben, is andermael aen de religieusen aengeseijd van hun huijs en kleedsel te verlaeten, hetwelk zij wedrom geweijgert hebben, dan wilden sij er seffens de religieusen uijt jaegen; maer dese nog een kwaert urs verkregen hebbende, heeft den Eerw. heere Ambrosius Jacobs Prior deser abdije de litanie van O.L.V. van Loretten in 't voorse warmhuijs voorgelesen, uijt welke plaetse sij dan om 4 uren in den namiddag door de gewaepende soldaeten, langs den pand, door het spreekhuijs, over den bascour tot aen de poorte, verder als sij gestouwt wirden gingen sij niet; aen de poorte heeft den officier den sabel in de hand, d'een voor en den | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 231]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
anderen na met den herm op de straet en dus jae op dese wijse zijn sij buijten hun abdije, daer sij hunne beloften gedaen hadden, gejaegt. Sij bleven voor het eersten huijs noordwaerts gemelde poorte staen, daer hun de wagt ook verjaegen wilde; dog bleven daer tot dat ten laetste, bovengemelden heere Prior er ook uijt en op de straet geset was, dan zijn alle de religieusen in de uijterste droefheijd zijnde, op hunne knien gevallen en hebben de benedictie aen hun prior gevraegt, die hij hun gaf. Dit treurig tonneel geschiede onder het aenschouwen van eene groote menigte volk, die zoowel als de ongelukkige religieusen in traenen uijtberstten, huijlden en schreeuwden; jae de kleijne kinderkens selfs schenen hunne droefheijd daer over ook te toonen, schreeuwende al even seer, met een woord de droefheijd was algemeen. Nadat de religieusen uijt geseijde abdije gejaegt waren, zijn de gemelde commissarissen naer het clooster der Eerw. P.P. Carmelieten Discalsen gegaen en hebben dese Paters daer op de zelve wijse tusschen 5 en 6 uren uijtgeset. Ondertusschen tegen den avond om 5 uren zijn de zoogenaemde Bons aen de Religieuse Capucinerssen alhier aengeboden; dog dese goede nonnekens hebben dezelve geweijgert.
Sanderdags den 17 December smorgens omtrent 11 uren is gemelden Dargonne met eenige andere en 50 à 60 soldaeten naer het clooster der Eerwaarde Paters Predikheeren gegaen, aen de trappen van de groote kerkdeur wird seffens eene wagt geset, die niemand langs daer in dezelve kerke komen lieten, dog langs de kleijne deur nevens de Swertsusterstraet, die onbeset was, kwam het volk zoo danig en met hoopen daer ingeloopen, dat het onmooglijk was die te konnen sluijten. De soldaeten wilden het volk van daer verdrijven, maer dit ging niet gemakkelijk, sij bedreijgden van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 232]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
gewelt te zullen gebruijken, dog waren sonder vrees. Vrugteloos waren de poogingen die den Eerw. P. Peltiers Prior van hetzelve clooster, bedugt voor kwade gevolgen aen het volk om hun uijt de kerk te doen vertrekken; het volk was vol woede, sij ontsaegen geene militaire magt, want dirven nog wel op de soldaeten slaen; jae het waeren meestal schippers en beenhouwersgasten en volk van den Gulden Berg en met honderden andere van die soort. De beweginge die hier plaetse had, scheen aen Dargonne met sijnen aenhang wel eenig agterdenken en vreese in te printen, want hij is met sijne soldaeten tegen den noen van daer vertrokken, en naer het clooster van de Beggaerden gegaen, daer het hem beter gelukte. Dese religieusen meijnende aen tafel te gaen, maer werden welhaest genoodsaekt hun clooster te verlaeten, waertegen sij sig en met reden stelden; dog door de militaire wagt wirden sij vol droefheijd en al weenende, op eene schandelijke wijse sonder selfs het noenmael, niettegenstaende het noenmael gereed was, te mogen nemen, langs hunnen hof in de Beggaerdestraet tegenover hunne kerke, uijt hun clooster gedreven. Dit ongelukkig vertoog dede de aenschouwers daer omtrent in groot getal vergaedert zijnde, in traenen uijtbersten.
Ten zelven namiddag om 5 uren zijn de Spaensche Carmelietersen op den Rogier, door Dargonne op dezelve wijse wel met 50 soldaeten uijt hun clooster geset; het was de tweede reijse dat dese nonnekens dit droevig lot onderstonden, de eerste mael ten jaere 1782, onder Keijzer Joseph II, gelijk ik dan op sijne plaetse geboekt heb, en nu door dese vervolgens der Roomsche Catolike Religie. Dese religieusen met hunne voilen omhangen, hebben sig, alle bij en ten huijse van Jonkvrouwe Gertrudis D'henssens woonende tegenover hun clooster, begeven, waer sij, eenigsints getroost | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 233]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
en tot hun selve gekomen zijnde, naer eene groote ledige huijsinge in de Lange Gasthuijsstraete nevens het Maegdenhuijs zuijdwaerts, gebragt zijn, alwaer dese goede nonnekens den Heere in eeuwigheijd dienen en voordeeligere tijden, om eens in hun clooster weder te keeren, afwagten zullen.
Sondag 18 December hebben de Eerw. P.P. Predikheeren hunne kerke wedrom geopend en de goddelijke diensten hernomen, en het was aldaer dat ik dan de 10 ure misse aen St Dominicus Autaer gehoort heb; dog het was droef de gesteltenisse van dese schoone kerke nu ontblood van ornamenten en ciraeden, zoo veel moogelijk gevlugt, te zien. Na middag is er het lof op de gewoonlijke ure gedaen.
Maendag den 19 December smorgens vroeg op de gewoonlijke ure hebben gemelde Paters Predikheeren hunne kerke geopent, maer in den morgent zijn er eene bende soldaeten met slaende trommel, met den Commissaris Dargonne, naer het gemeld clooster gegaen, hetwelk seffens met peerdevolk beset wird; tegen den noen wirde er de religieusen uijtgedreven en -gejaegt, hetwelk op de voorse wijse en met seer groote droefheijd zoo der religieusen als van de aenschouwers geschiedde. De Paters hadden geduerende deze twee dagen in de uijterste armoede en vreese geleeft, de gebueren en goede vrienden hadden aldaer het eten gebrogt.
Maendag 19 December in den morgent is den Eerw. Heere Miliau Provisor der Abdije van St Bernards op de Schelde, woonende alhier in de refugie der zelve abdije op den Oever, daer uijtgehaelt en op het tuchthuijs gevangen geset, omdat hij eenige boeken registers van zijn regiem, die mooglijk elders in bewaernisse gegeven zijn, en welke hij nogtans beloofd hadde, dus geensints geven konde. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 234]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ondertusschen waren de zoogenaemde Bons in gemelde Abdije op 15 dezer maend aengeboden en van alle de religieusen geweijgert geworden.
Ten zelven dage na middag zijn de religieusen der abdije van St Salvator (gesticht door Peeter Pot Ridder) door Dargonne, vergezelt met soldaeten, met slaende trommels, op de bovengemelde weijze uijt hunne abdije geset. Deze evenals alle de andere ongelukkige religieusen zijn genoodsaekt bij hunne ouders, vrienden en andere goede inwoonders eene schuijlplaets te zoeken.
Den 20 December wirden de religieusen van Postel order van Premonstreijt uijt hunne abdije gejaegt.
Den 22 December na middag is Jonr Charles Bertina, jongsten zoon van Jonr Petrus Maria Bertina uijt sijns ouders huijs in de Lange Gasthuijsstraet, gehaelt en op 't tuchthuijs in een kot gevangen geset, omdat hij sig bemoeijt en mede gewerkt hadde aen de loode kiste met het lichaem van Vrouwe Isabella de Bourbon, uijt de tombe in de choor van de kerke der abdije van St Michiels alhier, begraeven, daer uijt te haelen, hetwelk hij gedaen hadde, niet, gelijk sijne aenklaegers seggen, om de Republiek te bestelen, maer om de princesse elders in bewaernisse te stellen, en dus aen alle moetwilligheden te onttrekken, daer dezelve mooglijk in 't vervolg zoude aen blood gestelt konnen worden, gelijk ons de voorbeelden van baldadigheden in andere steden, naementlijk in de kerk der Celestinen tot Heverlé bij Loven, met de lichaemen en overblijfsels van verscheijde der doorluchtige familie de Croij, aldaer in seer schoone en pragtige tombens en met constige epitaphie, marmor van tontsteen en albast begraeven, gepleegt, vreesen deden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 235]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ondertusschen wirden er nog al brieven bij de edele en kooplieden rondgedraegen, waerbij sij gerequireert worden 1.000 pond steenkolen, of de evenweerde in bier of andere dingen daerbij gemeld, binnen de 24 uren in den Leguijt, ten behoeve van het garnizoen, te leveren, op de pene van dobbel logement, dat is, het was bij sommige alsoo 4 man voor 10 dagen te moeten houden. Dit zijn al vrugten der vrijheijd! jae sij doen meerder brengen als er noodig is, aengesien de soldaeten dezelve, even als het den voorlede winter met het brandhout ging, bij de borger te koop aenbieden.
Den 24 Decemberis den jaerlijkschen spijker voor de chijnsen etc. volgens oude gewoonte alhier omgestelt, te weten:
Den 25 December Feestdag van Kersmisse, heeft de groote klokke der Cathedraele volgens gewoonte niet mogen luijden, sulks van wegens de Municipaele bestieringe belet, niet wil- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 236]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
lende dat deze klokke voor den Godsdienst nog zal gebruijkt worden. Sij is dan voortaen maer enkelijk meer geschikt voor victorien en republikaensche feesten aen te kondigen. Daer waeren met dese Hoogtijd in de parochien en in sommige capellekens deser stad, verscheijde bigtstoelen gestelt, alwaer de religieusen van de vernietigde cloosters kwaemen biegt hooren, welke nog staen vermeerdert te worden.
Den 27 December zijn de zoogenaemde Bons wegens de Municipaliteijt bij de Minderbroeders, Capucienen, Augustijnen, Cellebroeders en Minimen aengeboden, dog van niemand aengenomen, de religieusen hebbende zelve eenpariglijk geweijgert.
Op dezen tijde wird de Vuijlruije wedrom gekuijst, hetwelk ten jaere 17......, nog geschied was, en als 't dese reijse niet beter verrigt word als dan, dan zullen er de ingeseten deser stad wier waterloop er in verlaet wijnig voordeel van hebben. Daer was geconcipieert van de andere ruijen ook te laeten kuijschen, veele hadden sulks grootelijks noodig.
Daer was van stadswegen ook bedagt van eene nieuwe kaije nevens de Werf te maeken tusschen den Visverkooperstoren en den Bakkerstoren. Allen het steengruijs dat op de straeten gebrogt wird, moest daer in gevoert worden. |
|