Nieuwe wereld van horen zeggen
Arnoldus van den Berg (1625-1683), die publiceerde onder de Latijnse versie van zijn naam, Montanus, was predikant in Schellingwoude en later rector van de Latijnse School in Schoonhoven. Met zijn religieuze geschriften is hij nooit erg opgevallen. Maar zijn verhalen over verre landen -die hij zelf overigens nooit bezocht had- vielen beter in de smaak. Hij schreef De wonderen van't Oosten ofte de beschryving en oorlogs-daden van Oud en Nieuw Oost-Indiën (1650). Vervolgens richtte hij zich tot het Westen: uit 1671 dateert De nieuwe en onbekende weereld, of: Beschryving van America en't Zuid-land; vervaetende d'oorsprong der Americaenen en Zuidlanders, gedenkwaerdige togten derwaerds. De Universiteitsbibliotheek Maastricht bezit een exemplaar van dit werk, dat afkomstig is uit de boekerij van het Missiologisch Instituut van het ‘Canisianum’, het Theologisch College van de orde der jezuïeten in Maastricht. Het kostbare, want op het grote ‘folio’ formaat papier gedrukte boek (een ‘foliant’), werd uitgegeven door Jacob Meurs, Boek-Verkooper en Plaet-Snyder in Amsterdam.
Het met gravures van Gerardus van Schagen verluchte werk is opgedragen aan ‘Joan Maurits prins van Nassouw’, vanwege diens ‘manhafte dapperheid’ die ‘vermaerde oorlogs - blixems’ als de antieke Romeinse veldheren zelfs overtrof. Johan Maurits van Nassau-Siegen, een neef van de Oranjes, thans nog bekend als bouwheer en naamgever van het Mauritshuis, bekleedde belangrijke militaire functies in de Republiek en was gouverneur van Brazilië tijdens de Nederlandse overheersing van die kolonie. Volgens Montanus was hij in de ‘Nieuwe Weereld’ opgewassen tegen ‘den Spanjaerd’, en ‘voerde 't Evangelium derwaerds’: zijn grootste zegepraal was dat hij ‘verslaegene vyanden’, bekeerde ‘afgooden-dienaers en ongeschikte heidenen’ tot Christus ‘gebragt’ had.
Montanus presenteert een mengsel van officiële geschiedenis, overleveringen en dolle verhalen uit den vreemde. Onder zijn beschrijving vallen gebieden die nu tot de Verenigde Staten behoren, zoals Florida en Virginia; in Zuid-Amerika landen als Brazilië, Mexico, Peru en Paraguay en Caraïbische eilanden als Cuba, Puerto Rico en Bermuda. Bizar zijn de verhalen over de ‘Yguana's’, viervoetige slangen die te vinden zijn op Cuba, waar reizigers zich verwonderen over de aan repen gesneden varkens die in de zon hangen te drogen. Op Puerto Rico -verhaalt Montanus- lopen staartloze gevlekte varkens met de navel op de rug; ze ademen tevens via dit (lucht)gat, waardoor zij al dravend hoge snelheden kunnen bereiken.
De ontdekkingsreizen van ‘Colonus, doorgaens hoewel verkeerdelyk Columbus genaemt’, en van Magalhães, Amerigo Vespucci en Abel Tasman, nemen een voorname plaats in, evenals de verovering van Midden- en Zuid-Amerika