Een woordje vooraf.
In de Ton speelt de drank eene hoofdrol.
En toch lever ik geene zedenpreek.
Ik heb uit het leven om mij heen gegrepen, heb mij niet afgevraagd, of hetgeen ik wilde behandelen te treurig, te zwaarmoedig is. Hetgeen ik zag en voelde, heb ik getracht zoo getrouw en zoo kunstvol mogelijk weer te geven. Jammer, dat de werkelijkheid niet altijd rozenkleurig is.
Waarom voortgaan met den jeugdigen lezer ontgoochelingen te bereiden? Waarom op alle tonen zingen, dat er slechts twee uitkomsten zijn voor degenen, die elkander beminnen: het huwelijk of het graf? Waarom de verliefden leeren wandelen in den maneschijn langs eenzame dreven, en de stem des vleesch laten stom blijven?
Dat én de jongen én het meisje, dat ze beiden het leven inzien, zooals het is, met de wezenlijke poëzie,