Refereinenbundel, Anno 1524
(1930)–Jan van Stijevoort– Auteursrecht onbekend
[pagina 212]
| |
Refereijne CCXLII
| |
[pagina 213]
| |
Lief seijdick ist moeghelick wilt v rasschen
volcht mij op die camer ist v gheuoech
Brenct mit v loghe en daer toe asschen Ga naar voetnoot33
Want ghij moet doch mijn hooftgen wasschen
35[regelnummer]
ic meen ict in langhen soe vuijl en droech
Voerwaer spracse heb ic loghen ghenoech
ick salt thooft handele vingheren en duijmen
Sy stackt in haren scoot en mits dien sij loech Ga naar voetnoot38
hoofden te wasschen waren haer castumen
40[regelnummer]
Ick werde veel lichter dan veeren of plumen
sy beghoot myn hooft / het most syn nat / scoen Ga naar voetnoot41
Neen seijdse ghi en moecht mij soe niet ontruijmen
Ghy moet wat tuuen / het gaet eerst scuijmen
tfy vuijl lodderken soudi mij dat doen Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Daer heefse mij soe mitter loghen begoten
Ga naar margenoot+dat mij die lendenen mochten craken
Die mij ten lendenen quam af ghelopen
Soe groulick dat mij die oghen verscoten
dat ics niet langher en mocht ghemaken
50[regelnummer]
Neen seij sij tmost noch anders raken
soude v de boiuerye begheuen
Ghij most meer vander loghen smaken
tmoet noch al anders sijn ghewreuen
Een wasschen wordt noch op v becleuen
55[regelnummer]
mer ic ontuloot haer als een mat hoen Ga naar voetnoot55
Sulcke wassinghe sou mij doe beuen
Ja seydse sydj my also ontdreuen
tfy vuyl lodderken soudi my dat doen
| |
[pagina 214]
| |
Prinche
Al was ick in sulcken noot
60[regelnummer]
nat totten halse ten was gheen wondere
Ick meen dat ickse oeck begoot
Daer ick lach in haeren scoot
mij niet ontsiende blixem of dondere
Ic hiel mij vroom want sij lach ondere
65[regelnummer]
segghende wilt v op een ander tijt bet thoen
Proift selue en weest der waerheyt een orcondere
Ick en hoorde myn daghe noijt meerder wondere
tfy vuijl lodderken soudi mij dat doen
|
|