Refereinenbundel, Anno 1524
(1930)–Jan van Stijevoort– Auteursrecht onbekendReffereyn LXXXI
| |
[pagina 156]
| |
Al vielen ter erden alle fundamenten
en elc moest sculen in bosschen en haghen
Al ghinghen te niet alle patienten
10[regelnummer]
en dat doncker als die helle worden die daghen
Al souden die ghieren elcs vleysch doerknaghen
al souden alle berghen te gader luyken
Al soude my tverlanghen ter doot toe plaghen
Non fortse mach ick myn lief ghebruijcken
15[regelnummer]
Al souden die vorsschen die snoycken verscueren
al souden die reygher alle vijuers wt pueren
en eten den visch al totten caelen gronde
Al soude die hauicken ewelick trueren
al en souden die valcken niewerts gedueren
20[regelnummer]
noch datmen partrysen noch honden en vonde
Al spraken alle tonghen mit enen monde
of dat alle huysen keerden topperste ondere
Off dat al totten dake int water stonde
of dat al verbernde vanden spaenschen dondre Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Al quame ter werlt het meeste wondre
dat elc van vare moest in een hantscoen duyken
Al quaem al dit lyden daer ic of bin vermondere Ga naar voetnoot27
Non fortse mocht ic myn lief ghebruycken
Al souden die turcken comen int lant
30[regelnummer]
Ga naar margenoot+diet al bedoruen boom bosch ende sant
om tvolc mit wraken hier te quellene
Al riepmen aen alle syden brant Ga naar voetnoot32
of al soudt al verdreuen syn datmen oijt vant
en dat deen den anderen begonst te vellene
35[regelnummer]
Al pijndemen om wtrecht te verstellene
oft om duijnkercken te voiren totter sluijs
of om twitte wter lieden oghen te pellene
of dat alle goide wynen worden veriuijs
| |
[pagina 157]
| |
Al souden alle bloemen worden gruijs
40[regelnummer]
en alle tinnen potten quade eerde cruijken
All worden alle aduocaten befaemt en confuys Ga naar voetnoot41
Non fortse mocht ick myn lief ghebruijken
Prinche
Al souden alle wateren in een vergaeren
en die werlt vergaen binnen seuen jaren
45[regelnummer]
en datmen niewerts sculen mocht dan in craken
Al souden die alle teghen den roncelberch varen
en op plancken driuen die binnen waren
en nemmermeer daer naer te lande geraken
Al en souden sij niet rusten mer ewelic waken
50[regelnummer]
en nieuwers te sculen dan onder shemels pleijne
Al en vondmen gheen spyse dan noeten om smaken
ende niet te drincken dan claer fonteijne
Al waren alle marmaren gemaect soe cleyne
als tsandeken dat inde lucht mach smuyken
55[regelnummer]
Ga naar margenoot+En dat allet gout smoute mit eenen rijme
Non fortse mocht ic myn lief ghebruyken
|
|