Passi, Paesch, en Pinxter gezangen
(1740)–Johannes Stichter– Auteursrechtvrij
[pagina 10]
| |
Stemme: Devote herten.KOmt al tot Iesum die zijt beladen,
Gaat met uw kruysken in zijnen Hof,
Daar zult gy leeren door zijn genaden,
In al uw lijden hem zingen lof.
Het Hooft van Iesus betuynt met dooren,
Is uwen lust-hof in smart en pijn,
Dat uwe zonden alsoo door-booren;
All' uw tormenten niet grooter zijn.
Hoort hem u nooden: Mijn deur is open,
Kom, ô mijn Duyve! vlugt in mijn hart,
Met eene Lancy voor u doorlopen;
Niet meerder wesen kan al uw smart.
Plukt met zijn Moeder aan't Kruys gevonden
De Granadille, die presenteert
U d'instrumenten van al zijn wonden;
Geen meerder droefheyt uw hart passeert.
Met zijn Propheten plukt Tydelosen,
Van zijn goetheyt in al zijn leet,
Dat hem aanbeden om u de boosen;
Geen mensche wesen kan u zoo wreet.
Met zijn Apostels plukt met verlangen,
Van hem te dienen de Sonneblom;
Voor u is hy aan het Kruys gehangen;
Volgt met uw Kruysken den Bruydegom.
Met zijn Discipels leest Violetten,
Van zijn verheven ootmoedigheyt;
Gelijk een wormken hem laat verpletten;
Geen zwaarder kruyssen zijn u bereyt.
Met zijn Doctoren en Martelaren,
Plukt in zijn doornen de Lauwer-kroon:
| |
[pagina 11]
| |
Wilt door het lijden uw ziel bewaren,
Met sinte Steven ziet na den loon.
De schoone Tulpen van al zijn deugden,
Plukt in zijn leven en zwaaren strijt,
Met zijn Belijders, die haar verheugden
In alle ziekten die gy nu lijt.
Plukt met sint Agnes, en al zijn Maagden
De witte Lely van Zuyverheyt,
Die ook zijn Moeder en hem behaagden,
Die by de Lelyen zijn Schaapjens wyt.
Met Magdalena wilt hier vergaren,
Zijn roode Roosjens, de druppels root,
Die uyt zijn Wonden haar openbaren;
Omhelst uw Kruysken ook tot de doot.
Met dese Bloemen laat uyt zijn oogen
Op u neer-daalen den zoeten douw:
Hy zal uw traanen daar na af-droogen,
En dan verblijden naar uw berouw.
|
|