Passi, Paesch, en Pinxter gezangen
(1720)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijNevens de vyfthien mysterien van het Roosen-kransje mitsgaders stichtelijke wereltsche liedekens
Stemme: Roosemont die lag gedooken.
WAerom soud’ ik treurig wesen?
Waerom soud’ ik droevig zijn?
Hoop en troost is al mijn leven,
Jesus is mijn Medicijn:
Ik hoop door zijn vijf wonden root,
Hy my verlost uyt alle nood.
Komt hy dikmaels my beproeven,
Met benaeutheyt, en verdriet,
Ik en sal my niet bedroeven,
Als ik zie zijn liefde vlied;
Hierom neem ik mijnen keer,
Tot Heer Jesus mijnen Heer.
Adieu Werelt vol abuysen:
| |
[pagina 58]
| |
Adieu Menschen ydelheyt,
Og wie sou u mogen prijsen,
Och wie heeft u dit geseyt,
Doen ik meende vast te staen,
Doen zijt gy my af gegaen.
Waerom soud ik u beminnen,
Want gy zijt een valsche schijn,
Luckig zijn die het versinnen,
Want u glorie baert maer pijn,
Hierom neem ik mijnen keer,
Tot Heer Jesus onsen Heer.
Jesus sal my niet begeven,
Als ik ben in eenig noot,
Want hy heeft zijn eygen leven,
Voor my gegeven totter doodt,
Door gracy en liefde fijn,
Hoop ik hem getrouw te zijn.
Princesse laet ons eerst versinnen,
Eer wy komen in den druck,
Van des Werelts loose minnen,
En van alle ongeluck,
Bewaert my Heer in eeuwigheyt,
Tot mijn’er zielen zaligheyt.
|
|