Passi, Paesch, en Pinxter gezangen
(1720)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijNevens de vyfthien mysterien van het Roosen-kransje mitsgaders stichtelijke wereltsche liedekens
Stemme: Amarilli mei a belle, &c.
O Jesu ach mijn schoone!
O Bruydegom van mijn ziel!
Is dit een Kroone,
Een Throon die u beviel?
O Konink tragt gy zulk elend te vinden,
En soekt gy dus u beminde?
Wilt gy ons nooden
| |
[pagina 17]
| |
Door u Bloed, en duysent dooden?
Soete Jesu, soete Jesu, soete Jesu, ô mijn schoone.
Goddelijken Alcides,
Athias die door het Kruys,
Sleutel des Hemels,
En Koning Davids Huys,
Opent de Poorte des Hemels voor u kinderen,
O Sampson! wie zal ons hinderen?
U liefde en krachten,
Gaen boven alle machten,
Soete Jesu, soete Jesu, soete Jesu mijn beminde.
Wie torst hier op zijn schouderen
Soo zwaer een Kruys bereyd,
En kiest dees smerten,
Wat voelt mijn ziel nu leyd?
Ag! ’t is Gods Zoon, hy draegt hier onse schulden,
Siet Mensch! wat Godt wil dulden,
Om uwe sonden,
draegt hy alle dese wonden,
Soete Jesu, soete Jesu, soete Jesu, ô mijn schoone.
|
|