Passi, Paesch, en Pinxter gezangen
(1720)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijNevens de vyfthien mysterien van het Roosen-kransje mitsgaders stichtelijke wereltsche liedekens
Stemme: Repicavam, &c.
SOete Jesus,
Hoe stroomt u heylig bloedt
| |
[pagina 16]
| |
U doorne kroon beschaemt den Roosen-hoet,
Door dees Throoning,
En Krooning,
ô Koning,
Bezweek al wat gedagt of reden heeft,
Soo my niet vonden,
In uwe wonden,
Dat ons ’t leven geeft.
Felle Doornen,
Hoe steekt gy in mijn hert,
Maekt dat mijn hoogmoet hier door nederig wert,
Laet dees smerten,
Vry terten,
Onse herten,
O Jesu, en bewegen tot ootmoedigheyt,
Op dat u pijnen,
Sijn medecijnen,
Tot ons Zaligheyt.
Soeten Jesu,
Laet tog u lijden zijn,
Een troost in alle mijn ellende en pijn,
Hoe beschamen,
U stralen, al t’ samen
Mijn bange ziel,
die eeuwig in droefheyt moet sijn,
Soo zy niet vonde,
In uwe wonde,
Hare medecijn.
|
|