Oude ende nieuwe geestelyke liedekens, op alle de heylige dagen van't gantsche jaar
(1740)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijStemme: Ballet nouveau.O Sura, zuyver Maagt!
Van het Bataviersche bloet,
Die den Heer heeft behaagt
In uw zoberheyt goet,
En nogtans tot d'Armen geree,
In raat en daat in hulp mee;
Schoon dat zy ook hare kost
Met den arbeyt winnen most.
O Stad van Dort draagt roem!
Voornam'lijk gaat dit u aan,
Ziet dit is uwe Bloem,
Die in uw plag te staan,
Weelderig in de deugt en vet,
Met Godes gracy rijk beset,
Daar mee zy heeft uytgewragt
Waar by zy nog wert gedagt.
Ziet daar eens uw Fonteyn,
Die gestadig nog springt op:
Aansiet uw Tempel reyn
Met zijn hoog' steyle top,
Die God op heden nog staan hout,
En by dese Maagt gebouwt,
't Begin uyt haar arme Tas,
Maar g'eynd uyt Godts rijke Kas.
Ach siet des duyvels nijt!
| |
[pagina 92]
| |
Dees Maget die wert gedoot;
De Moorders zijn bevrijt
Door dees Maagt uyt haar noot;
Als uyt een slaap opspringt zy dra,
En brengt d' Moorders nog gena,
En na berouw; 't werk g'-ent,
Reyst van hier in 's Hemels Tent.
|
|