Oude ende nieuwe geestelyke liedekens, op alle de heylige dagen van't gantsche jaar
(1740)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijStemme: Van Cecilia.IK zag een Choor verheven,
Van Maagdekens playsant,
Door Liefden zoet gedreven,
Is 's Hemels Vaderlant,
Om 't Lammeken zy zwierden,
En zongen een Nieuw Liet,
Met Kroonen van Lauwrieren,
Zoo ons Sint Ian bediet:
Man hoort daar niemant zugten,
Het was al vol genugten,
Men zong daar al victory, victoria;
Men gaf daar aan dat Lammeken
d' Eeuwige Gloria.
De Koningin der Maagden
Leyden daar aan den Dans
Die God altijd behaagden,
Met haren Lely-krans:
Cecilia ging speelen,
Op 't Orgel Musicaal,
Haar luyt en zoete Veele
Verheugden dese Zaal;
| |
[pagina 73]
| |
Dorothee hoog gepreesen,
Die moest daar ook by wesen,
Stroyend' uyt haar korfken
Bloemkens om en om
En zong ook een Nieuw Liedeken
Voor haren Bruydegom.
Cath'rina hoog gebooren,
Die zagmen met haar Rat;
Barbara met haar Tooren
Op dese ry ook zat;
Teresia die branden
Door liefde tot den Heer;
Apolonia met haar Tanden,
Verheugden haar zoo zeer:
Ursula met haar Pijlen;
Geertruyda met haar Wijlen;
Margarita die zwierden met haren Draak;
En namen ook met Agnes
In 't Lamm'ken haar vermaak.
Dimphne met hare Keeten
Den helschen draak vast bint;
Martina wilt dit weten,
Van Christus was bemint;
Clara een Maagt verheven,
Van deugden zeer vermaart;
Petronell' in haar leven
Met Iesus was gepaart;
Agatha hoog van Stamme;
Lucia door die vlamme,
Hebbende met Christina,
Wijs ende vroet
Te zamen voor dat Lammeken
Gegeven goet en bloet.
Nu Maagdekens vol eeren,
Wie dat gy bent of zijt,
Gy Bruyd'kens van den Heere,
| |
[pagina 74]
| |
Bemint de Zuyverheyt:
Wilt gy met ons vermaken
In dit geselschap goet?
Zoo moet gy eerst versaken
Natuure, vleesch en bloet:
Wilt gy met ons eens zingen,
En van vreugde op springen,
Blijft aan God uw Bruydegom vast en getrouw
In voorspoet, en in tegensoet,
In blyschap, en in rouw.
|
|