Oude ende nieuwe geestelyke liedekens, op alle de heylige dagen van't gantsche jaar
(1740)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijStemme: Schoonste Bresilida.O Over groot faveur,
Ziet een Ambassadeur,
Een Prins van 's Hemels Hof,
Die komt nu dalen of,
Hy brengt de vreede naar ons wensch,
Spreekt van hooge zaken,
Om 't Huw'lijk te maken
Tusschen God en de Mensch
Den Vorst zijn gulde staf,
Leyt Kroon en Mantel af,
Buygt hèm en valt te voet,
Eer hy de Maget groet;
Den Prins ootmoedelijk hem draagt,
Niet nader derft komen,
Die nooyt plagt te schromen,
Dan voor God en dees Maagt.
Met een nedrig gemoet,
Heeft hy Gods Bruyt gegroet,
Verklaart dat 't eeuwig Woort
| |
[pagina 26]
| |
Uyt haar zou komen voort:
Zy overleyt in haar verstant,
Begost eerst te vreese,
Betrouwde 't kost wesen,
Door Gods mogende hant.
O Maagt zijt niet bevreest,
U zal den Heyl'gen Geest,
Omlommeren u Hert,
Zult baren zonder smert:
Ziet hier de Dienstmaat van den Heer,
U slaag wilt gebieden,
U Woort moet geschieden,
Uw wil zy mijn begeer,
|
|