Oude ende nieuwe geestelyke liedekens, op de heylige dagen van het geheele jaer
(1724)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijDe seven psalmen der penitentie. In rym vervat en uitgeleyt door den E.H.N. Verver. | |
[pagina 67]
| |
Uw' straf nog wat bedwingen.
2. Ontfermt u mijner Heer!
Want siekte slijt mijn leven:
Geneest mijn 'k zijg ter neer,
Mijn kragten mijn begeven.
3. Mijn Ziel is seer ontstelt,
Siet neder, hoort mijn klagten;
Maer Heer! dus hart geknelt
Hoe lang sult gy nog wagten?
4. Keert weder Heer, kom drae:
Kom, kom, mijn Ziel ontbinden:
Ey laet m' om uw' genae,
Mijn saligheyt tog vinden.
5. Wat leyt u aen mijn dood?
Ey lieve, laet mijn leven;
Lof, die uw' naem vergroot,
Nog hel nog doodt kan geven.
6. Mijn sugt my schier versmagt,
Rouw doet de tranen vloeyen,
Die bigg'lend' nagt voor nagt,
Mijn heele Bed besproeyen.
7. Ik voel mijn oog ontstelt
Uyt vreese van u tooren,
En door vyants gewelt
Mijn kragt by na verlooren.
8. Weg sondaers: weg gaet voort
All' die tot boosheyt leyen:
God heeft de stem verhoort
Van mijn weemoedig schreyen.
9. d' Heer heeft genomen aen
Mijn sugten en verlangen:
d' Heer heeft het droevig' getraen
Van mijn gebedt ontfangen.
10. Spijt vyant: Spyt de geen,
Die 't goet niet mogen lyen.
Druypt nu vry schaem-root heen
Die mijn geluk benyen.
|
|