Oude ende nieuwe geestelyke liedekens, op de heylige dagen van het geheele jaer
(1724)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijWijse: De Son aen 't klimmen.
WIe sal 't vertalen, Alle Gods minne-stralen,
Die u hert heeft ontfonken,
Te Mauresa, Wiens spelonken,
g' Hebt besproet, met u bloet,
En ook met een trane-vloet,
Hoe dikmaels heeft u niet,
Des Hemels Koningin gegeven een visiet?
Door haer geleyt hebt gy geschreven,
Door Gods Geest ook aengedreven,
d' Exercitie wiens vertoog,
Is Hemels hoog.
Al sonder roemen, Sullen dees spelonk noemen,
Het Pathmos van groote wonder,
Daer God alles in 't bysonder,
Heeft gestelt, grooten Helt,
Dat gy komen sout te velt,
Met een gantsch Compagny,
Onder de Lely sout vergaren suyver bie,
Om tegen Luther in te varen,
en Gods Kerke te bewaren,
Van dees boose kettery,
En tyranny.
O nieuw Soldaten, O uytverkooren vaeten,
Die Gods naem sult gaen dragen,
Alwaer de Son haer wagen,
Heeft geboeyt, gy u sproeyt,
U yver nog verder vloeyt:
Gy gaet voort tot voor de hel,
| |
[pagina 25]
| |
En weet soo soetjens neer te dalen, evenwel,
Der zielen buyt daer uyt te halen,
In de vangst noopt te falen,
Komen voor haer Vader staen,
Soo rijk gelaen.
Plukt groen laurieren, Komt Loyola vercieren,
Vlegt een kroon, singt victory,
Met volmagt, heeft betragt,
In zijn kinders ook volbragt:
Die nu seer blijdelijk,
Haer palmtacken hem opdragen algelijk,
Maeken een Triumphanten-wagen,
Om ter grorye op te dragen,
Dees Patriarch en Propheet,
Ons noyt vergeet.
|
|