Oude ende nieuwe lof-zangen, die gemeenlyk gezongen worden op de geboorte ons heeren Jesu Christi, van kers-nagt, tot Maria Ligtmisse toe
(1740)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijStemme: Als 't begint.FLuks op de been gy Harders knaapkens,
Komt laat ons t' zaam na Bethlem gaan treen,
Daar leyt den Harder die ons schaapkens,
Wel voor den wolf behoeden zal alleen,
Laat ons met spel en zangen hem begroeten,
Geven lof en eer, aan des Hemels Heer,
Die om onse zonden gekomen is hier neer.
Ziet hier uw herders harten leggen,
Harders, schaapjens, lammertjens en als,
Lieve Moeder Gods laat u geseggen,
Dat wy hem mogen vallen om de hals,
't Kindeken dat schreyt, en wie zal 't stillen,
Of Ioseph sust, of Maria kust,
Nog en is het Lammertjen niet gerust.
O wonder groot verholentheden,
Dat God weent al om een nijdig mensch,
Werpt in een stal zijn teere leden,
Niet uyt bedrog, maar uyt zijn eygen wensch,
't Is hem niet van pijn, nog kou, nog kommer,
Dat hem treuren doet, want hy nog zijn bloet,
Voor al onse zonden uytstorten moet.
O Israël wilt met medogen,
Komen, en vallen hem nu te voet,
| |
[pagina 35]
| |
Weent om u zelfs, en droogt zijn oogen,
Komt en doet boet, van uw zonden vroet,
Vrede sy den mensch, van goeden wille:
Zy ook lof en eer, aan des Hemels Heer,
Die zijn Zoon gesonden heeft op aarden neer.
|
|