Oude ende nieuwe lof-zangen, die gemeenlyk gezongen worden op de geboorte ons heeren Jesu Christi, van kers-nagt, tot Maria Ligtmisse toe
(1740)–Johannes Stichter– Auteursrechtvrij
[pagina 23]
| |
Stemme: Als 't begint.O Herderkens laat uw' Bokxkens en Schapen;
Den grooten Heer, Die 't al heeft geschapen,
Is voor u gebooren,
Die al waart verlooren,
In 't Kribbe gelyet in eenen stal,
O Menschen om Adams val,
Hy wort nu gevonden,
In doekxkens gewonden:
De Moeder en Maget is een:
God Vader is Vader alleen,
Za ras Herderkens op de been:
Herderkens loopt, loopt,
Herderkens loopt, loopt,
Herderkens loopt, loopt,
Herderkens loopt, loopt,
Na, na, na Kindeken teer,
Sus, sus, sus: krijt dog niet meer.
Komt laat ons gaan besoeken, In doeken,
Dat Kindeken teere // Des Werelts Heere,
Die van ons kudden,
Den Wolf zal schudden,
Die voor ons in eene Krimme leyt,
Zoo heeft ons den Engel geseyt:
De Herderkeks zingen,
De Lemmerkens springen,
De Hemel en Aaerde schiep jeugt,
Zij zingen Gods Glorie en deugt,
Aan de menschen peys en vreugt:
Kindeken slaapt, slaapt,
Kindeken slaapt, slaapt,
Kindeken slaapt, slaapt,
Kindeken slaapt, slapt,
Na, na, na Kindeken teer,
| |
[pagina 24]
| |
Sus, sus, sus: krijt dog niet meer.
Maar eer wy gaan al d'ander op wekken,
En eer wy van hier naar Bethlehem trekken,
Wat zullen wy geven,
Om niet te beven,
In desen zeer langen koude nagt,
Zoo dient hem een beddeken zagt,
Zoo 't krijten zal willen,
Wy zullen het stillen,
En paayen met speelen en zank,
En fluyten den heelen nagt lank,
zullen 't zoenen met zoet geklank,
Zingen na, na, na:
Zingen na, na, na:
Zingen na, na, na:
Zingen na, na, na:
Na, na, na Kindeken teer,
Sus, sus, sus: krijt dog niet meer.
|
|