Oirsaeck der onduytsche vvoorden die in desen handel ghebruyckt sullen vvorden.
Alsoo wy int begin deser Wisconstighe ghedachtenissen voor ons genomen hadden alles in plat Duytsch te beschrijven, en dat nochtans dese Bouckhouding tegen sulck voornemen met veel onduytsche woorden ghemengt is, soo sal ick eer wy totte sake commen daer af mijn redenen verclaren.
Tis te weten dat ick eerst Duytsche woorden ghestelt hadde in plaets der onduytsche, als Debet, Credit, Debiteur, Crediteur, Balance, Iornael, Finance, Domeine, met diergelijcke: Maer want sijn Vorstelicke Genade het bouckhouden geleert hebbende, daer na oirboir verstont en besloot, sijn rekeninghen van Domeinen in bouckhoudersche stijl te doen vervaten, hy ghebruyckte daer toe de ervarentste en bequaemste Bouckhouders diemen crijghen conde: Maer want sy de boveschreven ghemeene onduytsche woorden ghewoon waren, ghelijck oock meest al de ghene daer hy vande stof des bouckhoudens me spreken wilde, soo soude die verandering inden anvang haer swaricheyt gehadt hebben, inder voughen dat wy om sulcke redenen, besloten voor t'eerste by het boveschreven onduytsch gebruyck te blijven.