Cort begryp deses derden bovcx.
OM de somme van desen te verclaren, soo staet te ghedencken dat de Dvvaelders tvveederley loop hebben, d'een in lang de, de ander in breede: Angaende de langdeloop, die sal hier vvisconstelick bevvesen vvorden met stelling eens roerenden Eertcloots t'selve besluyt te crijgen, datse met stelling eens vasten heeft, alleenelick daer in verschillende, dat t'ghene mette stelling eens vasten voor vreemt en met vervvondering anghesien vvort, deur d'ander sonder vvonder is, als gegront sijnde op t'gene vvesentlick inde natuer bestaet. Vyt het voornomde bevvijs, te vveten dat d'een en d'ander stelling een selve besluyt voortbrengt, saldese beschrijving seer cort vallě, vvant ick op dese roerende stelling geen nieuvve vvercstucken maken en sal van t'vinden der Hemelloopsche dinghen, maer voor gemeene regelnemen, dat al t'gene ons vande lang deloopinde daet voorvalt te berekenen, gedaen sal vvorden deur de vverckstuckengegront op stelling eens vasten Eertcloots, en beschreven inde voorgaende tvvee eerste boucken: Ick sal oock in een besonder voorstel verclaren mijn gevoelen, vvaerom ick sulcke vvercking gedaen op een oneygen stelling, voor bequamer houde dan die op de eygen vvaregegront is. Na de lang deloop sal de breedeloop volgen, die ick oock met d'een en d'ander stelling een selve besluyt voortbrenghende beschrijven sal.
Dit inhoudt intgemeě soodanich sijnde sal vijf onder scheytsels hebben. Het eerste van der Dvvaelders Hemelě gedaente, so veel noodich schijnt tot verclaring haers loops met stelling eensroerenden Eertcloots. Daer na sullen volgen drie onder scheytsels vande langdeloop der Dvvaelders met stelling eens roerendě Eertcloots: Te vveten het tvveede vandě Eertcloot: Het der de vande Maě: Het vierde van Saturnus, Iupiter, Mars, Venus, en Mercurius. Daer na salvolgen t'laetste onderscheyt des breedeloops met stelling eens roerenden Eertcloots.