Derde lidt vande clootsche driehovcken sonder ghegheven bekende rechthouck of sijde van 90 tr.
8 Werckstvck. 39 Voorstel.
VVesende bekent des clootschen driehoucx scheefhouck met tvvee sijden een onbekenden houck begrijpende: De derde sijde met d'ander tvvee houcken te vinden.
De drie bekende palen sijn int ghemeen gheseyt van deser ghedaente.
In welcke form, volghende breeder verclaring van dies ghedaen int merck voor het 32 voorstel, de ghetippelde booch des houcx C den ghegheven bekenden scheefhouck beteyckent, de ghetippelde boghen A B, A C bedien de twee bekende sijden den onbekenden houck A vervanghende: B is den onbekenden houck die de onbekende sijde B C gheraeckt: Ende want wy dese vier palen C, A B, A C, B, int volgende dickwils noemen moeten, so sullen wy die cortheytshalven mette voorschreven letteren A,B,C, beteyckenen.