Dialectike ofte bewysconst

Definitie XXXIX.

Der Derder Soorten, sijn Ses Manieren, welcker Eerste heeft Propositien A, A, I; de TweedeE.A.O; de Derde I, A, I; de Vierde A, I, I; de Vyfde O, A, O; de Seste E, I, O.

[p. 41]

Verclaringhe.

	{ A Alle Crabbe loopt opt Landt,
Eerste Maniere.	{ A Alle Crabbe is Visch,
	{ I Eenighe Visch dan loopt opt Landt.

	{ E Gheen Coper en is Quicsilver,
Tweede Maniere.	{ A Alle Goper is Metael,
	{ O Enich Metael dan en is geen Quicsilver.

	{ I Eenich Metael is Goudt,
Derde Maniere.	{ A Alle Metael is Lichaem,
	{ I Eenich Lichaem dan een is Goudt.

	{ A Alle Mensche is het Ongheluck onderworpen,
Vierde Maniere.	{ I Eenich Mensche is Coninck,
	{ I Eenich Coninck dan is het Ongheluck Onderworpen.

	{ O Eenighe Oirloghe en moetmen niet Ontloopen,
Vyfde Maniere.	{ A Alle Oirloghe is Verdriet,
	{ O Eenich Verdriet dan en moetmen niet Ontloopen.

	{ E Gheen Yser en is Goudt,
Seste Maniere.	{ I Eenich Yser is een Keten,
	{ O Eenighe Keten dan en is geen Goudt.