| |
Hilversum
Hoofdplaats van het Gooi, ontstaan in de 10de eeuw en voor het eerst vermeld in 1305. In 1424 werd Hilversum als zelfstandig dorp afgesplitst van Laren. De driehoekige vorm van dit - tot 1840 bescheiden - esdorp werd bepaald door de Groest, Langestraat en Kerkstraat, met daaraan aansluitend enkele driehoekige brinken. In de 16de eeuw werd de wolspinnerij belangrijk voor Hilversum als huisnijverheid. Via de als Gooisevaart verlengde 's-Gravenlandse Vaart kreeg Hilversum vanaf circa 1650 verbinding met Amsterdam. Het dorp had te lijden van oorlogsgeweld (1629, 1672) en dorpsbranden (1725, 1766). In de 18de eeuw ontstonden in het dorp bloeiende laken- en tapijtweverijen. Een belangrijke economische impuls vormde de aanleg van de Oosterspoorweg Amsterdam-Amersfoort met een aftakking naar Utrecht (1874). De Gooise Stoomtram verbond Hilversum vanaf 1882 met Amsterdam. Hilversum werd hierdoor een centrum voor recreatie en toerisme. Van belang was ook de vestiging van het ‘Eerste Nederlandse Herstellingsoord’ (1875) op de Trompenberg.
Aan de westzijde van de dorpskern vond een niet-planmatige uitbreiding plaats, al snel gevolgd door de planmatige ontwikkeling van villaparken. Ten westen van het spoor ontstonden de wijken Boomberg (1876), Suzannapark (1879) en Ministerpark (1897). Meer noordelijk kwamen ruimere villaparken tot stand als
Hilversum, Binnenstad
1 | (Herv.) Grote Kerk (p. 363) |
2 | (Oud-Kath.) Vituskerk (p. 363) |
3 | R.K. St.-Vituskerk (p. 363) |
4 | R.K. kerk O.L.-Vrouwe Onbevlekt Ontvangen (p. 364) |
5 | R.K. H. Hart van Jezuskerk (p. 364) |
6 | Geref. kerk Torenlaan (p. 364) |
7 | Bethelkerk (p. 364) |
8 | Evang. Luth. kerk (p. 364) |
9 | Tesselschadekerk (p. 364) |
10 | kerk Vrije Evang. Gemeente (p. 364) |
11 | Geref. kerk Perkstraat (p. 364) |
12 | Doopsgez. kerk (p. 364) |
13 | Synagoge (p. 364) |
14 | oude raadhuis (Goois Museum) (p. 365) |
15 | postkantoor Kerkbrink 2 (p. 365) |
16 | postkantoor Kerkbrink 16 (p. 365) |
17 | Politiepost (p. 365) |
18 | Raadhuis (p. 365) |
19 | Kantongerecht (p. 365) |
20 | bewaarschool De Kindertuin (p. 365) |
21 | openbare lagere D. Jordanschool (p. 365) |
22 | R.K. lagere school Koninginneweg (p. 365) |
23 | Pampediaschool (p. 365) |
24 | school Neuweg (p. 365) |
25 | R.K. Alberdingk Thijm College (p. 366) |
26 | openbare lagere Multatulischool (p. 366) |
27 | societeit De Unie (p. 369) |
28 | Vereenigingsgebouw (p. 369) |
29 | bondskantoor Ons Gebouw (p. 369) |
30 | café Dudok (p. 369) |
31 | Grand Hotel en Theater Gooiland (p. 369) |
32 | VPRO-villa De Lindenheuvel (p. 370) |
33 | VARA-studio (p. 370) |
34 | AVRO-studio (p. 370) |
35 | KRO-studio (p. 370) |
36 | Stoomzuivelfabriek (p. 371) |
37 | Station (p. 371) |
38 | Tramstation (p. 371) |
39 | Kiosk (p. 371) |
| |
| |
Trompenberg (1875, uitbreiding 1880), Nimrodpark (1899), Kannesheuvelpark (1902), Diergaardepark (1904) en de Indische Buurt (1905). Aan de zuidoostzijde ontstond villabebouwing langs de Emmastraat, Nassaulaan, Soestdijkerstraatweg en Utrechtseweg. Ook werden hier de villaparken Heideveldpark (1903), Alexanderpark (1904) en 't Hoogt van 't Kruis (1913) ontwikkeld. Behalve textielfabrieken vestigden zich ‘over het spoor’ in Hilversum ook andere takken van nijverheid (margarinefabriek, kartonnagefabriek, haardenfabriek, drukkerij). In de buurt ontstonden de bijbehorende arbeiderswijken.
In 1918 kwam de Nederlandse Seintoestellen Fabriek (NSF) tot stand aan de Groest. Kort daarop werd de ‘Hilversumse Draadlooze Omroep’ opgericht, die in 1923 zijn eerste programma uitzond. Sindsdien is Hilversum de ‘omroepstad’ van Nederland. Aan de westzijde werd een nieuwe haven aangelegd (1934-'36), die via het Hilversums kanaal met de Vecht in verbinding staat. Aan de zuidzijde ontstonden het sanatorium ‘Zonnestraal’ (1928-'31) en een sportvliegcentrum (1939). W.M. Dudok - aangesteld in 1915 als directeur van Publieke Werken en van 1928 tot 1954 werkzaam als gemeentearchitect - heeft sterk zijn stempel op de stad gedrukt. Samen met J.F. Groote stelde hij in 1933 een uitbreidingsplan op, waarvan de laatste delen pas in 1954-'64 tot stand zijn gekomen. Na de Tweede Wereldoorlog is de binnenstad gesaneerd (‘Het Kernplan’; 1946, Dudok) en heeft men een winkelcentrum gebouwd (‘Hilvertshof’; 1973). Ook de aansluiting op de nieuwe wijken is verbeterd (Structuurplan; 1962, aangepast 1971). Met de aanleg van de zuidelijke ringweg (1970) werd de wijk Kerkelanden (vanaf 1966) ontsloten en in het noorden bij Bussum verrees vanaf 1978 de Hilversumse Meent.
De (Herv.) Grote Kerk (Kerkbrink 4) [1], oorspronkelijk gewijd aan St. Vitus, is een zaalkerk met een toren van drie geledingen met balustrade en achtzijdige spits. Deze laat-gotische toren stamt uit 1481. De kerk werd door brand verwoest in 1629 en in 1766. Ter vervanging van de te klein geworden kerk verrees in 1890-'91 naar een rijk neorenaissance-ontwerp van J. Wolbers de huidige kerk met bijgebouwen en een ingang aan de oostzijde. Na een brand in 1971 is het interieur van de kerk in 1976 in modernistische stijl herbouwd en heeft men de in 1825 verwijderde torenbalustrade hersteld. Tot de inventaris behoren een uit Amsterdam afkomstige preekstoel (17de eeuw) en een door W. Rütter voor de R.K. St.-Jozefkerk te Gouda gebouwd orgel (1854).
Bij de kerk staat het voorm. catechisatielokaal (Oude Torenstraat ong.), een gepleisterd neoclassicistisch gebouwtje uit circa 1860.
De (Oud-Kath.) Vituskerk (Melkpad 12) [2] is een grote driebeukige basilicale kruiskerk met vieringkoepel. De voorgevel heeft twee geledingen met dorische en ionische zuilen en wordt bekroond door een fronton. Deze kerk verrees in 1887-'89 naar een ontwerp in eclectische neobarokke vormen van P.A. Weeldenburg. Het Christusbeeld in de voorgevel werd vervaardigd door S. Miedema.
Het rijke interieur wordt gedekt door tongewelven en is voorzien van zuilen, pilasters en hoofdgestellen van stucwerk. Het interieur is na een brand in 1958 gerestaureerd. Het door Th. Bates gebouwde koororgel (1835) is afkomstig uit het Engelse Norfolk (GB) (geplaatst 1977).
De pastorie (Melkpad 14) dateert eveneens uit 1889 en heeft net als de kerk natuurstenen hoekblokken en vensteromlijstingen.
Hilversum, (Oud-Kath.) Vituskerk
De R.K. St.-Vituskerk (Emmastraat 5) [3] is een vijfbeukige basilicale kruiskerk voorzien van een vijfzijdig gesloten koor met kooromgang en een hoge toren van vier geledingen met hoektorentjes en achtzijdige spits. Deze neogotische kerk kwam in 1891-'92 tot stand ter vervanging van een kerk uit 1843. Het ontwerp van P.J.H. Cuypers is geïnspireerd op de Franse gotiek en is verder uitgewerkt door J.Th.J. Cuypers. De bouw stond onder leiding van K.P.C. de Bazel. Opvallend is de rijke architectuur van de rondom met topgeveltjes en dwarskapjes verhoogde lichtbeuken. Alle gevels zijn verlevendigd met banden en vensteromlijstingen in gele bakstenen. De toren is na een brand in 1914 hersteld en voor het laatst gerestaureerd in 2003-'06.
Het interieur wordt gedekt door houten kruisribgewelven (hoofdbeuken) en door stenen gewelven (zijbeuken, viering en koorsluiting). Verder is het interieur verrijkt met kleurig baksteenwerk, een triforiumgeleding en natuurstenen pijlers met colonnetten en bladkapitelen. Tot de neogotische inventaris behoren een zandstenen hoogaltaar, een Mariaaltaar en een Jozefaltaar, alle ontworpen door F.W. Mengelberg (1891-'94). Het atelier Cuypers-Stoltzenberg leverde het St.-Vitusaltaar (1895). Uit de oude kerk komen het door L. van den Brink gebouwde orgel (1859), het doopvont (1860) en de kruiswegstaties van A. Brouwer (1861). De gebrandschilderde
Hilversum, R.K. St.-Vituskerk
| |
| |
Hilversum, R.K. kerk O.L. Vrouwe Onbevlekt Ontvangen, plattegrond
ramen in het koor (1892, ontwerp J. Klein) en transept (1899-1901) zijn van atelier F. Nicolas; die in het schip (1940-'41) zijn vervaardigd door H.C. Jonas en die in de Mariakapel (1945) door R. Kimpe.
De voorm. pastorie (Emmastraat 7), nu parochiehuis, is een tegen de kerk aangebouwd herenhuis uit 1892, ontworpen door P.J.H. en J.Th.J. Cuypers in dezelfde stijl als de kerk, maar met een geveltop in chaletstijl.
De R.K. kerk O.L.-Vrouwe Onbevlekt Ontvangen (Koninginneweg 40) [4] is een driebeukige basilicale kruiskerk met vijfzijdig gesloten koor, dakruiter en een voorgevel met ingangsportaal en twee ranke traptorens. Deze neogotische kerk verrees in 1909-'10 naar ontwerp van W. te Riele en is geïnspireerd op de Amsterdamse Vondelkerk. Restauraties zijn uitgevoerd in 1990 en in 2005 (P.D. van Vliet).
Het interieur heeft een centraliserende plattegrond dankzij het zich ter plaatse van de viering tot een zeshoek verwijdende middenschip. Tot de inventaris behoren een door B. Pels gebouwd orgel (1926) en kruiswegstaties van J. Dunselman (1926). De gebrandschilderde ramen zijn vervaardigd door atelier F. Nicolas (1911) en M. Weiss (circa 1960).
De R.K. St.-Clemens Maria Hofbauerkerk (Bosdrift 55) is een driebeukige pseudo-basilicale kruiskerk met recht gesloten koor en een dakruiter. Deze kerk in neoromaans-Byzantijnse stijl werd in 1913-'14 gebouwd naar ontwerp van Jac. van Gils en in 1921-'22 aan de voorzijde met twee traveeën uitgebreid (J.Th.J. Cuypers). Boven de ingang zit een timpaan met muraalglasschildering van M. Weiss (circa 1960). Het interieur in neoromaanse vormen is uitgevoerd met brede scheibogen en een afwisseling van schoonmetselwerklagen met witte banden. Het orgel is gebouwd door G.F. Steinmeyer (1923).
De R.K. H. Hart van Jezuskerk (P.J.H. Cuypersplein 5) [5] is een driebeukige basilicale kerk voorzien van een achtzijdig vieringgedeelte met lagere transeptarmen. De zware toren van twee geledingen met forse vierzijdige spits wordt geflankeerd door breed uitgebouwde kapellen. De kerk kwam in 1927-'28 tot stand naar een ontwerp in traditionalistische vormen van H.W. Valk. Afkomstig uit de Amsterdamse Catharinakerk is het Van Dam-orgel (1826, geplaatst 1934) met orgelkast naar ontwerp van N. Andriessen (1934).
Overige kerken. De driebeukige voorm. Geref. kerk (Torenlaan 25) [6], opgetrokken in 1896 naar een ontwerp met neorenaissance-elementen van D. Kuiper, huisvest een uitgeverij. De Bethelkerk (Zadelstraat 3) [7], nu ‘Silo-kerk’ genoemd, is ontstaan uit een in 1898 door de Vrije Evang. Gemeente begonnen bewaarschool, die werd vergroot in 1901 en ingrijpend verbouwd tot kerk in 1923. Een expressionistische kruiskerk met deels ingebouwde toren is de Herv. Diependaalse kerk (Diependaalselaan 138; 1925, D.A. van Zanten). Eveneens expressionistisch, met een deels ingebouwde toren, is de Evang. Luth. kerk (Bergweg 6-6a; 1923, J. Dullaart) [8], waarvan de puntgevel natuurstenen schouderstukken heeft in de vorm van gebeeldhouwde zwanen. Deze kerk bevat een Weidtmann-orgel (1750). Expressionistische details vertoont de Tesselschadekerk (Tesselschadelaan 17; 1927, B.H. Bakker en H. Bunders) [9], van de Ned. Prot. Bond. Tot appartementen verbouwd is de voorm. R.K. St.-Josephkerk (Pelikaanstraat 32), een grote driebeukige kerk in gele baksteen met lage dwarsbeuken en een terzijde geplaatste toren. Deze in 1935-'36 gebouwde kerk is een traditionalistisch ontwerp van N. Andriessen. Traditionalistische vormen hebben ook enkele zaalkerken, zoals die van de Vrije Evang. Gemeente (Taludweg 35; 1930, A.D.R. Blok) [10], de huidige Koninkrijkzaal van de Jehova's Getuigen (F. Halslaan 53-55; circa 1930), de huidige Geref. kerk (A. Perkstraat 4a; circa 1935) [11] en de Doopsgez. kerk (Boomberglaan 14; 1940, M. Bakker) [12]. Een functionalistisch ontwerp met kubusvormige volumes toont de Nieuw Apost. kerk (J. Geradtsweg 113-115; 1937, B.H. en C.M. Bakker.), gebouwd als ‘Vereenigingsgebouw voor de Hersteld Apostolische Gemeente’.
Van na de Tweede Wereldoorlog dateert de (Geref.) Westerkerk (Fr. van Eedenlaan ong.; 1955-'56, D. Egberts), een traditionalistische zaalkerk met ranke toren. Naoorlogse gebouwen in functionalistischer vormen en met betonnen gevelelementen zijn de (Chr. Geref.) Rehobothkerk (Kleine Drift 63a; 1959, H. Geels), met honingraatvormig glasfront, en de (Chr. Geref.) Pniëlkerk (Van Ghentlaan 47; 1960, C. Trappenburg). Ontworpen met kubische bouwvolumes en vrijstaande torens is de R.K. Verrijzeniskerk (De Kupstraat 1; 1961-'62, H.M. Koldewey). De synagoge (Laanstraat 30) [13] is in 1968 in functionalistische stijl gebouwd naar ontwerp van P. Hartman ter vervanging van een sjoel aan de Zeedijk (1789).
| |
| |
Het oude raadhuis (Kerkbrink 6) [14] kwam in 1882 tot stand naar een neorenaissance-ontwerp van J. Rietbergen. Daarbij behield men muurwerk van het na brand (1766) in 1768 herbouwde rechthuis. Het gebouw heeft een gebosseerd souterrain, een dubbele bordestrap naar de bel-etage en een middenrisaliet met klokkentorentje. In het pand bevinden zich sinds 2005 het Museum Hilversum en de V.V.V. Dat jaar is aan de achterzijde een moderne uitbreiding verwezenlijkt (H. Ruijssenaars).
Postkantoren. Het voorm. postkantoor Kerkbrink 2 [15], gebouwd in 1888 in neorenaissance-stijl, werd in 1904 verbouwd tot woon- en winkelpand. Het nieuwe postkantoor uit 1902 heeft men in 1940-'43 vervangen door het huidige postkantoor Kerkbrink 16 [16]. Dit met kalksteenplaten beklede tweelaagse gebouw met lange vleugel aan de Torenlaan is een functionalistisch ontwerp van F.E. Röntgen.
De voorm. politiepost (Kleine Drift 17) [17], een door siermetselwerk opvallend gebouw met hoge schoorstenen en een paraboolvormige ingang, werd in 1919 gebouwd naar een expressionistisch ontwerp van W.M. Dudok. Het was tot 1934 als zodanig in gebruik.
Het huidige raadhuis (Dudokpark 1) [18] verrees in 1927-'31 in kubistischexpressionistische stijl en wordt beschouwd
Hilversum, Raadhuis
als het belangrijkste werk van W.M. Dudok. De in gele baksteen uitgevoerde blokvormige bouwdelen zijn gegroepeerd om twee binnenhoven. Daklijsten, luifels en vensterstroken vormen sterke horizontale accenten. De lichtgele verblendsteen heeft een brede, schuin afgesmeerde, lintvoeg (Dudokvoeg). Aan de vijverzijde rijst een toren op. Het raadhuis is gerestaureerd in 1989-'96 (G.W. van Hoogevest). Inwendig zijn de wanden en vloeren afgewerkt met marmer. De Burgerzaal en de Raadzaal hebben hun oorspronkelijke functie behouden en de laatstgenoemde bezit ook nog de inrichting van Dudok. De gebrandschilderde ramen in het trappenhuis zijn van J. Nicolas. Het omringende park met vijver is in 1931 aangelegd naar plannen van J.H. Meijer.
Het kantongerecht ('s-Gravelandseweg 59) [19] is een op een natuurlijke verhoging gelegen T-vormig gebouw, tot stand gekomen in 1965-'67 ter vervanging van een kantongerecht uit 1879. Het functionalistische ontwerp van J.J.M. Vegter omvat een op betonnen kolommen geplaatst bouwdeel met een in het midden ingesnoerde voorgevel en aan de achterzijde een kantorenvleugel. Scholen. De voorm. Hogere Burger School (Jonkerweg 31), nu ‘A. Roland Holst College’, verrees in 1903 naar een neorenaissance-ontwerp van P. Andriessen met rationalistische elementen en tegeltableaus (gerestaureerd na brand in 1993). Uit 1903 dateert ook de in neoromaanse stijl ontworpen R.K. Aloysiusmavo (Pr. Bernhardstraat 160). In opdracht van de dames N.E. Mulert en G.J. Thomassen kwam in 1904 de bijzondere lagere Godelindeschool (Mozartlaan 6) tot stand naar een ontwerp in ‘Um 1800’-stijl van J.W. Hanrath (uitgebreid 1919 en 1928). De Kindertuin (Dudokpark 10) [20] is een in 1905 naar ontwerp van M.A. Poel gebouwde villa met jugendstil-details, waarin een bewaarschool - de ‘Wilhelmina-Fröbelschool’ - met twee leslokalen en een speelzaal werd ondergebracht. Uit 1906 dateert de tweelaagse voorm. openbare lagere D. Jordanschool (Geuzenweg 84) [21]. De voorm. R.K. St. Ludgerus Kweekschool (Oude Amersfoortseweg 79-79a), een U-vormig gebouw in sobere neorenaissance-stijl met internaat en kapel, verrees in 1908-'09 naar plannen van H. Nieuwenhuijsen. In 1921-'22 werd de kapel vergroot. Na de sluiting van het internaat (1972) heeft de Evangelische Omroep dit bouwdeel betrokken en na 1980 ook het schoolgedeelte. Sobere neogotische details vertoont de R.K. lagere school Koninginneweg 42 (1913) [22]. Met rationalistische details uitgevoerd is het voorm. Gymnasium (Schuttersweg 26;
1913).
Hilversum heeft veel expressionistische schoolgebouwen. Uitgevoerd met details in die stijl is de forse Pampediaschool (Larenseweg 28a; circa 1920) [23], opgezet met vooruitspringende ingangs- en hoekpartijen. Hetzelfde geldt voor het ontwerp van het voorm. schoolgebouw Neuweg 31 (circa 1920) [24]. Expressionistische elementen vertonen de siermetselwerktopgevels van de hoekpartijen van het voorm. Chr. Lyceum in 't Gooi (Lage Naarderweg 45-47; 1920, J.L. van der Bom). Dit pand is in 1970 betrokken door de TROS en uitgebreid in 1998 (P.J. de Clerq Zubli). Sober expressionistisch van vorm zijn de voorm. Gooise Huishoudschool (Vermeerlaan 13; 1921, B.H. en C.M. Bakker) en het schoolgebouw Van 't Hoffplein 2 (1929, J.Ph. Wormser en B.E. Wentink). In zakelijk-expressionistische stijl ontwierp N. Andriessen de in 1928-'29 gebouwde R.K. lagere scholen Kamerlingh Onnesweg 2 en C.
| |
| |
Hilversum, Snelliusschool (1995)
Drebbelstraat 64. In 1937 volgde naar zijn ontwerp het R.K. Alberdingk Thijm College (Emmastraat 56; 1937) [25] voor middelbaar onderwijs. Dit zakelijk-expressionistische gebouw heeft een karakteristiek open portiek met glazen ingangspui.
Architect W.M. Dudok heeft een sterk stempel gedruk op de Hilversumse scholenbouw. Een vroeg ontwerp was de Rembrandtschool (Rembrandtlaan 30; 1919-'20), een gecombineerde Muloen handelsdagschool. Dit T-vormig gebouw bestaat uit kubusvormige volumes met expressionistische details. Hij ontwierp ook de glas-in-loodramen van het trappenhuis (gerestaureerd 2000). Vervolgens ontwierp hij diverse openbare lagere scholen in de voor zijn werk kenmerkende zakelijk-expressionistische stijl met strokenvensters, geglazuurde onderdelen, stalen ramen en verticale accenten. Voorbeelden hiervan zijn de Dr. H. Bavinckschool (Bosdrift 21; 1921-'22) en de Vondelschool (Schuttersweg 36; 1927-'29). Enkele van zijn scholen hebben ver overstekende dakranden en halfronde bouwdelen, zoals de Julianaschool (Eikbosserweg 166; 1926-'27), de Ruysdaelschool (Ruysdaellaan 6; 1928) en de Lorentzschool (Lorentzweg 135; 1930), voorheen Valerius- en Marnixschool genoemd. De eenlaagse Nienke van Hichtumschool ('s-Gravesandelaan 56; 1931-'32), een voorm. kleuterschool, valt op door de uitkragende lange vensterstroken. De uit tweelaagse vleugels bestaande voorm. Snelliusschool (Snelliuslaan 10; 1931, uitgebreid 1933) was bestemd voor openbaar Mulo-onderwijs en is nu in
Hilversum, Fabritiusschool (1988)
gebruik als kantoor. Meer in lijn met het Gooise karakter van de Hilversumse architectuur ontwierp Dudok ook enkele openbare lagere scholen met schilddaken, zoals het gebouw Minckelersstraat 36 (1925), de Nassauschool (Merelstraat 45; 1927-'28) en de voorm. Multatulischool (Sumatralaan 40; 1930) [26], nu Geref. basisschool ‘De Wegwijzer’. Het mooiste voorbeeld is echter de gepleisterde en met riet gedekte Fabritiusschool (Fabritiuslaan 52; 1926).
Woonhuizen. Tot de weinige restanten van de oude dorpsbebouwing behoort het 18de-eeuwse diepe huis Groest 59 met tuitgevel. Eveneens uit de 18de eeuw stamt het pand Laanstraat 33, waaraan in de 19de eeuw in U-vorm de gepleisterde eenlaagspanden Laanstraat 35-37 zijn toegevoegd. Andere voorbeelden van diepe huizen met tuitgevel zijn Herenstraat 67 (midden 19de eeuw) en de gepleisterde panden Herenstraat 45 (circa 1880) en Kampstraat 16 (circa 1900), het laatstgenoemde pand met siermetselwerk.
De oudste Hilversumse villa is het Huis met de Pilaren (Peerlkamplaan 18-20). Dit neoclassicistische gebouw met hoekrisalieten en dorische zuilenportico werd in 1836 - mogelijk naar plannen van J.D. Zocher jr. - gebouwd voor J. van der Linden. In 1881-'82 liet Chr. van Lennep het huis afbreken en op de huidige plaats herbouwen. De gebroeders J., H. en C. de Groot - verenigd in de ‘Bouwmaatschappij Hilversum’ - bouwden diverse wit gepleisterde villa's op de Boomberg, zoals Vaartweg 50 (1884, J. de Groot) en rond 1890 de villa's Vaartweg 68, Peerlkamplaan 7, Perkstraat 63-65, Boomberglaan 57 en 63, Torenlaan 45 (J. de Groot) en Rozenhagen (Torenlaan 42; circa 1895). Opvallende gepleisterde rondboogfriezen hebben Gooizicht (Bergweg 24; circa 1890) en het rijzige drielaagse pand Quatre Bras (Hoge Naarderweg 61; 1892, C. de Groot). Uitgevoerd met een identieke torenachtige hoekpartij zijn Peerlkamplaan 14-16 en 't Zuydenhoek (Spieghellaan 2), beide uit circa 1895. Uit die tijd dateren ook de gepleisterde herenhuizen Vaartweg 50b en Badhuislaan 12, voorzien van een asymetrisch geplaatste voorbouw met afgeschuinde hoeken. Voorbeelden van gepleisterde herenhuizen met chaletstijl-elementen zijn Emmastraat 55-59 (1898) en het Krugerhuis (Hoge Naarderweg 41). Elders in Hilversum werden grote gepleisterde neoclassicistische villa's gebouwd, zoals Hestia (Utrechtseweg 29; 1881) en Nieuwen Sade (Melkpad 34; mezzanino). Risalerende middentraveeën hebben de villa's Vaartweg 32-34, Perkstraat 12, 't Zuydenbroek (Peerlkamplaan 5), Den Hull (Utrechtseweg
11; circa 1895) en Koninginneweg 60. Uit circa 1890 dateert de grote gepleisterde villa Bussummergrintweg 4-6. Eclectische details hebben de ongepleisterde villa's Emmastraat 61 (1887, J. de Groot) en Vaartweg 89-89a (circa 1895). Een vroeg voorbeeld van neorenaissance-stijl is de grote villa Buen Retiro (Trompenbergerweg 6), opgetrokken in 1875 naar een ontwerp van I. Gosschalk met een rijke topgevelpartij en licht gekleurde gevelbanden. Op basis van een ontwerp van Gosschalk met overwegend eclectische elementen werd de oude jongenskostschool van W. van Loon (1842) in 1889 voor C.W. Groskamp verbouwd tot de villa Erica ('s-Gravelandseweg 55). Sinds 1933 is hier de openbare bibliotheek gevestigd. Andere voorbeelden van villa's met neorenaissance-elementen zijn Koninginneweg 7 (1897; ook chaletstijl-elementen) en Prima Vera (Koninginneweg 2; 1898) - beide naar plannen van J.G. Briët - en het kleinere pand Emmastraat 13 (circa 1895). Interessant is de rijke baksteenornamen- | |
| |
tiek van de voor burgemeester J.C. Gülcher gebouwde villa Elisabeth (De Rijklaan 7; 1884) en de gepleisterde villa met neorenaissance-elementen Emmastraat 21 (circa 1895). Neorenaissance-elementen hebben ook Parklaan 1 (1903, J. Bol), met opvallende serre en balkon, en P.C. Hooftweg 5 (1907, J.J. Brandes).
Siermetselwerk in verschillende kleuren zijn kenmerkend voor de jugendstil-villa's Villa Annie (Burg. Schooklaan 20; 1902, G. Kloppers), gebouwd in opdracht van F.J. Domela Nieuwenhuis, en Op den Hull (Oude Enghweg 21; 1902, J.H. Slot). Gecementeerde banden sieren de gevels van Vreugde en Rust (Middenweg 10; circa 1900) en Soestdijksestraatweg 43 (circa 1900). De laatste bezit een karakteristiek belvédèretorentje. Chaletstijl-invloeden vertonen de dubbele villa Oude Enghweg 12-14 - uitgevoerd in kalkzandsteen met rode baksteenbanden - alsmede de Villa Emma ('s-Gravelandseweg 178; 1903) en de dubbele villa Vaartweg 47-49 (circa 1905). Een van de mooiste villa's in chaletstijl is de in hout uitgevoerde villa Heideveld (Soestdijkerstraatweg 88; circa 1890) naar plannen van J.F. Klinkhamer. Ook de gebroeders De Groot ontwierpen villa's met rijke sierspanten in chaletstijl, zoals Villa Vreewijk (Peerlkamplaan 3), Perkstraat 59
Hilversum, Landhuis Lommerrijk
(1895), Nassaulaan 24 (1899) en Burg. Lambooylaan 19 (1899). Rationalistische elementen en een kleine open hoektoren zijn zichtbaar bij de gepleisterde villa Zonneheuvel (Ceintuurbaan 2; 1896), ontworpen door H.P. Berlage voor de weduwe W.H. Hubrecht.
Een in vakwerkstijl uitgevoerde verdieping hebben de kleine villa's Peerlkamplaan 12 en A. Perkstraat 31 (beide circa 1900). Een hele bovenbouw in vakwerkstijl komt voor bij de grotere villa's Melkpad 7 (1905, C. de Groot), Godelindeweg 6-8 (circa 1910) en Curaçaolaan 30 (circa 1925; rieten dak).
Met chaletstijl-elementen ontwierp J.R. de Jong de in 1907 gebouwde villa's Huize Peerlkamp (P.C. Hooftweg 1) en P.C. Hooftweg 3. Ook andere architecten pasten deze deze stijl toe, zoals bij Emmastraat 37-47 (1903, J.M. Cromwel), villa Elim (Oude Enghweg 28; circa 1910, W.M. Weerkamp), Burg. Van Hellenberg Hubarlaan 1 (1908, J. Carnos), Minister Hartsenlaan 6 en 9, Utrechtseweg 20 en de villa Rozenburg (Regentesselaan 19-21; circa 1910, J. Vixseboxse). In vergelijkbare stijl ontwierp J.H. Slot de villa's Koninginneweg 38 (1901) Hoflaan 2 (1902) en Huize Zonnenhoek ('s-Gravelandseweg 166-166a; 1902). Rode baksteendetails zijn te vinden bij de villa's Zonnehoeve ('s-Gravelandseweg
Hilversum, Villa Middlesex
180; 1903) en Koninginneweg 34 (circa 1905), dat aan de jugendstil verwante details heeft. Dat geldt ook voor de villa 's- Gravelandseweg 168 (1903, H.J. Jesse). Opmerkelijk is het overstekende platte dak tussen hoekschoorstenen van villa De Hoek (Burg. Schooklaan 2; 1905, J.G. Wattjes). A. Salm ontwierp voor E. Luden en diens Engelse vrouw de villa De Leerkamp (Witte Kruislaan 8; 1906) in Engelse landhuisstijl. Vergelijkbare ‘bay-windows’ zijn ook te vinden bij het door K.P.C. de Bazel ontworpen landhuis Beethovenlaan 29 (1909-'10).
In Nieuw Historiserende stijl ontwierp E. Verschuyl enkele forse landhuizen, zoals 't Heem (Rossinilaan 9; 1912) en Sonneheerdt (Hertog Hendriklaan 8; 1916). Beide kregen een tuinaanleg naar plannen van D.F. Tersteeg. Hiermee vergelijkbare landhuizen zijn Hoogwolde (Sweelincklaan 9; 1913, M.J. Mouw), Vogelsangh (Nimrodlaan 12; 1913, J. van der Goot en C.J. Kruisweg) en Minister Hartsenlaan 4 (1912, C. de Groot). Andere voorbeelden uit circa 1915 zijn De Ruwenberg (Zonnelaan 22), Bisonlaan 6 en het landhuis Kruisvoorde ('s-Gravelandseweg 45). Een voorbeeld van de overgang naar meer expressionistische vormen is het landhuis De Bijenschans (Sparrenlaan
| |
| |
Hilversum, Villa Joelaan 2 (1982)
20, 1917), ontworpen door A.H. Wegerif met een tuin van D.F. Tersteeg (1918). Als laat voorbeeld van Nieuw Historiserende stijl kan het door P. Cuypers jr. ontworpen grote huis Beethovenlaan 41-43 (1928) worden vermeld. Opmerkelijk zijn de ontwerpen in de neobarokke ‘Um 1800’-variant van deze stijl, zoals te zien bij 't Zuiderend (Utrechtseweg 63; 1911, J.W. Vrains). In die trant ontwierp J. London de herenhuizen 's- Gravelandseweg 48 (1912) en Zonnehal (Soestdijksestraatweg 90; 1912). Het laatste diende als ambtswoning van burgemeester Van Hellenberg Hubar en heeft een middenrisaliet met pilasterorde en guirlande. Voor zichzelf bouwde London de villa Middlesex (Soestdijkerstraatweg 110-112; 1921-'28) in kubistisch-expressionistische vormen en met art déco-details. Productief als architect was J.W. Hanrath, die zich in 1896 in Hilversum vestigde. De door hem ontworpen villa De Eersteling (Middenweg 3; 1893) is beïnvloed door Engelse vakwerkbouw. Een boerderij-achtig karakter met traditionalistische elementen vertoont de villa Veldhoeve (Godelindeweg 17; 1897-'98, uitgebreid 1909 en 1924). Kenmerkend voor zijn werk zijn de landhuizen in Nieuw Historiserende stijl als Utrechtseweg 40 (1904), de Bloemhof (Steynlaan 3; 1903-'04), Palestrinalaan 5 (1904) en Kannesheuvel (Palestrinalaan 11; 1908). Het laatstgenoemde heeft ‘bay-windows’ over twee verdiepingen. Zijn eigen woonhuis, het brede landhuis D'Olijftak (Rossinilaan 4; 1904), wordt gedomineerd door een fors wolfseind. Dit motief komt terug bij Beethovenlaan 27 (1905). Een later en traditionalistischer werk is de villa Wagnerlaan 30
(1927), ontworpen toen hij zich had geassocieerd met P.H.N. Briët. Het eigen woonhuis van Briët is de traditionalistische villa Wagnerlaan 5 (1936-'41). Een traditionalistisch ontwerp van A.J. Kropholler is het met tuitgevels uitgevoerde dubbele landhuis Larenseweg 170-172 (1916).
Verder zijn er veel villa's in expressionistische vormen. Het door M. de Klerk voor de familie Veerhoff-Kothe ontworpen expressionistische huis Billeke, nu ‘Solhoeve’ (Van Lenneplaan 37; 1915), heeft een diamantvormige plattegrond. In expressionistische stijl uitgevoerd zijn ook Berkenlaan 8 (1917, J.M. van der Mey), de met riet gedekte villa De Rietstulp (Utrechtseweg 253; circa 1920) met hoge schoorsteen, en Taludweg 69 (circa 1925) met zijn opvallende driehoekige balkonnetjes. Soberder zijn de door C. de Groot en J. van Laren met hoge puntgevels ontworpen villa's 's Gravelandseweg 131 (circa 1917) en Trompenbergerweg 35 (1919). Goede voorbeelden van met riet gedekte expressionistische villa's zijn Iepenlaan 9 (1923, J.C. van Epen) en de naar ontwerp en met eigen beeldhouwwerk van G. Hoppen gebouwde atelierwoning De Mijlpaal (Bremlaan 2; 1925). E.G. Middag ontwierp voor zichzelf het woonhuis met atelier De Boomhoek (Bussumergrindweg 3; 1926). Voorbeelden van villa's met gebogen rietdaken (‘kamelenrug’) zijn de Jagershoeve ('s-Gravelandseweg 142; 1925) en De Kameel (Insulindelaan 19; 1926, J. Dullaart). Expressionistische werken van andere architecten zijn bijvoorbeeld 't Huizeke (Eikenlaan 39; 1927, P.C. van Uchelen), Arubalaan 6 (1928, Th. Rueter) en Bussumergrindweg 17 (1928, C. de Graaff), Bussumergrindweg 19 (1929, J. van Laren) en Wagnerlaan 7 (1930, H. Bunders).
Ook W.M. Dudok ontwierp in eerste instantie in expressionistische stijl (met rieten daken), zoals 's-Gravelandseweg 146-148 (1915). Zijn eigen woonhuis De Wikke (Utrechtseweg 71) is zakelijk-expressionistisch van stijl, evenals de gelijktijdig gebouwde villa Utrechtseweg 69 (1926). Ook N. Andriessen ontwierp zijn eigen woonhuis Laapersweg 3 (1927) in zakelijkexpressionistische stijl. Deze door F. Lloyd Wright beïnvloede stijl is ook merkbaar bij de bungalow Laapersweg 24 (1924, N. Andriessen) met ver overstekende daken, bij het landhuis Benvenuta (Bussumergrindweg 40; 1928, J. Dullaart), de geschakelde woningen Simon Stevinweg 103-105 (1929, J. Wils) en de woonhuizen Boomberglaan 77-81 (1935, B.H. Bakker; nr. 77 was zijn eigen woning).
Goede voorbeelden van functionalistische villa's zijn te vinden in het werk van P.J. Elling. Hertog Hendriklaan 1 (1928) en Joelaan 2 (1929-'30) bestaan uit kubieke volumes van beton, met vensters van staal en glas. Elling ontwierp
| |
| |
ook Rossinilaan 11 (1936), waar het skelet en de kozijnen van hout zijn; het kleurenschema is van B. van der Leck. Volgens dezelfde principes gebouwd zijn de villa's Burg. Gülcherlaan 34 en 36 (1934, E.G. Middag).
Na de oorlog ontwierp Dudok voor prof. W.J. de Gruyter en de Perzische prinses Fatemeh Khanoem de Katchaloff de zakelijk-expressionistische bungalow Golestan (J. Pennweg 19; 1953).
Andere interessante naoorlogse woningen zijn de appartementengebouwen Hortensiuslaan 2-32 (1953, A.J. Feberwee) en Boomberglaan 27-49 (1955, D.C. Bonnet) en het voor eigen gebruik ontworpen functionalistische huis Spoorstraat 65 (1982, K.J. van Velsen).
Volkswoningbouw. Vroege voorbeelden van planmatige arbeiderswoningbouw in Hilversum zijn Bosdrift 28-32 (1905, P. Andriessen) en de kleine woningbouwcomplexen aan de Egelantierstraat (1912-'15, E. Verschuyl) en de Larenseweg (1914-'15, J.H. Slot). Tussen 1915 en 1935 maakte W.M. Dudok de gemeentelijk uitbreidingsplannen, en hij ontwierp het eerste gemeentelijke woningbouwcomplex in de Bloemenbuurt aan de Neuweg, Leliestraat en Bosdrift (1916-'19). In het poortgebouw van het complex aan de Neuweg (nr. 232) was een openbare leeszaal ingericht. Van de hand van P. Vorrink en J.P. Wormser zijn de woningen Bosdrift 57-97 (1914-'17). Iets grotere middenstandswoningen met expressionistische elementen verrezen langs de Vermeerlaan e.o. (1920, J. van Laren en C. de Groot) en meer zakelijk-expressionistisch van vorm zijn de huizen aan de Borneolaan e.o. (1922, H.F. Sijmons). Dudok ontwierp verder het woningcomplex Edisonplein e.o. (1922-'23). De nieuwe wijken Over 't spoor en Plan Zuid zijn in 1927-'31 door hem ontwikkeld en voor de plannen van veel woningcomplexen was hij zelf verantwoordelijk, bijvoorbeeld die van Jan van der Heydenstraat 147-199 en de Merelstraat e.o. (Vogelbuurt). Aan de Simon Stevinstraat ontwierp J. Wils een blok middenstandswoningen (1929). Vergelijkbare zakelijkexpressionistische vormen, maar dan met steile topgevels, zijn te vinden bij Dr. P.J.A. Cuypersplein 21-49 (1929, J. van Laren) en in soberder uitvoering aan de Zinniastraat. Hofjesachtig en meer traditionalistisch van stijl zijn de eenlaagspanden aan de Pelikaanstraat e.o. (1936, N. Andriessen). Winkels. Uitgevoerd in chaletstijl met
vakwerkelementen zijn de woon- en winkelpanden Kerkstraat 62-66 (1899; W. Kromhout). De voorm. apotheek Kerkstraat 87 (circa 1905) en het winkelpand Vaartweg 8-12 (circa 1905) hebben topgevels met pseudo-vakwerk. Van late chaletstijl-elementen voorzien zijn 's-Gravelandseweg 3-5 (1905, C. de Groot) en Kerkstraat 90-92 (1908, A.J.W. Denekamp). Met kleurig siermetselwerk en jugendstildetails kwamen de winkels Vaartweg 22a (1903) en 's-Gravelandseweg 38-40 (1906) tot stand, beide naar ontwerp van J.H. Slot. Een jugendstil-gevel met klokgeveltje en erker bezit Leeuwenstraat 74 (1904; J. Vixseboxse); alleen het bovendeel van de hoge etalage is hier behouden. Jugendstil-elementen als grote boogvormige vensteropeningen en torenachtige uitbouwen zijn te zien bij Havenstraat 109-113 (1905), Vaartweg 14-16 (1906), de in oranje baksteen uitgevoerde winkels Kerkstraat 58-60 (1906, C. de Groot) en verder bij Havenstraat 1-3 (1908, J.H. Slot) en Groest 36 (1908, M. Geldmaker). De voorm. kruidenierswinkel van De Gruyter, Kerkstraat 19 (1914), is ontworpen door W.G. Welsing met zandstenen art déco-elementen en gevelvlakken in gele verblendsteen. In Nieuw Historiserende stijl ontwierp C. de Groot het winkelpand 's-Gravelandseweg 42-44 (1911; klokgevels), en het naastgelegen grote hoekcomplex 's-Gravelandseweg 46-46e (1912-'14).
Voorbeelden van grote winkelcomplexen in expressionistische stijl zijn Groest 19-57 (1912, B.H. en C.M. Bakker), Kerkstraat 112 en 's-Gravelandseweg 2-4 (beide 1914, A. Jacot). Drogist A. de Vries liet het expressionistische winkelpand Kerkstraat 98 (1925, J. Dullaart) bouwen. Meer zakelijk-expressionistisch van vorm is de voor R. Feenstra ontworpen Emma-Apotheek (Emmastraat 26; 1921, H.F. Sijmons en Th. Rueter). Met torenachtige volumes gemarkeerde hoekwinkels zijn Vaartweg 4 (1929, H. Bunders), Modehuis Noordman (Kerkstraat 40-42; 1930, C. Trappenburg), 's-Gravelandseweg 33-35 (1938, C. Trappenburg) en Veerstraat 42-54 (1934, P.C. van Uchelen).
Verenigingsgebouwen. De in 1888 opgerichte societeit ‘De Unie’ ('s-Gravelandseweg 57) [27] is gevestigd in een in 1846 voor jhr. C. van Lennep gebouwde villa. Het wit gepleisterde eclectische gebouw werd in 1905 aangekocht en vervolgens verbouwd naar plannen van J.W. Hanrath. Het in chaletstijl uitgevoerde Vereenigingsgebouw (Oude Enghweg 19) [28], ontworpen in 1905 door A. Salm voor de Geref. kerk, is nu het onderkomen van drie Hilversumse vrijmetselaarsloges. Het ‘Bestuur van de Hilversumse Bestuurdersbond’ liet in 1932 het voorm. bondskantoor ‘Ons Gebouw’ (Havenstraat 139-139a) [29] optrekken naar een zakelijk-expressionistisch ontwerp van J. van Laren.
Horeca. Het huidige café Dudok (Larenseweg 3-5) [30] werd rond 1925 in expressionistische stijl gebouwd als woon- en winkelpand naar ontwerp van W.M. Dudok. Gebouwd in 1934-'36 als Grand Hotel met aansluitend een Grand Theatre is het gebouw Gooiland (Emmastraat 2) [31], bestaande uit een U-vormig vierlaags blok dat de eenlaagse gebogen hotelfoyer met dakterras omsluit. Dit in staalkeletbouw en met vliesgevels gebouwde functionalistische pand is ontworpen door J. Duiker; na diens overlijden werd de bouw in 1935 voortgezet onder leiding van B. Bijvoet. Verder werkten mee P.J. Elling en G.W. Tuynman. Het gebouw is in 1990 gerestaureerd (K.J. van Velsen en J.G.L. van
Hilversum, Theater Gooiland
| |
| |
Klooster). Bij de jachthaven kwam in 1936-'38 naar plannen van W.M. Dudok het Paviljoen Wildschut (Vreelandseweg 50) tot stand als een restaurant met terraspartij en een halfcirkelvormige, op twaalf betonnen pijlers rustende, afsluiting.
Omroepgebouwen. Hilversum is de bakermat van de Nederlandse radioomroepen geworden dankzij de vestiging van de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek (1918) en dankzij de eerste uitzendingen in 1923 van de ‘Hilversumsche Draadlooze Omroep’ (voorloper van de AVRO). De oudste radiostudio's waren gevestigd in villa's, zoals villa De Lindenheuvel ('s-Gravelandseweg 65; 1893, J.W. Meijer) [32], die in 1931 in gebruik werd genomen door de Vrijzinnige Protestantse Radio Omroep (VPRO; tot 1997).
De oudste radiostudio is de voorm. VARA-studio (Heuvellaan 33) [33], gebouwd in 1930-'31 voor de Vereniging van Arbeiders Radio Amateurs naar ontwerp van A. Eibink en J.A. Snellebrand. Het gebouw heeft een dubbel geknikt mansardedak en een toren in constructivistische stijl met open wenteltrap en vijf bordessen. In 1952-'59 is naar plannen van B. Merkelbach en P.J. Elling een uitbreiding tot stand gekomen met een hal (glazen vliesgevel) en een technische vleugel. Het tegeltableau is vervaardigd door B. van der Leck, de beeldengroep door O. Jespers. Verdere uitbreidingen volgden in 1959-'62 en 1964-'69. De VARA is in 1987 verhuisd naar een nabijgelegen nieuw kantoorgebouw (J. Lengkeek). De studio huisvest sinds de forse uitbreiding in 1993-'95 (Architekten Cie.) het Muziekcentrum van de Omroep; de toren is in 2005 gerestaureerd.
Hilversum, AVRO-studio (1993)
De voorm. AVRO-studio ('s-Gravelandseweg 52-50) [34] kwam tot stand voor de Algemene Vereniging Radio Omroep. Naar plannen van B. Merkelbach verrees in 1934-'36 een functionalistische studio met waaiervormige plattegrond en directeurswoning. Deze studio 1 (nr. 52) bevat een kerk- en een concertorgel van de hand van J. Compton uit Nottingham (GB). Een tunnel onder het Melkpad vormt de verbinding met de in 1938-'40 naar plannen van B. Merkelbach, Ch.J.F. Karsten en A. Bodon gebouwde studio 2 (nr. 50) met halfrond uitgebouwde glazen ingangspartij. Aan de opvallende vorm dankt dit gebouw zijn bijnaam ‘de vioolkist’.
De voorm. KRO-studio (Emmastraat 50-52) [35] werd in 1930 gesticht door de Katholieke Radio Omroep. Op de plaats van een verenigingsgebouw werd naar plannen van J. Duncker een kleine studio opgetrokken. Hiertegenaan verrees in 1936-'39 een forse uitbreiding naar ontwerp van W.A. Maas. Dit gebouw werd opgezet met een bestuurskamer waarboven radiostudio's. Na een brand in 1954 volgde een uitbreiding aan de achterzijde en een nieuwbouw aansluitend aan de grote concertzaal (1974-'79). Bekende katholieke kunstenaars werkten aan de verfraaiing van het gebouw. De hal bevat een muurschildering van Ch. Eyck en gebrandschilderde vensters naar ontwerp van J. Nicolas. De bestuurskamer is als ensemble ontworpen. De verglaasde terracotta-reliëfs met onderschriften ‘Verum, Bonum, Pulchrum’ (het ware, het goede en het schone), zijn ontworpen door S. Nicolas-Nijs (1939).
De Nederlands Christelijke Radio Vereniging begon haar radio-uitzendingen in 1930 in de Villa Henriëtte (Schuttersweg 8). Deze villa in chalet- en vakwerkstijl werd in 1896 voor de Amsterdamse assuradeur J. ter Meule en zijn vrouw Henriëtte gebouwd naar een ontwerp van A.L. en J.G. van Gendt. Iets jonger is het bijbehorende koetshuis (Van Yssumlaan 5-7; 1906, E. Verschuyl). Praktisch gesproken in de tuin van deze villa bouwde men in 1938-'41 de nieuwe NCRV-studio (Schutters 10) naar een zakelijk-expressionistisch ontwerp van J.H. van der Veen. De in gele steen uitgevoerde bouwdelen, waaronder een grote, een middelgrote en enkele kleine studio's, zijn gegroepeerd rondom een achthoekige toren. De hal heeft glas-inloodramen van M. Nauta. Na de aanbouw van een technische vleugel (1956, J.H. van der Zee) volgden nog twee uitbreidingen (1967 en 1987) en een restauratie (2001). Vanwege de netclustering hebben AVRO, KRO en NCRV sinds 2000 een gemeenschappelijk onderkomen ('s-Gravelandseweg 80; J. Hoogstad).
Na de Tweede Wereldoorlog is aan de noordzijde van de stad het Mediapark ingericht met het complex van de Wereldomroep (Witte Kruislaan 55; 1961, J.H. van den Broek, J.B. Bakema en H.B.J. Lops), de Muziekbibliotheek en Fonotheek van de Nederlandse Radio Unie (1966, B. Merkelbach en P.J. Elling) en een hoge PTT-toren (1973, J.H. van der Zee). In 1997 is zogenoemde Villa VPRO (Sumatralaan 45) voltooid, ontworpen door de architectencombinatie MVRDV (W. Maas, J. van Rijs en N.A. de Vries) en in 2000 kwam het gezamenlijke AKN-gebouw ('s-Gravelandseweg 80; J. Hoogstad) van de AVRO, KRO en NCRV gereed.
Kantoren. Het voorm. kantoorgebouw van Dagblad de Gooi- en Eemlander (Groest 21) werd in 1928 gebouwd naar een expressionistisch ontwerp van J. van Laren met een natuurstenen pui en glas-in-loodvensters. Het hoofdkantoor van de Koninklijke Nederlandse Papierfabriek (Bonairelaan 4), een vierlaags kubusvormig gebouw met een op kolommen opgetilde kantoorvleugel, is in 1989-'92 in functionalistische stijl gebouwd naar ontwerp van R.A. Meier.
Boerderijen. Van de oorspronkelijke agrarische bebouwing van Hilversum is weinig overgebleven. De Boerderij van Houtman (Langestraat 103), eertijds ‘Erve Hooiberg’ genoemd, werd in 1768 na de dorpsbrand herbouwd en heeft een klokgevel met hardstenen hoekvoluten en een rondboogfronton. Een vergelijkbare hoofdvorm en gezwenkte geveltop bezit Herenstraat 65 (circa 1820). Van de verspreid liggende boerderijen zijn verder noemenswaardig de Corvershof (Corverslaan 1; 1780-'90), de mogelijk in 1826 na brand herbouwde krukhuisboerderij Corverslaan
| |
| |
Hilversum, Fabrikeurswoning Groest 104-106
2, de langhuisboerderij Egelshoek 6 (circa 1905) en de boerderij Vredebest (Egelshoek 4; circa 1910) met dwars voorhuis.
Fabrikeurswoningen. Van de voormalige stoomtapijtfabriek ‘Nederland’ (gesloopt 1965) resteert de fabrikeurswoning Groest 116. Dit blokvormige neoclassicistische eenlaagspand met uitgebouwde etalagekast werd in 1888 gebouwd naar plannen van gemeentearchitect J. Rietbergen. In het met neorenaissance-gevel uitgevoerde diepe pand Groest 104-106 (circa 1890) was aan de voorkant de fabrikeurswoning ingericht en in het achtergedeelte een tapijtfabriek; de ververijen bevonden zich in het langwerpige bijgebouw. In 1918 werd in dit pand de eerste productie van de ‘Nederlandse Seintoestellen Fabriek’ gevestigd. Eveneens voorzien van gepleisterde hoekblokken is Herenstraat 10 (circa 1880), ook een voorm. fabrikeurspand.
Bedrijfsgebouwen. De voorm. stoomzuivelfabriek (Herenstraat 4) [36] werd in 1903-'04 gebouwd naar ontwerp van J.H. Slot. Een tegeltableau op de jugendstil-gevel herinnert aan de vroegere functie. De in 1954-'57 naar een functionalistisch ontwerp van M. Breebaart gebouwde Gooise melkfabriek (Oude Larenseweg 34) bestaat uit een kantoorgebouw met betonskelet, vier bedrijfshallen met schaaldaken en een hoge bakstenen fabrieksschoorsteen.
De watertoren op de Trompenberg (J. Pennweg 16) verrees in 1893 voor de Utrechtse Waterleiding-Maatschappij naar plannen van de Compagnie Centrale
Hilversum, Tribune Sportpark (2002)
des Conduites d'Eau te Luik. Deze ronde bakstenen toren met pilasters, rondbogen en neoromaanse details heeft inwendig een staalskelet als drager van het Intze-reservoir (constructie firma F.A. Neuman te Eschweiler).
De voorm. elektriciteitscentrale (Jonkerweg 15-15a) werd in 1899-1900 gebouwd in opdracht van de Hollandse Electriciteits Maatschappij (H.E.M.) naar een ontwerp met rationalistische elementen. De lage aanbouw links dateert uit 1909 en bevatte de accukamer.
Het station (Stationsplein 3-7) [37] is in 1990 gebouwd naar ontwerp van J. van Belkum ter plaatse van het oude station uit 1874. Behouden bleef het luifeldak van het tweede perron uit 1893 met gietijzeren kolommen en geklonken vakwerkspanten. Karakteristiek zijn de in 1938 op het traject Hilversum-Utrecht geplaatste bovenleidingportalen, bestaande uit geprefabriceerde betonnen boogspanten.
Het voorm. tramstation van de Gooische Stroomtram (Larenseweg 1) [38] is een in 1901 in gele baksteen opgetrokken pand met jugendstil-elementen, ontworpen door C.J. Kruisweg.
Het voorm. benzinestation (Larenseweg 279), een functionalistisch bouwwerk met luifel, kiosk en doorsmeerruimte, is in 1950 opgetrokken naar plannen van H. Bunders.
De Rex-bioscoop (Groest 23), gebouwd in 1913 als bioscooptheater ‘New York’, is ontworpen door B.H. Bakker. Bij een verbouwing in 1935 (B.H. en C.M. Bakker) kreeg het een gepleisterde, zakelijk-expressionistische, gevel.
De Tribune Sportpark (Soestdijkerstraatweg 36) werd in 1919-'20 gebouwd naar een expressionistisch ontwerp van W.M. Dudok met een bakstenen onderbouw en een houten opbouw. Het verhoogde middendeel met centrale ingangspartij wordt geflankeerd door lagere delen van deze onoverdekte tribunes.
Het voorm. badhuis (Meidoornstraat 2) kwam in 1920-'21 tot stand naar een zakelijk-expressionistisch ontwerp van W.M. Dudok. Het gebouw is symmetrisch gescheiden in gedeelten voor mannen en vrouwen.
Het padvindershuisje (Schuttersweg 34), een klein gebouw met paraboolvormig tentdak, werd in 1921 in expressionistische stijl gebouwd naar plannen van J. van Laren.
De kiosk 's-Gravelandseweg 8b [39], gebouwd in 1931 naar een functionalistisch ontwerp van B.H. en C.M. Bakker, heeft transparante wanden van staal en glas, blauw geglazuurde tegels en een betonplaatafdekking (gerestaureerd 1996).
Parken. De oprichter van de Twentsche Bank B.W. Blijdenstein liet in 1903 het Pinetum Blijdenstein (Van der Lindenlaan 125) aanleggen. Dit pinetum heeft de meest complete coniferenverzameling ter wereld. Het Rosarium (Boomberglaan ong.) werd in 1913 aangelegd naar ontwerp van K. Rijnsdorp en D.F. Tersteeg en bevat een verzetsmonument (1949, V.P.S. Esser). Het Oude Havenpark (Oude Haven 1) kwam in 1915-'16 naar plannen van P. Andriessen tot stand ter afsluiting en verfraaiing van de haven en loswal. W.M. Dudok liet hier in 1940-'41 enkele zout- en zandbunkers bouwen. In 1919-'20 aangelegd in het kader van de werkverschaffing is
| |
| |
het Vijverpark (Laapersweg ong.). Naar plannen van W.M. Dudok en J.H. Meijer ontstond een park met vijver en terraspartijen. Verder is er een zakelijkexpressionistisch pompgemaal (bij Laapersweg 24; 1920). Het Hertenkamp (Hoge Naarderweg 205) werd in 1938-'39 eveneens als werkverschaffingsproject aangelegd naar ontwerp van W.M. Dudok. Van zijn hand is ook de hertenstal.
Begraafplaatsen. De voorm. Oude begraafplaats ‘Gedenkt te Sterven’ (Oude Torenstraat ong.) werd als een van de eerste Nederlandse buitenbegraafplaatsen gesticht in 1792 en daarna vergroot in 1813 (gesloten 1943). Er staat nog een grafteken voor dr. Tresling (circa 1895). Van de Oude R.K. begraafplaats (Schapenkamp 250) resteert het neoclassicistische baarhuisje uit 1856, mogelijk ontworpen door Th. Molkenboer. De Nieuwe Alg. begraafplaats (Bosdrift 12) werd in 1890 aangelegd naar plannen van L.A. Springer en in 1912 uitgebreid door P. Andriessen. Andriessen ontwierp ook de met neorenaissance-elementen uitgevoerde aula (1899). De begraafplaats bevat onder meer de graven van kunstschilder C. Springer († 1891) en architect J.W. Hanrath († 1932). De Isr. begraafplaats (bij Vreelandseweg 1-3) werd rond 1920 verplaatst van de noordzijde van Hilversum naar het huidige perceel. De in 1930 aangelegde Noorderbegraafplaats (Laan 1940-1945 2-4) heeft een aula en beheerderswoning naar een functionalistisch ontwerp van W.M. Dudok. Karakteristiek is de zwartwitte tegelrand onder de dakluifel en op de kolommen. Zelf ligt Dudok ook op deze begraafplaats begraven († 1974). De begraafplaats Zuiderhof (Kolhornseweg 19) is in 1958-'64 verwezenlijkt naar plannen van Dudok met een aula en een zuilengalerij die aan drie zijden het voorplein met bassin omsluit.
Landgoederen en buitenplaatsen. Nadat in 1837 de heidegronden rond Hilversum waren verkocht, liet J. Corver Hooft een deel daarvan ontginnen en er de langhuisboerderij ‘Blokhoven’ (Utrechtseweg 160; 1837) bouwen. In 1852 kwam het landgoed in bezit van H.A. Insinger. Na een brand in 1857 liet deze in 1860 het gepleisterde landhuis Einde Gooi (Utrechtseweg 180-182) bouwen met bij de verdieping een omgaand balkon op standvinken.
Een vergelijkbaar balkon had ook het landhuis Hoorneboeg (afgebroken 1986). Op een heuvel in de Hoorneboegse heide was al in 1782 een jachthuis gebouwd. In 1836 kwam dat in bezit van M.A. Sinkel, die er de boerderij ‘Stalheim’ (Hoorneboeg 2; 1842) liet bouwen. Voor de volgende eigenaar, G.E. Moorman, kwam in 1878-'79 het genoemde landhuis tot stand. P.A. Pijnappel, eigenaar vanaf 1906, liet er een bibliotheek bij bouwen (Hoorneboeg 5). In 1947 werd op het terrein een conferentieoord van de Remonstrantse Broederschap ingericht, waartoe enkele bungalows en slaaphuisjes werden toegevoegd.
Van de buitenplaats Jagtlust resteert het boerderij-achtige pand 's-Gravelandseweg 184 met overstekende dakvlakken en cement-rustiek vakwerk. Dit uit vier rug-aan-rug-woningen bestaande gebouw werd in 1856 gebouwd voor ontginners van de heide. Verder bevindt zich hier ‘De Hut’ ('s-Gravelandseweg 192; 1922, J.K. de Haan), een met riet gedekt expressionistisch gebouwtje met achtzijdige verdieping.
Het hoofdgebouw van de buitenplaats Quatre Bras heeft men in 1955 gesloopt. Behouden is de ‘Zwitsersche stal’ ('s-Gravelandseweg 144; 1898), ontworpen door A. Salm voor G. Mesdag. Dit op een kruisvormige plattegrond opgetrokken
Hilversum, Sanatorium Zonnestraal
koetshuis met woning en stal is uitgevoerd in blokhutbouw. Naar plannen van Y. Kok is het in 1956 verbouwd tot remonstrantse kerk. Voor deze buitenplaats ontwierp E. Verschuyl in 1902 de houten tuinmanswoningen Beethovenlaan 1 en Mozartlaan 9.
Het landhuis Lommerrijk (Witte Kruislaan 6) dateert uit 1898 en is ontworpen door J.A. Verschuyl. Dit gepleisterde gebouw met smallere derde bouwlaag heeft opvallende jugendstil-details. Het bijbehorende park met landschappelijke siertuin wordt toegeschreven aan H. Copijn, de in nieuw-architectonische stijl aangelegde tuin aan D.F. Tersteeg (circa 1920).
Het vanaf 1837 ontstane en later deels afgezande landgoed Zwaluwenberg (Utrechtseweg 223-235) kwam in 1912 in bezit van jhr. E. de Pesters. Voor zichzelf en zijn half-Schotse vrouw liet hij het imposante landhuis in cottagestijl bouwen. Van dit door F. Kuipers met erkers, natuurstenen vensterpartijen en forse schoorstenen ontworpen gebouw is ook het rijk uitgevoerde interieur behouden gebleven. Nabij het huis liggen een geometrische tuin en een in 1914-'16 door B.C. van den Steenhoven ontworpen Engelse tuin.
Het buitenhuis Kruisheide (Larixlaan 5) verrees in 1914 naar een ontwerp in ‘Um 1800’-stijl van J. van der Lip (verbouwd 1938, W. Hamdorff). Het bijbehorende koetshuis met woning, stallen en garage (Bremlaan 1-5; 1920, H.C. Elzinga) is uitgevoerd in expressionistische stijl.
Het klooster ‘De Stad Gods’ (Soest- | |
| |
dijkerstraatweg 151) ligt op het oude landgoed De Monnikenberg ten zuidoosten van Hilversum. In 1895 ontwierp J.F. Klinkhamer hier een villa voor de Utrechtse rijksmuntmeester H.L.A. van den Wall Bake. In 1918 kwam het in bezit van jhr. H. Feith, die E. Verschuyl opdracht gaf tot een vergroting. In 1946 hebben de augustinessen van St. Monica het gebouw betrokken als klooster, waarbij een kapel en toren naar ontwerp van P. Heymerink zijn toegevoegd. Het Augustinusbeeld voor het gebouw dateert uit die tijd.
De tot het landgoed behorende boerderij Monnikenberg (Soestdijkerstraatweg 145) werd in 1843-'48 gebouwd in opdracht van E. van der Velde en kreeg het huidige aanzicht met vakwerkelementen bij een verbouwing rond 1895. De boerderij heeft een zomerhuis, Het voorm. sanatorium ‘Zonnestraal’ (Loosdrechtse Bos 7) ligt aan de zuidzijde van Hilversum op het gelijknamige landgoed dat in de 17de eeuw als productiebos is ontstaan. De gepensioneerde diplomaat F. Smidt liet hier in 1911 de houten Pampahoeve bouwen uit een bouwpakket van de firma Boulton & Paul Ltd. uit Norwich (GB).
In 1919 kwam het landgoed in bezit van de Stichting Diamantwerkers Koperen Stelen Fonds ‘Nieuwe Levenskracht’, met als doel in dit bosgebied een sanatorium met nazorgkolonie en arbeidstherapie te bouwen voor tuberculoselijders. Door de uitvinding van H. ter Meulen in 1917 om diamantstof uit slijpafval te winnen stegen de inkomsten van de stichting. Naar functionalistische ontwerpen uit 1924-'26 van J. Duiker en B. Bijvoet, en met J.G. Wiebenga als constructeur, verrezen in 1928-'31 een hoofdgebouw en twee paviljoens in wit gepleisterde betonskeletbouw met platte daken en stalen ramen. In het hoofdgebouw (1928), ook economiegebouw genoemd, waren een ontvangstruimte, een recreatieruimte, een eetzaal, behandelkamers, een apotheek, een badhuis en een ketelhuis ondergebracht. De patiëntenpaviljoens bestonden elk uit twee vleugels met daartussen een conversatiezaal. Het oostelijk gelegen Mr. H.C. Dresselhuyspaviljoen werd in 1931 afgebouwd. Na 1957 is Zonnestraal als algemeen ziekenhuis ingericht. Het westelijk gelegen Prof. H. ter Meulenpaviljoen (1928) heeft men in 1958 verbouwd en is tot op heden in gebruik voor de (para-) medische sector. Het Dresselhuyspaviljoen bleef sindsdien leeg en het ziekenhuis vertrok in 1991 uit het hoofdgebouw. Na jaren van leegstand en verval is in 2001-'04 een ingrijpende restauratie uitgevoerd (W. de Jonge en H.J. Henket). Voor de functie van het sanatorium als ‘zelfvoorzienende’ arbeidskolonie verrezen enkele straalsgewijs aangelegde werkplaatsen met segmentboogvormige daken (1927-'35) en een bijbehorende houten mottoren (1927) als verzamelplaats voor zaagsel. Het dienstbodenhuis (1931, gerestaureerd 1995) - nu ‘De Koepel’ genoemd - is een twaalfzijdig, tweelaags gebouwtje in staal en glas, dat achttien kleine kamers, een theekeuken en een badkamer bevatte. Voor patiënten in gezinsverband
dienden de nazorgwoningen (Loosdrechtsebos 27-31; 1938, B. Bijvoet). Op het terrein staan ook enkele door de Duitse Wehrmacht gebouwde traditionalistische bunkerwoningen (Zonnepark) uit 1942, die in 1949 tot nazorgwoningen zijn verbouwd. Ten slotte is er een gedenkbank (1948) voor J.A. van Zutphen (‘Ome Jan’), de eerste voorzitter van de stichting.
De voorm. commandobunker (Doodweg 1), gelegen ten noorden van Hilversum, kwam in 1943 tot stand in het kader van de Atlantikwall, als onderkomen van de hoogste militaire bevelhebber in Nederland, generaal J. Blaskowitz. Deze langgerekte dubbele bunker met verbindend tussenstuk werd gebouwd volgens een niet-gestandaardiseerd ontwerp. Vanaf 1952 tot circa 1990 is de bunker in gebruik geweest bij de Koninklijke Landmacht. |
|