Grootebroek
(gemeente Stede Broec)
Dorp, ontstaan in de 12de eeuw als veenontginning langs de Streek, de ontginningsas tussen Hoorn en Enkhuizen. In 1364 gingen de vrijheid van Groote-Broec en die van Boeven-Kerspel samen tot de Stede van Broec en later kwamen daar Lutjebroek (1402) en Hoogkarspel (1403) nog bij. Dit ‘steden’-verband werd pas opgeheven in 1807. De in 1581 aangelegde straatweg over de ontginningsas werd in 1671 verhard (Zesstedenweg). Grootebroek had te lijden van dorpsbranden in 1651, 1665 en 1750. Vanaf de 19de eeuw vond er veel grove tuinbouw plaats, waartoe in 1892 een veiling werd gesticht. De sluiting daarvan in 1976 was het gevolg van een ruilverkaveling (1973-'79), die de vaarpolder Het Grootslag met veel sloten veranderde in een rijpolder. Na de Tweede Wereldoorlog is het dorp vooral aan de zuidzijde uitgebreid.
Grootebroek, R.K. Liefdesgesticht en Mariaschool
De Herv. kerk (Zesstedenweg 189), oorspronkelijk gewijd aan St. Johannes de Doper, is een eenbeukige kerk met recht gesloten koor en een toren van vier geledingen met balustrade en achtzijdige naaldspits. De in de kern 15de-eeuwse toren werd na blikseminslag in 1884 ingrijpend vernieuwd en voorzien van een nieuwe bovenste geleding en spits. De bijbehorende kerk kwam in 1848 tot stand ter vervanging van voorgangers uit 1694 en 1750. De rond 1995 onder leiding van W. Schagen gerestaureerde kerk bevat een preekstoel (circa 1660), een doophek en doopboog (1690), een predikantslessenaar (1749) en een door L. van Dam & Zn. gebouwd orgel (1850). De pastorie (Zesstedenweg 187) is een eclectisch middenganghuis uit 1863.
De R.K. St.-Joannes de Doperkerk (Zesstedenweg 160) is een driebeukige basilicale kruiskerk met portaal en terzijde geplaatste slanke toren. Deze in 1924-'27 naar ontwerp van S.B. van Sante met expressionistische details gebouwde kerk verving een kerk uit 1860. Uit die voorganger komt het neogotische hoofdaltaar. De zijaltaren, communiebank en preekstoel zijn uit de bouwtijd van de huidige kerk.
Op het kerkhof bevindt zich een kruisweggroep (1915) met priestergraf. De pastorie (Zesstedenweg 158) is uit 1923.
Het voorm. stadsweeshuis (Zesstedenweg 159) is een gepleisterd tweelaags dwars pand met hoekschoorstenen. Boven de ingangsomlijsting zijn twee houten beelden van weeskinderen aangebracht en in de zijgevel zit een gevelsteen met het jaartal ‘1575’. In dat jaar kreeg Grootebroek van Willem van Oranje het recht het 14de-eeuwse St.-Elisabethklooster tot weeshuis in te richten (afgebrand 1750). Het huidige gebouw - met een stolpschuur erachter - kwam waarschijnlijk in 1758 tot stand en diende tot kort na 1918 als weeshuis (verbouwd 1958-'59).
Het voorm. R.K. liefdesgesticht (Zesstedenweg 211-213) is een traditionalistisch pand met dakruiter, gebouwd in 1934 ter plaatse van een gesticht uit 1888. Het diende als onderkomen van de Zusters van Liefde, die de voorm. R.K. lagere Mariaschool voor meisjes (Zesstedenweg 209; 1917) bedienden.
Scholen. Voorm. openbare lagere scholen met onderwijzerswoning zijn het tweeklassige neoclassicistische schoolgebouw Zesstedenweg 195 uit 1881 en de drieklassige gangschool Zesstedenweg 259 (circa 1925). De R.K. lagere school ‘De Uilenburcht’ (Zesstedenweg 182) is een L-vormige school uit 1925.
Het voorm. raadhuis (Zesstedenweg 205) is een traditionalistisch pand, gebouwd in 1931-'32 naar plannen van C. Weel ter vervanging van het oude raadhuis uit 1758.
Woonhuizen. Het volgens een gevelsteen in 1643 gebouwde diepe huis Zesstedenweg 233 met trapgevels diende lange tijd als bakkerij, kreeg eind 18de eeuw een nieuwe pui en werd na een restauratie (2001) ingericht als woonhuis. Begin 20ste eeuw bouwde men het woon- en winkelpand Zesstedenweg 229 (circa 1900), het wit gepleisterde herenhuis Zesstedenweg 176 (circa 1915) en het met expressionistische details uitgevoerde kleine woningbouwcomplex Zesstedenweg 335-341 (circa 1920).
De boerderij Zesstedenweg 214 is een midden-19de-eeuwse stolpboerderij met ingezwenkte houten middentopgevel. Een hergebruikte 17de-eeuwse gevelsteen toont St. Maarten.