Driehuis, Alg. begraafplaats Driehuis-Westerveld, crematorium
van kantoor. De gepleisterde villa
Duin en Kruidbergerweg 16 werd in 1923 gebouwd voor A.M. du Mee, weduwe van J.H. van Eeghen, naar een ontwerp in neo-Lodewijk XIV-stijl van P.A.J. Scheelbeek. De villa
Kriemhildestraat 2 verrees in 1904 naar plannen van J. Stuyt, in samenwerking met J.Th.J. Cuypers. Voorbeelden van middenstandswoningen in expressionistische stijl zijn
Driehuizerkerkweg 18 (1920, J.A. Snellebrand en A. Eibink),
Driehuizerkerkweg 22 (1921, A.M.J. Sevenhuijsen),
Driehuizerkerkweg 57 en
59,
Waterlandweg 2 en
Waterlandweg 4 (1922, Ch. Bartels).
De
Alg. begraafplaats ‘Driehuis-Westerveld’ (Duin en Kruidbergerweg 2-6) werd in 1888 op initiatief van een groep vooraanstaande Amsterdammers aangelegd op het geaccidenteerde duingebied van de voorm. buitenplaats Westerveld. Deze door L.P. Zocher ontworpen begraafplaats is enkele malen uitgebreid. Uit 1912 dateert de naar plannen van M.A. Poel gebouwde
doodgraverswoning met personeelsverblijf; boven de ingang zit een tegeltableau met doodssymbolen. De
nieuwe aula uit 1963 is ontworpen door C. Wegener Sleeswijk. Net buiten de begraafplaats staat het in 1937-'41 naar een functionalistisch ontwerp van W.M. Dudok gebouwde voorm.
ontvanggebouw (Driehuizerkerkweg 138) met koffiekamers, kantoor en directeurswoning.
Driehuis, Alg. begraafplaats Driehuis-Westerveld, columbarium (1993)
Op de begraafplaats bevinden zich graven van diverse bekende Nederlanders, zoals de dichter C.S. Adama van Scheltema († 1924; beeld T. Visser), de Amsterdamse wethouder F.M. Wibaut († 1936) en harpiste Rosa Spier († 1967). Opvallend zijn ook de grafmonumenten voor kweekschooldirectrice L. Hardenberg († 1898; beeld B. van Hove) en journalist H. van Wermeskerken († 1937; ontwerp J. de Meijer). Ook architect K.P.C. de Bazel († 1923) ligt hier begraven. Voorbeelden van urnenmonumenten zijn die voor de schrijver E. Douwes Dekker (Multatuli) († 1887; opgericht 1948 naar ontwerp A.H. Wegerif), voor predikant H.G. van Wijngaarden († 1929; vervaardigd N.A. van der Kreek) en voor vliegtuigbouwer A.H.G. Fokker († 1939; bronsplastiek Th. van Reijn). Op een duintop staat het in 1913 naar ontwerp van M.J. Poel en zijn opvolger P. Kramer gebouwde
crematorium, het eerste in Nederland. Dit gebouw heeft een uitgebouwde ingangspartij met trap, een centraalbouwvormige aula met zestienzijdige koepel en daarachter het eigenlijke crematorium met twee schoorstenen. In de kelder is een columbarium ondergebracht. Hier bevindt zich ook de urn van architect H.P. Berlage († 1934). De omringende tuinaanleg is van J.J. Kerbert. Naar ontwerp van W.M. Dudok heeft men in 1925-'26 het sobere halfronde
columbarium toegevoegd met impluvium (vijver), twee urnengalerijen en een met witte en zwarte tegels beklede toren. In dit columbarium staan onder andere de urnen van de vrouwenvoorvechtster Aletta Jacobs († 1929) - bijgezet in een door G. Rueb ontworpen keramisch wandmonument - en die van cabaretier Louis Davids († 1937). Aansluitend heeft Dudok nog een
urnentuin (1932) ontworpen.