Den Oever
(gemeente Wieringen)
Vissersdorp, ontstaan in de late middeleeuwen op de noordoostpunt van het voormalige eiland Wieringen. De vissershaven uit 1900 werd in 1920 zuidwaarts verlengd tot de huidige Noorderhaven, die ook werd gebruikt bij de aanleg van de Afsluitdijk. De 15de-eeuwse gasthuiskapel heeft men in 1967 gewijzigd herbouwd in het Buitenmuseum van het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen. De kleine dorpskern bij de haven is na de Tweede Wereldoorlog westwaarts uitgebreid.
De openbare lagere school (Zwinstraat 66) is een drieklassige school uit 1931, ontworpen in zakelijk-expressionistische vormen door L. Reinalda.
Woonhuizen. De voor het uitvoerend personeel van de Zuiderzeewerken opgetrokken houten dienstwoningen Oeverdijk 8-10 dateren uit circa 1925. Een voorbeeld van volkswoningbouw uit dezelfde tijd zijn de arbeiderswoningen Dijkstraat 1-35.
Den Oever, Stevinsluizen
Het café ‘Tante Pietje’ (Havenstraat 20) werd rond 1930 gebouwd met expressionistische details.
Windmolen ‘De Hoop’ (Hofstraat 57) is een met riet gedekte achtkante grondzeiler uit circa 1675 die als korenmolen diende.
Het peilschaalhuisje (Havenkade ong.) werd in 1919 tegen de dijk gebouwd met siermetselwerkbanden en een flauw hellend zinken dak met sierspant.
De forse schuren Gesterweg 8-12 en 18-24 (circa 1925) dienden voor de opslag van materieel en gereedschap voor de Zuiderzeewerken.
De lichtbaak (Afsluitdijk ong.) dateert uit 1884 en heeft een opengewerkte ijzeren constructie, omgang en lichthuis. Dit oorspronkelijk in De Haukes opgerichte kustlicht werd rond 1929 overgebracht.
De Stevinsluizen, gebouwd in 1927-'32 aan het begin van de Afsluitdijk, bestaan uit een schutsluis met tussenhoofd en aan de zuidzijde de Binnenhaven. Tussen de sluizen en de twee draaibruggen in de doorgaande weg (A7) ligt de Voorhaven en aan de noordzijde de Buitenhaven. Oostelijk hiervan bevinden zich twee groepen spuisluizen met stalen schuiven en betonnen heftorens. D. Roosenburg verzorgde de esthetische vormgeving. Nabij de draaibruggen staat het bronzen standbeeld van ir. C. Lely (1953, M. Andriessen). Ter verdediging van de nieuwe vaste oeververbinding kwam in 1932-'36 de Stelling bij Den Oever tot stand, een voor die tijd moderne en gedegen dubbele verdedigingslinie met dertien kazematten. De kern van de eerste linie - ten oosten van de schutsluizen - bestaat uit een driehoekig plateau met een enkele en een dubbele kanonkazemat, vijf mitrailleurkazematten en een luchtdoelremise. Aan de oostzijde ligt een V-vormige tankhindernis, waarin drie rijen betonpalen geplaatst konden worden. De tweede linie - ten westen van de spuisluizen - bestaat uit een langwerpig plateau met luchtdoelremise, machinekamer (voor elektriciteit) met verbandpost en twee mitrailleurkazematten ter bescherming van de havens. Op de kade van de schutsluizen staat voor datzelfde doel nog een mitrailleurkazemat.
Het
monument met uitkijktoren op de Afsluitdijk staat op de plaats waar op 28 mei 1932 het laatste gat in de dijk werd gedicht. Deze in 1933 naar ontwerp van W.M. Dudok opgetrokken zakelijk-expressionistische uitkijktoren was een geschenk van de uitvoerende aannemers. Het in basaltlava uitgevoerde basement bevat een lunchroom met daarboven een overdekt uitzichtplateau richting IJsselmeer en een bronzen herdenkingsplaquette (1953, H. Krop). Hierop staan drie steenzetters en de gevleugelde uitspraak: ‘Een volk dat leeft bouwt aan zijn toekomst’. Een opengewerkte betonnen toren met spiraalvormige trap leidt naar het hoge uitzichtplateau richting Waddenzee. In 1952-'56 heeft men het monument verbouwd en
Den Oever, Monument met uitkijktoren op de Afsluitdijk