Amsterdam-Nieuwendam, Doopsgez vermaning.
in rode en gele baksteen kwam in 1847 tot stand naar plannen van G. Bronke en L.J. Immink ter plaatse van een oudere kerk. In de toren hangt een door Henricus Westrinck gegoten klok (1644).
Het inteieur wordt gedekt door een houtconstructie verwant aan de Engelse ‘Hammerbeam’-kappen. De 18de-eeuwse grafzerken komen uit de oude kerk. Verder bevat de kerk een 17de-eeuwse preekstoel en een door J. Hoffmeijer gebouwd orgel (1849, gerestaureerd 1980).
De R.K. St.-Augustinuskerk (Nieuwendammerdijk 227) is een driebeukige pseudo-basilicale kruiskerk met driezijdig gesloten koor en een toren van twee geledingen met naaldspits. Deze neogotische kerk verrees in 1888-'89 naar ontwerp van A. Tepe ter vervanging van een kerk uit 1828. De toren is gerestaureerd in 1975.
Het interieur bevat enkele van elders afkomstige 18de-eeuwse statieschilderingen (Adriaan van de Velde), een hoofdaltaar (1890) en preekstoel (1906), beide vervaardigd door atelier Mengelberg, en een Adema-orgel (1926). De laat-19de-eeuwse gebrandschilderde ramen zijn gemaakt door de firma Van Soest & Willemse uit Utrecht, en enkele 20ste-eeuwse ramen zijn van mevr. G. Waterschoot van de Gracht. Eveneens ontworpen door Tepe is de neogotische pastorie (Nieuwendammerdijk 225; 1888-'89)
Overige kerken. Uitgevoerd in expressionistische vormen is de voorm. (Herv.) Bethlehemkerk (Zwanenplein 34; 1923-'24, A. Moen). Deze zaalkerk met dakruiter, ingangsportaal en aangebouwde consistoriekamer dient nu als kerk van de Volle Evangelie Gemeente. De kerkzaal bezit een paraboolvormige kap met gordelbogen en gebrandschilderde ramen (J.W. Winkelman). Een traditionalistische kruiskerk met toren in de binnenhoek is de voorm. (Geref.) Noachkerk (Nieuwendammerdijk 437; 1935, D. Egberts en E. Drewes). Voorbeelden van moderne kerken zijn de R.K. H. Pastoor van Arskerk (Volendammerweg 152; 1969-'70, W.M. Weerkamp) en de R.K. St.-Salvatorkerk (Het Breed 2; 1969, J. van der Grinten en L. Heijdenrijk).
Scholen. Uit circa 1880 dateert de voorm. drieklassige openbare lagere school Brede Kerkepad 3. Voorbeelden van door de Dienst Publieke Werken ontworpen openbare lagere scholen in expressionistische stijl met hoge kap zijn Het Vogelnest (Mussenstraat 26; 1921) en het voorm. schoolgebouw Schermerstraat 15 (1924-'25, P.L. Marnette). Tweelaags en uitgevoerd met plat dak zijn de expressionistische scholen Nachtegaalstraat 157 (1916) en De Waddenschuit (Beijerlandstraat 2; 1927). C.B. Posthumus Meyjes was verantwoordelijk voor de Chr. lagere school Kalkoenstraat 11 (1923) en mogelijk ook voor de kubistisch-expressionistische Chr. lagere school Wognumerplantsoen 2-4 (1925). Verder ontwierp hij de Vijfde Ambachtsschool (Meeuwenlaan 132; 1930) als een L-vormig gebouw met ingang en hoger opgaand trappenhuis op de hoek (nu Bredero-college). Ernaast staat de Huishoud- en Nijverheidsschool (Meeuwenlaan 134-136; 1939, A.J. van der Steur en G.H. Kleinhout).
Woonhuizen. Van de oude eenlaagse houten dorpshuizen hebben enkele nog een 18de-eeuws of zelfs 17de-eeuws houtskelet. De meeste zijn voorzien van een (later vernieuwd) houten voorschot met ingezwenkte top. Een 17de-eeuws houtskelet bezit Brede Kerkepad 6. De in 1964 gerestaureerde buitenbekleding werd begin 19de eeuw aangebracht, evenals het lage achterhuis. Het L-vormige huis Molenpad 9 heeft een mogelijk 17de-eeuwse kern en een stenen aanbouw uit circa 1750 (gerestaureerd 1984). Het L-vormige houten huis Brede Kerkepad 1 kreeg in 1768 een bakstenen voorgevel; de klokvormige top is gereconstrueerd. Goede voorbeelden van in opzet 18de-eeuwse diepe houten huizen met houten klokgevel zijn Nieuwendammerdijk 237, 283, 307, 381 en 383. Een ingezwenkte gevel met klein topfronton hebben Nieuwendammerdijk 329, 359 en 421. Karakteristiek zijn de 18de-eeuwse panden met een schuingeplaatst hoekvenster, zoals Nieuwendammerdijk 232 en 317. Bij het kleine 19de-eeuwse huis Nieuwendammerdijk 431 bevindt zich de toegang met gang onder een afluiving. Een schilddak heeft het 19de-eeuwse dubbele dwarse huis Meerpad 1-3. Ook nog in hout uitgevoerd is het dwarse pand Nieuwendammerdijk 321 (circa 1880) met hoger opgaand middenrisaliet. De fysiotherapeut en later kuurarts J.G. Mezger liet rond 1875 voor zijn gefortuneerde patiëntenkring de neoclassicistische herenhuizen Nieuwendammerdijk 300-308 bouwen.
Het in ‘Um 1800’-stijl gebouwde huis De Halve Maan (Nieuwendammerdijk 202-204; circa 1910) werd ontworpen door J. London voor scheepsbouwer De Vries Lentsch. J.C. Mentink ontwierp de vergelijkbare dwarse dokterswoning Nieuwendammerdijk 335 (1912-'13). Voor de directeuren van de Amsterdamse Droogdok Maatschappij ontwierp W. Noorlander met rationalistische elementen de villa's Meeuwenlaan 21 en 25 (1912-'13). Voor de directeur van de machinefabriek P.M. Duyvis & Co. verrees de villa Volewijck (Meeuwenlaan 11; 1916, G.J. Rutgers).
Volkswoningbouw. De kleine woonhuizen van het Vogeldorp (Lange Vogelstraat e.o.) werden in 1918-'19 als noodwoningen opgezet, waarschijnlijk naar plannen van J.W. Mulder. Ze staan op betonnen funderingsplaten en hebben onder de dakrand een strook houten beplanking. Aan de Zamenhofstraat staat in dezelfde stijl een voorm. gemeentelijk badhuis (1919).
Zuidelijk ligt de Vogelwijk, waarvan de ruim 2000 woningen vanaf 1911 werden