Oud-Beijerland, Herv. kerk
toren van vijf geledingen met ingesnoerde naaldspits. De eerste steen van het schip werd in 1567 gelegd. De gotiserende toren met overhoekse steunberen verrees in 1604 en bevat een door Henricus Meurs gegoten klok (1604). Het noorder- en zuidertransept volgden
Oud-Beijerland, Raadhuis
respectievelijk in 1621 en 1650. Het huidige koorgedeelte met aanbouwen kwam in 1924 tot stand, waarbij de grafkapel van Sabina van Egmond († 1614) verdween. Het interieur van de in 1892 gerestaureerde kerk wordt gedekt door houten tongewelven en heeft in het dwarsschip 19de-eeuwse galerijen. Tot de inventaris behoren een doophek (1625) en preekstoel (midden 17de eeuw), een rouwbord in Lodewijk XVI-stijl (1794) en een door C. van Oeckelen gebouwde orgelkast (1827; verbouwd 1967). Vijf gebrandschilderde ramen (1945-'54) naar ontwerp van M.A.C. Meischke zijn door E. Warffemius uitgevoerd.
De rond 1905 aan de zuidwestzijde toegevoegde consistorie met catechisatielokaal vertoont aan de neogotiek verwante vormen. De nabijgelegen diaconiewoningen (Karel Doormanstraat 9-11) werden in 1864 gebouwd op een door P. Hoogenboom geschonken terrein.
De R.K. St.-Antonius van Paduakerk (Karel Doormanstraat 53) is een eenbeukige kerk met een deels gepleisterd, driezijdig gesloten koor en een geveltoren met ingesnoerde naaldspits. De kerk verrees in 1865-'66 naar een ontwerp met neoromaanse details van Th. Molkenboer en bevat een neogotisch orgel met tribune uit de bouwtijd.
Oud-Beijerland, Kantongerecht
De kerk van de Vrijz. Geloofsgemeenschap (Beneden Molendijk 35), een zaalkerk met portaal, kwam tot stand rond 1920.
Het voorm. raadhuis (Waterstal 1) is een dwars geplaatst gebouw met souterrain, bel-etage en zijtrapgevels. Het middendeel met bordes wordt bekroond door een halsgevel met klauwstukken en een Justitiabeeld. Dit raadhuis met cachot werd in 1622 in rijke maniëristische vormen gebouwd op een brug over het water van de Voorstraat. Van 1848 tot 1882 diende het ook als kantongerecht. De in die tijd aangebrachte wijzigingen en bepleistering heeft men in 1938 bij de ingrijpende restauratie onder leiding van O.H. Hulst ongedaan gemaakt. Toen is ook een ingangspoortje in maniëristische trant aangebracht.
Het voorm. postkantoor (West-Voorstraat 23) is een neoclassicistisch tweelaags pand met gepleisterde benedenverdieping uit circa 1860, dat in 1898 tot postkantoor werd ingericht.
Het voorm. kantongerecht (Steenenstraat 20), een tweelaags gebouw met neorenaissance-invloeden en speklagen, kwam in 1880-'82 tot stand naar ontwerp van J.F. Metzelaar, rijksbouwmeester voor het ministerie van Justitie. Het interieur is in 1956 verbouwd.