de functie van de vesting, wat leidde tot de formele opheffing in 1816 en de overdracht aan de gemeente in 1826. Latere wijzigingen zijn een coupure met dubbele schotbalkkering aan de zuidkant (1862), een waterkerende duikersluis aan de noordzijde (Lekdijk/Haven) en verschillende ophogingen van de wal (1876, 1884, 1901). Nagenoeg alle bastions en courtines zijn intact, evenals een groot gedeelte van de hoofdgracht. De vesting is gerestaureerd in 1974-'83; de noordelijke coupure dateert uit 1996.
Het voorm.
stadhuis (Hoogstraat 53) is een rijzig tweelaags pand met houten koepeltorentje, gebouwd in 1697 naar ontwerp van Leendert van der Willigh op een havenoverkluizing met inlaatsluis (1696). Het statige laat-classicistische gebouw is voorzien van hoekpilasters, een pronkrisaliet en wapencartouches. De bel-etage is bereikbaar via een dubbele bordestrap. Het uurwerk in de dakkapel is in 1969 toegevoegd. Het in 1949-'50 gerestaureerde gebouw bevat een cachot in de onderbouw, een zaal met schouw op de bel-etage en de oude rechtkamer en secretarie op de verdieping. Aan de achterzijde staat op een overkluizing de voorm.
waag, een inwendig met het stadhuis verbonden, maar lagere, vleugel met klokgevel. Op die gevel zijn ter hoogte van de overkluizing banderolles aangebracht met een tekst en het bouwjaar 1696. Aan de westgevel herinnert
Nieuwpoort, Chr. Geref. kerk
een houten afdak aan de vroegere functie van het gebouw (in 1846 al niet meer als zodanig in gebruik). De overkluizing aan de noordzijde wordt afgesloten door een balusterhek en toont aan weerszijden van de boog de gebeeldhouwde wapens van Langerak en Vianen.
Het arsenaal (Buitenhaven 11-13) is een diep pand uit 1781 met een getoogde hardstenen poortomlijsting en in baksteen gebosseerde hoekpilasters en middenrisalieten (zijgevels). De flankerende poortjes hebben een soortgelijke afwerking. Het gebouw verloor zijn oorspronkelijke functie in 1821, was daarna onder meer in gebruik als koetshuis, graanmaalderij en zilverfabriek (tot 1978), en is in 1986 gerestaureerd.
Woonhuizen. De bebouwing van Nieuwpoort bestaat voornamelijk uit diepe huizen. Door de 16de-eeuwse stadsbranden resteren er waarschijnlijk geen middeleeuwse huizen meer, al verraadt de zijgevel van Buitenhaven 15 - bestaande uit twee gekoppelde pandjes achter een 18de-eeuwse punt- en een lijstgevel - een 15de-eeuwse oorsprong. In het huis Buitenhaven 14 is een midden-16de-eeuwse kap bewaard gebleven en ook Buitenhaven 6 en Binnenhaven 40 hebben een 16de-eeuwse kern achter hun midden-19de-eeuwse lijstgevel. Het diepe huis Buitenhaven 5 dateert van 1613 (gevelsteen). Het uit 1697 daterende hoekpand Buitenhaven 1, nu café ‘De Dam’, heeft een ingezwenkte lijstgevel, een uitgebouwde opkamer en een 19de-eeuwse bepleistering. Mogelijk was het oorspronkelijk een stadsboerderij. Een 17de-eeuwse kern hebben verder Binnenhaven 33 (gevel circa 1855) en het pand Binnenhaven 37, voorzien van een cartouche met een voorstelling van de Ark van Noach. Eenvoudige 17de-eeuwse tuitgevels hebben Hoogstraat 20-22 (pui 19de eeuw) en Hoogstraat 36. Tuit- en halsgevels waren ook in latere tijd gangbaar, zoals te zien is bij de gekoppelde geveltjes van Hoogstraat 73-75 en de huizen Binnenhaven 17, Binnenhaven 48 (eerste kwart 19de eeuw) en Buitenhaven 10 (eerste helft 19de eeuw). De voorm. burgemeesterswoning Binnenhaven 16 (circa 1830), later secretarie, is een monumentaal pand met neoclassicistische dorische deuromlijsting, kroonlijst en fraaie stoeppalen. Neoclassicistisch zijn verder de ingangsomlijsting van de voorm. dokterswoning Buitenhaven 9 (circa 1850) en de vormgeving van het forse herenhuis Binnenhaven 18 (circa 1870). Voorbeelden van
dwarse eenlaagspanden zijn Binnenhaven 29 (18de eeuw) en Hoogstraat 1-3 (circa 1890). Een gekoppelde rondboogtop hebben de huizen Buitenhaven 25-27 (circa 1905). De huizen Binnenhaven 4-8 (circa 1910) zijn voorzien van aardige details en rationalistische elementen.
Nieuwpoort, Stadhuis