Monumenten in Nederland. Zeeland
(2003)–Piet van Cruyningen, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 264]
| |
Wemeldinge, Herv. kerk (1991)
1400 vermelde johannietercommanderij, die in 1572 werd verwoest en waarvan tot circa 1930 de funderingsresten in het landschap zichtbaar waren. Wemeldinge verschoof naar de in de 11de eeuw opgeworpen dijk en ontwikkelde zich tot een dijkdorp (Dorpsstraat). Na de opening van het Kanaal door Zuid-Beveland in 1866 groeide het dorp in oostelijke richting naar het kanaal. Rond 1980 heeft men de monding van het kanaal gewijzigd en dat deel als jachthaven in gebruik genomen. Wemeldinge is een beschermd dorpsgezicht. De Herv. kerk (Kerkweg 3), oorspronkelijk gewijd aan St. Maarten, is een tweebeukige gotische kerk met vijfzijdig gesloten koor en een toren van twee geledingen met achtzijdige spits. De nagenoeg gesloten toren, die tot halverwege is voorzien van haakse steunberen, verrees rond 1350. Aan de bovenzijde zit een rondboogfries met voetingen voor hoektorentjes. Deze werden in 1607 afgebroken. In 1611 werd de oorspronkelijk bakstenen spits vervangen door de huidige achtkantige spits. Het oorspronkelijk lagere en driebeukige schip werd waarschijnlijk begin 15de eeuw verhoogd (nog zichtbaar bij de noordwand) en gewijzigd in een eenbeukig schip. Het koor kwam rond 1400 tot stand met grote spitsboogvensters die deels nog de rijke bakstenen kraalprofielen hebben. Rond 1530 heeft men de zuidbeuk toegevoegd en de sacristie aangebouwd. Toen de zuidbeuk werd aangebouwd, is het schip aan de zuidzijde iets versmald. Bij een restauratie in 1898, onder leiding van J. Verheul, heeft men de kap van het schip gewijzigd in een afgeplat zadeldak en de hoofdingang verplaatst naar de koorsluiting. Die ingang is aan de binnenzijde dichtgemetseld bij de algehele kerkrestauratie in 1987-'89. De natuurstenen trap aan de buitenzijde heeft men verwijderd en er is een nieuwe ingang gemaakt in de noordmuur van het koor. Het interieur wordt gedekt door gestukadoorde gewelven uit 1898; die in het koor zijn beschilderd. De scheibogen in het schip rusten op natuurstenen zuilen met dubbel omkranste koolbladkapitelen. De sacristie, nu consistorie, is voorzien van gewelven op opengewerkte kraagstenen. In het koor bevindt zich een gemetselde gotische piscina. De houten koorafscheiding uit 1746 is beschilderd met een voorstelling (1801) van de wetgeving op de berg Sinaï. Tot de inventaris behoren een gesneden magistraatsgestoelte uit 1655, een preekstoel uit 1655 (met koperen lezenaar uit 1790), een dooptuin met hekwerk, alle gemaakt door Blaes Fonteijne, alsmede een doopbekkenhouder (circa 1675). Het in 1899 door de firma L. van Dam voor de Herv. kerk te Kruiningen gebouwde orgel is in 1957 aangekocht (gerestaureerd 1990). In de kerk liggen verschillende gegraveerde grafzerken, waaronder die met voorstellingen van Maria met Kind (1546), Johannes de Evangelist met gifbeker (1546) en St. Wilgefortis (1553). Aan de voet van de preekstoel ligt de zerk voor dominee Sebastiaan van Schalkwijk († 1733). De pastorie (Kerkweg 11) is een vrijstaand blokvormig pand uit 1931 in traditionalistische vormen. Overige kerken. De voorm. Geref. kerk (Noordelijke Achterweg 66) uit 1907, thans in gebruik als woonhuis, is voorzien van rondboogfriezen in de topgevel en in het uitgebouwde portaal. De in 1932 gebouwde zaalkerk van de Geref. Gemeente (Zuidelijke Achterweg 51) heeft door pilasters gelede zijgevels en smalle rondboogvensters. De voorm. Chr. lagere school (Noordelijke Achterweg 58) is gebouwd in 1902 als een drieklassig schoolgebouw met onderwijzerswoning (Noordelijke Achterweg 60). In 1910 heeft men een lokaal toegevoegd en het woonhuis met een verdieping verhoogd. Het raadhuis (Dorpsstraat 68) is een tweelaags pand uit 1905 met rationalistische details. In de hoektoren met opengewerkte lantaarn hangt een door Ciprianus Crans gegoten klok (1740). Woonhuizen. Aan de Dorpsstraat staan verschillende 18de-eeuwse panden met een tuitgevel, zoals het linkerdeel van Dorpsstraat 5 uit 1759 (jaartalankers), de huizen Dorpsstraat 13, Dorpsstraat 40 - met in de zijgevel deels ook grotere bakstenen -, en | |
[pagina 265]
| |
Dorpsstraat 52 met een gepleisterde gevel en achter een aangebouwde, zwart geteerde houten schuur. Ook Dorpsstraat 108 heeft mogelijk een 18de-eeuwse oorsprong. Van 1787 dateert het dwarse huis Dorpsstraat 39 met voordeuromlijsting. Oorspronkelijk was hier de brouwerij ‘Het Hart’ (gevelsteen) gevestigd. Voorbeelden van dwarse huizen uit de late 18de eeuw zijn Dorpsstraat 63 (1793; deels onderkelderd), Dorpsstraat 39 (met blokbepleistering) en Dorpsstraat 51. Achter de laatste twee huizen staan gepotdekselde houten schuren. Voorbeelden van 19de-eeuwse dwarse huizen zijn Dorpsstraat 38, Dorpsstraat 70, met ruitvormige ornamenten onder aan de gepleisterde gevel, en Dorpsstraat 92 uit 1854 (gevelsteen) met gepleisterde gevel. Het in 1884 gebouwde middenganghuis Plantlust (Wilhelminastraat 3) heeft een opgemetselde dakerker en een aangebouwd koetshuis. In 1885 opgetrokken in neoclassicistische stijl is het tweelaags herenhuis Libertas (Dorpsstraat 65) met geblokte hoekpilasters en geprofileerde vensteromlijstingen. Het is als dokterswoning in gebruik geweest en bevat inwendig nog de voormalige behandelkamer met apothekerskasten. Karakteristieke laat-19de-eeuwse dwarse huizen met een opgemetselde dakerker zijn het huis Insulinde (Noordelijke Achterweg 87), voorzien van siermetselwerk en gepleisterde hoekblokken, het gepleisterde pand Ora et Labora (Hoogeweg 15) en verder Hoogeweg 13 en 20. Het winkelpand Dorpsstraat 61 heeft een winkelpui (circa 1910) met jugendstil-kenmerken, zoals pilasters van geglazuurde baksteen. Een opvallend pand in expressionistische vormen is Bakkersboogerd (Noordelijke Achterweg 34) uit circa 1925. Boerderijen. In en bij Wemeldinge staan verschillende boerderijen met een in oorsprong 18de-eeuws of ouder woonhuisgedeelte. Het in gele baksteen opgetrokken woonhuis van 't Hof Overwelligen (Kerkweg 14) is voorzien van een tuitgevel. Metselwerkgedeelten in grotere bakstenen wijzen op een oudere oorsprong. Aan de achterzijde bevindt zich een verbouwde houten dwarsdeelschuur. De boerderij Hoogeweg 18 heeft een woonhuisgedeelte uit 1766 (jaartalankers) met een tuitgevel in gele baksteen en een in 1776 aangebouwd bakhuis (gevelsteen). De grote dwarsdeelschuur naast de boerderij dateert van 1902. De Stelhoeve (Stelhoekweg 3) werd rond 1750 na brand herbouwd en was vanaf 1791 eigendom van de Herv. kerk als deel van een legaat van ambachtsvrouwe Maria Coomans. Het in gele baksteen opgetrokken en deels onderkelderde woonhuis heeft een ingezwenkte lijstgevel en bevat inwendig paarse tegeltableaus. De boerderij 't Hof Maalkote (Blauwhuisweg 2), bestaande uit een T-vormig gepleisterd woonhuis en een zwart geteerde houten dwarsdeelschuur, dateert in de huidige vorm uit de 19de eeuw. Van de Hoeve Schoudee (Schoudeeweg 3) heeft men het woonhuis verbouwd in 1861. De in de lengterichting aangebouwde houten schuur wordt gedekt door een rieten dak. De hoeve Schoudeeweg 1 heeft een gepleisterd woonhuis en een aangebouwde 19de-eeuwse houten schuur met rieten dak. Aan de voorzijde is in het begin van de 20ste eeuw een bakhuis aangebouwd. Bij Chezeeweg 20 staat een 19de-eeuwse houten dwarsdeelschuur met drie mendeuren. Bonzijweg 14 is een voorbeeld van een boerderij met aangebouwde houten schuur uit circa 1900. Van het sluizencomplex in het Kanaal door Zuid-Beveland (bij Sluisplateau 6-28) is de westsluis met houten puntdeuren aangelegd in 1866 bij de
Wemeldinge, Windmolen Aeolus met molenaarswoning
opening van het kanaal. Daarna volgden de middensluis (1872) en de oostsluis met roldeuren (1922-'25). Het kanaal is verbreed in de jaren dertig en opnieuw rond 1990, waarbij aan de oostzijde een nieuw kanaalrak (zonder sluizen) is gegraven. De middensluis is gedempt en op het sluisplateau tussen de west- en de oostsluis zijn woningen gebouwd. Op de kop van het plateau staat een wachtgebouw uit circa 1870, bekroond door een achtzijdige dakruiter met koepeldakje. Aan de oostzijde van het sluisplateau staan de arbeiderswoningen Sluisplateau 6-28, gebouwd rond 1910 in drie blokken van elk vier woningen. Windmolens. In 1864 of 1866 gesticht door J. van Belois is de korenmolen De Hoop (Westelijke Kanaalweg 55a). Deze stellingmolen met wit geschilderde, ronde bakstenen romp raakte in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd. De laatste restauratie is uitgevoerd in 1981-'83. De koren- en pelmolen Aeolus (Bonzijweg 15a) is een gepleisterde ronde bakstenen stellingmolen, opgericht in 1868 of 1869 door molenaar J. Allaart. Rond 1888 is de molen na een brand hersteld en daarbij ingrijpend gewijzigd. Het wit gepleisterde neoclassicistische molenaarshuis (Bonzijweg 15) is uit 1874. De voorm. meestoof ‘De Afhankelijkheid’ (Bonzijweg 20), gesticht door A. Dominicus (gevelsteen) in 1866 (jaar- | |
[pagina 266]
| |
talankers), is een diep bakstenen pand met afgewolfd zadeldak. De voorm. coöperatieve roomboterfabriek (Brouwerijweg 1), gebouwd in 1929 naar een zakelijk-expressionistisch ontwerp van P.J. de Bourgraaf, is tegenwoordig in gebruik als garage. Het monument ter ere van het 25-jarig ambtsjubileum van burgemeester F. Wabeke (Hoogeweg Ong.) werd in 1928 opgericht en stond aanvankelijk aan het eind van de Dorpsstraat. Het in expressionistische stijl uitgevoerde monument is voorzien van een ijzeren bekroning waarin oorspronkelijk een lamp was geplaatst. Het trafohuisje (bij Zuidelijke Achterweg 53), een klein blokvormig gebouw met tentdak, werd in 1931 gebouwd naar plannen van C.W.B. Keller voor de P.Z.E.M. |
|