Nuth
Dorp, ontstaan in de middeleeuwen aan de zuidwestzijde van de Geleenbeek tegen de noordflank van het plateau van Schimmert. Nuth behoorde eerst tot het Land van Valkenburg maar werd in 1626 een zelfstandige heerlijkheid. De dorpskern rondom de kerk kreeg in de 19de eeuw uitlopers langs de Valkenburgerweg en de Stationstraat, aan het einde waarvan het dorp in 1896 een station kreeg aan de spoorlijn Sittard-Heerlen. Als gevolg van de opkomende mijnbouw ontstond vanaf begin 20ste eeuw een sterke groei. De uitbreiding vond plaats nabij de Bavostraat en nabij het station. Na de Tweede Wereldoorlog is Nuth aan de zuidzijde verder uitgebreid en is aan de noordzijde een groot industrieterrein tot stand gekomen.
De R.K. St.-Bavokerk (Dorpstraat ong.) is een eenbeukige kruiskerk met lage zijbeuken, transept en rond gesloten koor met omgang, een vieringkoepel en een ongelede toren met knobbelspits. Ter vervanging van een mogelijk 12de-eeuwse voorganger kwam in 1763 een nieuw schip met toren tot stand naar ontwerp van Laurenz Mefferdatis uit Aken. Het oude koor werd in 1840 vernieuwd. In 1922-'24 bouwde men naar ontwerp van N. Ramakers het huidige koor, het transept met lage vieringkoepel en de zijbeuken van het schip. Inwendig wordt het schip gedekt door kruisribgewelven. Tot de inventaris behoren een romaans doopvont (circa 1200) een preekstoel in Lodewijk XV-stijl met afbeeldingen van evangelisten en twee herenbanken in Lodewijk XV-stijl (alle circa 1770). Het rond 1770 gebouwde orgel is bij restauraties in 1899, 1943 en 1980 grotendeels vernieuwd en uitgebreid.
De pastorie (Stationstraat 191) is een tweelaags middenganghuis uit 1774 met op het voorplein een haaks geplaatst eenlaags dienstgebouw.
De voorm. openbare lagere school (Dorpstraat 83) werd in 1852 gevestigd in een tweelaags pand met schilddak en diende vanaf 1894 lange tijd als raadhuis.
Huis De Dael (Daelderpad 1), voorheen ‘Oelsbroeck’, is een omgracht U-vormig complex met speklagen en een poortgebouw met torenvormig verhoogd middelgedeelte. Het in de 17de eeuw met trapgevels gebouwde huis vertoont 18de-eeuwse wijzigingen, zoals de in- en uitgezwenkte gevel uit 1734 van de stal. In 1950 is een vleugel aan het complex toegevoegd. Het interieur heeft enkele betimmeringen en een schouw in Lodewijk XV-stijl.
Woonhuizen. Het in 1904 gebouwde
Huis Crombach (Stationstraat 293) is een tweelaags middenganghuis met een tot puntgevel opgetrokken middenrisaliet. Onder invloed van de zich snel ontwikkelende mijnindustrie ontstond relatief grootschalige woningbouw voor arbeiders. Voor de Woningvereniging Nuth kwam in 1914-'15 op basis van een ontwerp van J. Stuyt (in dienst van ‘Ons Limburg’) de woninggroep
Nieuwdorp aan de Bavostraat en Barbarastraat tot stand volgens de tuinstadgedachte en met diverse woningtypen. In 1919 liet de Bouwvereniging
Nuth, Woningcomplex Nuinhof (1992)
Nuth Vooruit naar plannen van N.J. van Tiene nabij de mijnspoorweg het woningcomplex
Nuinhof bouwen aan de Nuinhofstraat, Parallelstraat, Spoorstraat en Tiendstraat. Alle woningtypen hebben op consoles rustende dakoverstekken en gepleisterde topgevels. In 1947 zijn naar ontwerp van A. Knipschild enkele hoekwoningen in aangepaste stijl toegevoegd. De villa
Antigone (Stationstraat 30) is in 1917 voor huisarts L.S. Mekel gebouwd met ‘Um 1800’-details naar ontwerp van J.J. Drummen. Verschillende woonhuizen tonen door het expressionisme beïnvloede vormen, zoals
Valkenburgerweg 75 (1924), een tweelaags diep huis met mansardedak, en het vrijstaande tweelaags huis
Valkenburgerweg 45 (1926). De laatste werd gebouwd in opdracht van burgemeester H.J. Starmans naar ontwerp van J. Wielders, die ook de wijziging van de entree (1934) ontwierp. Verder de dubbele woonhuizen
Burg. Cremerstraat 15-17 (1931),
Wilhelminastraat 4-6 (1932; ontwerp J. Zander), het dubbele herenhuis
Burg. Cremerstraat 16-18 (1934; J. Zander),
Burg. Cremerstraat 26 (1935),
Valkenburgerweg 12-14 (1936) en de vrijstaande villa
Pastorijstraat 6 (1937; J. Zander). De
windmolen (bij Bergerweg 1) is een bergmolen met ronde stenen romp en een met dakleer bekleed dak. De van 1882 daterende korenmolen is in 1955-'57 en in 1993 gerestaureerd. Een gedeelte van de berg is vervangen door een bakstenen keermuur.