Monumenten in Nederland. Drenthe
(2001)–Redmer Alma, Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Stenvert– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 101]
| |
Dwingeloo, Centrum vanuit het zuiden
zijn alleen de laatste twee behouden. Tot in de 19de eeuw concentreerde de bebouwing zich hoofdzakelijk rond de Brink en langs de Heuvelenweg, de Entingheweg en het begin van het Moleneinde. In de tweede helft van de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw werd de bestaande bebouwing verdicht en breidde het dorp zich uit langs de uitvalswegen, zoals de Drift, de Heuvelenweg en het Moleneinde. Bij dorpsbranden in 1895, 1923 en 1949 ging een deel van de oude dorpsbebouwing verloren. Na de Tweede Wereldoorlog is Dwingeloo hoofdzakelijk aan de oostzijde gegroeid. Dwingeloo is een beschermd dorpsgezicht. De Herv. kerk (Brink 29), oorspronkelijk gewijd aan St. Nicolaas, is een eenbeukige kerk met een smaller, driezijdig gesloten koor en een toren van drie geledingen
Dwingeloo, Herv. kerk
| |
[pagina 102]
| |
Dwingeloo, Openbare lagere school De Vogelsang
met spits en forse ui-vormige bekroning. De kapel aan de noordzijde van het schip was vanouds eigendom van de bewoners van de havezate Batinghe. De huidige kerk en toren kwamen in de 15de eeuw in enkele bouwfasen tot stand ter vervanging van een eenbeukige voorganger met vrijstaande toren. Het ontwerp van de toren is mogelijk van Johan die Werckmeyster. De ui-vormige torenbekroning werd in 1631 aangebracht nadat de oude torenspits in 1630 was ingestort. Tegen de zuidzijde van de kerk bevindt zich een zonnewijzer (circa 1846). De kerk werd getroffen door de dorpsbrand van 1923. Alleen het muurwerk bleef gespaard. Bij de herbouw en restauratie in 1923-'25, onder leiding van J. Boelens, zijn onder meer de bakstenen vorktraceringen van de vensters aangebracht. Het schip wordt gedekt door een bij de restauratie aangebracht houten tongewelf, beschilderd door J.K. Homan naar een ontwerp van L.A. Kortenhorst. Het stenen gewelf van de kapel bleef bij de brand behouden. Het stenen koorgewelf moest worden herbouwd; de gewelfribben rusten wel op de oorspronkelijke kraagstenen met gebeeldhouwde koppen en schilddragende figuren. In het koor ligt een gebeeldhouwde zandstenen zerk voor Elisabeth van Echten († 1600). Twee door Jan van Rossum beschilderde panelen (1665), met portretten van Rutger van den Boetzelaer en Batine van Loen (Lohn) - bewoners van de havezate Batinghe -, maakten deel uit van de kast van het door hen aan de kerk geschonken orgel. Tot de inventaris van na de brand behoren de preekstoel (1923-'25), met snijwerk van Roelfien Marissen en J. Bakker, en het in 1964 in de kerk geplaatste orgel, dat in 1886 door J. van Gelder werd gebouwd voor de Doopsgez. kerk te Den Haag (gerestaureerd in 1979). De pastorie (Brink 27) is een gepleisterd neoclassicistisch herenhuis met koetshuis, gebouwd in 1868 naar ontwerp van J.G. van Beusekom. In 1975-'76 is de pastorie onder leiding van P. de Groot gerestaureerd. Voor de kerk staat het bronzen beeld ‘de Juffer van Batinghe’ (1997), gemaakt door C. Henri. Het voorm. schultehuis (Brink 12) is een gepleisterd dwars eenlaagspand met puntgevel. Het in 1969 gerestaureerde gebouw heeft een 19de-eeuws uiterlijk maar stamt in de kern uit de tweede helft van de 17de eeuw. De deuromlijsting dateert uit de late 18de eeuw, de winkelpui uit circa 1920. In het interieur bevinden zich stucwerk, deuren en een betimmering in eenvoudige Lodewijk XIV-vormen. Het voorm. raadhuis (Brink 1), een tweelaags gebouw met zadeldak en dakruiter, werd in 1939 gebouwd naar een traditionalistisch ontwerp van A. Baart. In het trappenhuis en de raadszaal zijn gebrandschilderde ramen van glazenier Le Nobel aangebracht, waarop de vier havezaten van Dwingeloo, scènes uit het boerenleven, en de familiewapens van de diverse bewoners van de voorm. havezate Batinghe zijn afgebeeld. De aanbouw dateert uit 1983.
Dwingeloo, Woonhuis Brink 11
De voorm. openbare lagere school ‘De Vogelsang’ (Heuvelenweg 29) werd rond 1935 in zakelijk-expressionistische vormen gebouwd als een tweeklassige middengangschool met een tot topgevel opgetrokken middenrisaliet. Westrup (Entingheweg 20). Deze voorm. havezate is een gepleisterd herenhuis met omlijste ingang en schilddak. Het oorspronkelijk rond 1600 door Reint van den Clooster gebouwde eenlaags huis werd kort na 1740 door Cornelis van Dongen tot Oldengaerde vergroot. Het huidige neoclassicistische uiterlijk kwam in 1870 tot stand, toen het huis in opdracht van notaris W.O. Servatius een verdieping kreeg. In 1984-'86 is het huis gerestaureerd en heeft men de naastgelegen kantoorruimte gebouwd. Batinghe (bij Batingheweg 6). Van deze in 1832 gesloopte havezate resteren de dichtgegroeide gracht, delen van de fundamenten en een gedeelte van een 18de-eeuws bouwhuis, dat tot boerderij is uitgebreid. Woonhuizen. De zogeheten Franse huizen (Entingheweg 2-6) werden in 1690 gebouwd uit de opbrengst van collectes ten bate van gevluchte Franse Hugenoten op een terrein behorend tot de havezate Batinghe. In 1932 zijn de huizen aan diverse particulieren verkocht en sindsdien is het 17de-eeuwse karakter verdwenen. Eenlaags huizen uit de 19de eeuw zijn de voorm. diaconiewoningen Kerkpad 29-33 (circa 1840), met rieten schilddak, en verder Brink 49 (circa 1880) en het gepleisterde huis Heuvelenweg 22 (circa 1890), met | |
[pagina 103]
| |
een tot topgevel verhoogd middengedeelte. Jongere eenlaagspanden zijn het blokvormige huis Brink 48 (circa 1910), het deels gepleisterde huis Brink 11 (circa 1910), met topgevel en erkers, het middenganghuis Moleneinde 14 (1921), met bakstenen dakkapel, en Entingheweg 23 (circa 1925). De in 1911 met koetshuis gebouwde villa De Kamp (Entingheweg 11) vertoont chaletstijl-elementen. De rond 1935 gebouwde huizen Heuvelenweg 16-17 en Brink 38 hebben een tot topgevel opgetrokken middengedeelte. Boerderijen. Het dorp heeft diverse hallenhuisboerderijen met een of twee dwarsdelen. Enkele boerderijen hebben ondanks de 19de-eeuwse detaillering mogelijk een 18de-eeuwse kern, zoals De Weijert 2, met dubbel voorhuis en een met hout beschoten geveltop, en Drift 20, met twee dwarsdelen en een rond 1890 aangebouwd voorhuis. Een 18de-eeuwse aanleg heeft ook de keuterij Brink 2, met zadeldak tussen topgevels en een aangebouwde houten schuur. Voorbeelden van 19de-eeuwse hallenhuisboerderijen zijn Brink 8-9 (circa 1850), met deels onderkelderd dubbel voorhuis, Brink 4 (circa 1865), Heuvelenweg 15 (circa 1880), met dubbel voorhuis, Entingheweg 25 (circa 1880), met blokvormig voorhuis, Brink 52 (circa 1885) en Brink 50 (circa 1890). De boerderij Brink 51 (1895) is uitgevoerd met een langsdeel en een naar rechts uitgebouwd woongedeelte. Drift 22 (1895) is een boerderij annex smederij, waarvan de smederij en de naastgelegen woning beide een zadeldak tussen topgevels hebben. Uit het begin van de 20ste eeuw dateren de evenwijdig aan de weg gelegen boerderij Moleneinde 22 (circa 1905), de boerderij Moleneinde 1 (circa 1910), met breed voorhuis en bakstenen dakkapel, en Brink 7 (circa 1915), waarvan het middengedeelte van het voorhuis tot topgevel is opgetrokken. De kop-rompboerderij Brink 6 is rond 1910 gebouwd met een langsdeel. De moderne stelpboerderijen Brink 34 en Brink 35 dateren uit 1923. De voorm. coöperatieve stoomzuivelfabriek en handelsvereniging ‘Dwingeloo’ (Entingheweg 14) werd opgericht in 1894 en nadien diverse keren verbouwd en uitgebreid. Het huidige complex bestaat uit een directeurswoning (1908) en diverse bedrijfsgebouwen met platte daken (1908 en 1950). Het hotel ‘Wesseling’ (Brink 26) is een hoekpand uit 1915 met hoger opgaande hoekpartij en jugendstil-details. De veranda's aan beide zijden op de begane grond zijn tamelijk recente uitbreidingen. De muziektent (tegenover Brink 4) dateert uit circa 1930 en bestaat uit een met veldkeien opgemetselde achtkantige onderbouw en een rieten tentdak op houten kolommen. De Alg. begraafplaats (Drift ong.) werd midden 19de eeuw aangelegd. Interessant zijn de twee houten ‘grafstenen’, waarvan één voor H. Schoenmaker († 1889), de omhekte grafzerk voor J.E.D. Quanjer († 1918), gemaakt door H. de Willigen, en de zerk voor notaris M.G. Bon († 1936). De radiotelescoop van de radiosterrenwacht (Oude Hoogeveensedijk 4), gelegen ten zuidoosten van Dwingeloo, bestaat uit een schotel met een diameter van 25 meter op een draaibare constructie. De spiegel bestaat uit gaas omdat door de grote golflengte van de radiostraling de spiegel geen volledig gevuld oppervlak hoeft te hebben. De telescoop - bij de ingebruikname in 1956 de grootste ter wereld - heeft een belangrijke rol gespeeld bij de ontdekking van de structuur van het Melkwegstelsel. Leggeloo. Dit esgehucht ten noordwesten van Dwingeloo is ontstaan in de middeleeuwen. Te Leggeloo staan diverse interessante hallenhuisboerderijen met dwarsdeel. Een 18de-eeuwse kern bezit de met puntgevel uitgevoerde boerderij Leggeloo 39. Uit de eerste helft van de 19de eeuw dateren de boerderijen Leggeloo 38 en Leggeloo 25; iets jonger zijn Leggelerstraat 38 (circa 1850) en Leggeloo 60 (circa 1870). De rond 1930 met twee dwarsdelen gebouwde boerderij Leggeloo 42 heeft een dwars voorhuis met hoger opgetrokken middengedeelte. De Ebenhaezerkerk (Leggeloo ong.) is een kleine zaalkerk uit 1916 met jonger portaal. Lhee. Dit esdorp met brink ten zuidoosten van Dwingeloo is ontstaan in de middeleeuwen en bestond aanvankelijk uit de kluften Noord- en Zuid-Lhee. Langs de in 1870-'71 verharde weg naar Dwingeloo vormde zich nadien een bebouwingslint in noordelijke richting. Het dorp heeft diverse interessante hallenhuisboerderijen, die voornamelijk zijn opgezet met een dwarsdeel. In aanleg 18de-eeuws is de boerderij Lhee 68 met jaartal ‘1746’. Een oudere kern dan het 19de-eeuwse uiterlijk doet vermoeden hebben mogelijk ook de van topgevels voorziene boerderijen Lhee 67 en Lhee 90, en de met langsdeel uitgevoerde boerderij Lhee 71. Op het erf van de laatste staat een kleine gepotdekselde schuur voorzien van een met stro behangen topgevel. Uit de eerste helft van de 19de eeuw dateert de met puntgevel uitgevoerde boerderij Lhee 91. Laat-19de-eeuws zijn de keuterij ‘De Wilpenkamp’ (Bosrand 15; circa 1890) en de boerderij Lhee 12 (1899) met dwars geplaatst voorhuis. Rond 1905 gebouwd is de boerderij Lhee 13 met blokvormig voorhuis. De wit geschilderde boerderij Lhee 9 kwam in 1922-'23 tot stand naar een ontwerp met jugendstil-details van C.J.M. Modderman. De met betonnen muurwerk opgetrokken boerderij heeft twee dwarsdelen en een stookhok met jongveeschuur. Lheebroek. Dit esgehucht ten noordoosten van Dwingeloo is ontstaan in de late middeleeuwen en heeft enkele interessante hallenhuisboerderijen. In de kern uit 1733 stammend is de boerderij Lheebroek 14 met langgerekt voorhuis voorzien van een puntgevel. Voorbeelden van 19de-eeuwse, met dwarsdeel uitgevoerde hallenhuisboerderijen zijn: Lheebroek 17 (1824), Lheebroek 6 (circa 1865), met vrijstaand stookhok annex jongveeschuur (circa 1895), en Lheebroek 7 (circa 1880). Jongere voorbeelden zijn: Lheebroek 37 (circa 1905) en ‘'t Hulsding’ (Lheebroek 22; circa 1935); de laatste heeft een villa-achtig voorhuis in expressionistische vormen. De voorm. openbare lagere school (Lheebroek 9) is rond 1930 gebouwd als een tweeklassige gangschool met onderwijzerswoning (Lheebroek 10). Eemster. Dit esgehucht ten noorden van Dwingeloo is ontstaan in de middeleeuwen en heeft enkele aardige hallenhuisboerderijen. De laat-19de-eeuwse boerderijen Eemster 1 (circa 1885) en Eemster 25 (circa 1890) zijn | |
[pagina 104]
| |
beide evenwijdig aan de weg gesitueerd en zijn voorzien van een dwarsdeel. De moderne ‘Anna Hoeve’ (Eemster 5) werd rond 1935 opgetrokken. Uit dezelfde tijd is het woonhuis Eemster 13. |
|