Ysbrechtum
(gemeente Sneek)
Terpdorp, ontstaan in de middeleeuwen op een lage zandrug aan de weg van Sneek naar Bolsward. In de 17de eeuw werd hier de Epemastate gebouwd. Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde het dorp zich tot een forensendorp van Sneek. In 1984 ging het van de gemeente Wymbritseradiel over naar de gemeente Sneek.
De Herv. kerk (Tsjerkepaed 1) is een zaalkerk met een lager, vijfzijdig gesloten koor en forse geveltoren met ingesnoerde spits. De kerk staat ter plaatse van een 11de- of 12de-eeuwse voorganger. Deze kerk, gewijd aan St. Martinus, werd in 1694 vervangen. De nieuwe, onder leiding van Pyter Jans gebouwde kerk, kreeg in opdracht van Duco Martena van Burmania, een grafkelder ter plaatse van het oude koor. In 1728 werd een toren toegevoegd. S. van Welderen baron Rengers liet de kerk in 1865 opnieuw herbouwen naar plannen van M. Molenaar, waarbij de grafkelder ommetseld werd tot een pseudo-romaans koor. Aan de oostzijde werd een nieuwe ingang gebouwd. (veranderd in 1893). Mogelijk zijn delen van de 18de-eeuwse toren opgenomen in de huidige toren. De torenbekroning is in 1950-'51 versimpeld. In 1975 is de kerk gerestaureerd.
Het interieur wordt gedekt door een houten tongewelf. De kerk bevat een imposante, uit zandsteen vervaardigde, maar gemarmerde, epitaaf (1693-'94), gemaakt door Tjaard Lous Forstenburgh ter nagedachtenis van Duco Martena van Burmania († 1692) en zijn vrouw Eduarda Lucia van Juckema († 1682). Ernaast hangen rouwborden voor Sjuck Gerrolt Juckema van Burmania Rengers († 1784) en Odilia Amelia van Welderen († 1788). Tot de inventaris behoren verder een herenbank (circa 1694), enkele kerkbanken (1798), een preekstoel (1865) en een door W. Hardorff gebouwd orgel (1866). Op het kerkhof dateren het houten baarhuisje en het kerkhofhek vermoedelijk uit 1867. De wit gepleisterde voorm. pastorie (Tsjerkepaed 3) stamt in opzet uit 1835.
De openbare lagere school (Kleasterwei 18) is een tweeklassige middengangschool met portaal uit 1889.
De Epemastate (Epemawei 6) is een fors landhuis in neorenaissance-vormen, voorzien van een middenrisaliet met trapgevel en ingangsportaal en een aangebouwd koetshuis. De oorspronkelijke state verrees mogelijk begin 17de eeuw op een oude stinswier (terp met stenen huis) en kwam in 1651 in het bezit van Duco Martena van Burmania en Eduarda Lucia van Juckema. Het in opzet tweebeukige huis werd rond 1683 verbouwd.