Winsum
(gemeente Littenseradiel)
Dorp, ontstaan in de middeleeuwen. De bebouwing concentreerde zich ten zuiden en zuidoosten van de kerk en bij de brug over de Franekervaart. Na 1850 groeide het dorp uit, met name langs de drie uitvalswegen: Kleasterdyk, Meamerterdyk, Spannumerdyk. Vanaf circa 1930 is Winsum aan de zuidoostzijde gegroeid.
De Herv. kerk (Tsjerkebuorren 1) is een driezijdig gesloten zaalkerk voorzien van een ongelede toren met ingesnoerde spits. De in de kern 15de- of vroeg-16de-eeuwse kerk heeft een 18de-eeuwse noordgevel en is verder in circa 1880 ommetseld en van een nieuwe toren voorzien.
Scholen. De voorm. Chr. lagere school (Hegeterp 22-24) en de voorm. openbare lagere school (Kleasterdyk 25) zijn respectievelijk in 1873 en rond 1890 gebouwd als gangschool met naastgelegen onderwijzerswoning.
Boerderijen. Uit de 18de eeuw stamt de kop-hals-rompboerderij Boskdyk 4; links naast de kop bevindt zich een jongere aanbouw. De in 1872 opgetrokken schouderstelpboerderij Meamerterdijk 26 heeft een naar links uitgebouwd woongedeelte. Expressionistische vormen vertoont de stelpboerderij Greate Stjelp (Stelpdijk 2) uit 1937.
Van de coöperatieve stoomzuivelfabriek ‘Klimop’ (Kleasterdijk 41-43), opgericht in 1897, resteren de schoorsteen en de directeurswoning (1897). De zuivelfabriek heeft tot 1939 gefunctioneerd en is sindsdien verbouwd tot een fabriek voor landbouwmachines.
Molens. Ten zuidoosten van Winsum aan de weg Leeuwarden-Bolsward (N 359) staat de poldermolen ‘Langwert’ of ‘Zuidoostermolen’, een kleine achtkantige grondzeiler met bakstenen voet en een met hout beklede romp en kap. De in 1863 gebouwde molen is in 1979 naar de huidige plaats overgebracht ter vervanging van een in 1974 afgebrande voorganger en bemaalt de Meamerterpolder. Aan de Froonackerdijk, ten noorden van Winsum, staat een grote Amerikaanse windmotor uit circa 1925, bestaande uit een stalen vakwerktoren en een windrad met achttien bladen en twee windvanen.
Húns (Huins). Dit terpdorp ten oosten van Winsum is ontstaan in de vroege middeleeuwen en wordt in 1370 voor het eerst genoemd (Hynnynghe). Ten zuiden van de terp ligt een rechthoekige open ruimte (kaatsveld), die aan drie zijden is bebouwd met voornamelijk dwarse eenlaags huizen met een 19de-eeuws karakter. Húns is een beschermd dorpsgezicht. De Herv. kerk (bij Húns 28), oorspronkelijk gewijd aan St. Nicolaas, is een deels gepleisterde eenbeukige kerk met halfrond gesloten koor en een houten geveltoren met ingesnoerde spits. De kerk werd in de 13de eeuw gebouwd, in de 16de eeuw verhoogd en in de 19de eeuw gepleisterd. In de 18de-eeuwse geveltoren hangt een door Hans Falck gegoten klok (1619). Het kerkinterieur wordt gedekt door een houten tongewelf. Tot de inventaris behoren een preekstoel, doophek en twee kerkbanken (alle 17de eeuw) en een door W. Hardorff gebouwd orgel (tweede helft 19de eeuw). Uit 1829 dateert de poldermolen ‘De Huinsermolen’ (Koaidijk 39), een achtkantige grondzeiler met bakstenen voet en een met riet beklede romp en kap. De in 1978 gerestaureerde molen bemaalt de Huinserpolder. Interessante boerderijen zijn de rond 1940 gebouwde moderne stelpboerderij Húns 49, met hoekportiek, en de ten noorden van Húns gelegen stelpboerderij ‘Groot Rewer’ (Rewert 35) uit 1892 met jongere schuur.
Wjelsryp (Welsrijp). Dit terpdorp ten noordwesten van Winsum is ontstaan in de middeleeuwen en kreeg begin 20ste eeuw een lintvormige uitbreiding in zuidelijke richting. De Herv. kerk (Lytse Buorren 2), oorspronkelijk gewijd aan St. Ursula, is een eenbeukige kerk met vijfzijdig gesloten koor en een houten geveltoren met ingesnoerde stompe spits. De in oorsprong uit circa 1200 daterende kerk kreeg waarschijnlijk in de 18de eeuw nieuwe noordgevel, waarna vermoedelijk in 1892 de rest van de kerk is ommetseld. Toen heeft men ook de huidige geveltoren opgetrokken ter vervanging van de gesloopte middeleeuwse zadeldaktoren. Het kerkinterieur wordt gedekt door een houten tongewelf (begin 16de eeuw). Tot het in 1759 door Johannes Hardenberg vervaardigde meubilair behoren de preekstoel met Lodewijk XV-kenmerken, het doophek, de kerkbanken en enkele memorieborden. De rond 1870 gebouwde pastorie (Galemawei 4) is een groot blokvormig eenlaags huis met hoger opgetrokken middenrisaliet.
Boerderijen. De kop-rompboerderij Oasterein 4 is voorzien van de jaartalankers ‘1676’ en heeft een laag gepleisterd voorhuis, waarvan het achterste gedeelte is onderkelderd. Verder zijn interessant de kop-hals-rompboerderij Oasterein 8 (circa 1865), met onderkelderd dwars voorhuis, en de krimpboerderij Westerein 5 (circa 1875) met onderkelderd woongedeelte en omlijste ingang. Aardige eenlaags woonhuizen zijn Galemawei 9-11 (circa 1875), met portiek en dakkapel, en Galemawei 17 (circa 1920) met jugendstil-details. Het betonnen hooghout (bij 't Heechhout 1) uit circa 1930 is een hoge voetgangersbrug over de Franeker Vaart.
Baaium (Baijum). Dit terpdorp ten noorden van Winsum is ontstaan in de middeleeuwen. De Herv. kerk (Terp 21) is een driezijdig gesloten zaalkerk voorzien van een toren van drie geledingen met ingesnoerde spits. Ter vervanging van de middeleeuwse zadeldaktoren verrees in 1865 de huidige toren naar ontwerp van B.J. Sitema. De middeleeuwse kerk heeft men in 1876