Rinsumageest, Herv. kerk, plattegrond
Rinsumageest, Herv. kerk
een tweebeukige kerk met halfrond gesloten koor en een forse zadeldaktoren van twee geledingen. Rond 1100 verrees het tufstenen koor met spaarvelden, gesloten door gekoppelde rondboogvensters. Het driedelige venster aan de zuidzijde - waarschijnlijk een hagioscoop - is in de 13de eeuw aangebracht. In de 12de eeuw werd het koor verhoogd en kwam een driebeukig tufstenen schip tot stand met kleine rondboogvensters in de lichtbeuk. Rond 1525 heeft men de smalle zijbeuken gesloopt, de doorgangen aan de noordzijde dichtgezet en aan de zuidzijde een bredere, laat-gotische zijbeuk opgetrokken. Het classicistische poortje (1647) van de noordingang is in 1805 geplaatst en is afkomstig van de gesloopte Eijsingastate. De oorspronkelijk 13de-eeuwse toren werd, getuige een door Maria van Tyarda geplaatste maniëristische gevelsteen, in 1610 grotendeels vernieuwd en voorzien van een nieuwe traptoren tussen de schipbeuken. De toren heeft op de verdieping een opvallend rijk stergewelf. In 1805 zijn de noord- en de westgevel beklampt. In de toren hangt een door Hans Falck gegoten klok (1620). De kerk is in 1943-'45 hersteld en in 1987-'88 gerestaureerd.
Inwendig is het belangrijkste onderdeel van de kerk de kleine, opvallende crypte, waarschijnlijk tegen het midden van de 16de eeuw aangebracht. De graatgewelven rusten op kraagstenen en op twee middenzuilen. Deze vroeg-13de-eeuwse zuilen zijn mogelijk afkomstig uit het nabijgelegen, in 1580 opgeheven klooster Klaarkamp. Bijzonder zijn de uit Caensteen vervaardigde kapitelen met een aan corintische kapitelen refererende decoratie. De abaci en zuilschachten bestaan uit kalksinter, een materiaal afkomstig uit de Romeinse waterleiding van de Eiffel naar Keulen, waarin het als een soort ‘ketelsteen’ is gevormd.
Tot de inventaris behoren twee vermeldenswaardige zerken voor de geslachten Tjaarda (circa 1600) en Aylva (1618), een 19de-eeuwse preekstoel en een door Bakker & Timmenga gebouwd orgel (1892). Aan de oostzijde van de zuiderbeuk bevindt zich een epitaaf in vroegerenaissance vormen voor Syds Tjaarda († 1545) en Moedt van Sythiema († 1557).
De Geref. kerk (Kerkstraat 4) is een recht gesloten zaalkerk met houten geveltoren, gebouwd in 1913 in rationalistische vormen naar plannen van Tj. Kuipers.
Het voorm. rechthuis annex herberg (Rechthuisstraat 1) is een fors, vermoedelijk laat-17de-eeuws, pand met schilddak en pilastergevel. Tot 1881 diende het ook als raadhuis en daarna alleen als café (‘Pijper’).
Woonhuizen. Het dwarse woonhuis T.S. Siniaweg 9 heeft een vroeg-17de-eeuws opzet en strekken met natuursteenblokken uit die tijd. Waarschijnlijk begin 19de eeuw heeft men de verdieping gesloopt en een nieuwe ingangsomlijsting aangebracht. T.S. Siniaweg 11 is een laat-18de-eeuws tweebeukige dwars huis met hoger opgaande middenrisaliet. De voorm. pastorie Tjaerdaweg 20 is een middenganghuis, waarvan de aanzetkrullen van de tot klokgevel opgetrokken middenrisaliet dateren uit 1790. Bij een ingrijpende verbouwing in 1918 is een nieuwe ingang met rationalistische details aangebracht. Het neoclassicistische middenganghuis Kerkstraat 12 is in 1875 gebouwd door A. Terpstra voor A.O. Viersen. Het woon- en winkelpand Tjaerdaweg 9 (circa 1895) heeft neorenaissance-details, het huis Van Aylvaweg 33 (circa 1905) vertoont jugendstil-elementen.
De boerderij ‘Tjaardastate’ (Van Aylvaweg 32) is een grote kop-hals-rompboerderij. Het hoge, onderkelderde voorhuis is rond 1860 gebouwd. Het bedrijfsgedeelte heeft mogelijk een oudere kern. Achter de boerderij staat een duiventil annex kleinveehok, gebouwd rond 1800 en gerestaureerd in 1994.