Jelsum
(gemeente Leeuwarderadeel)
Terpdorp met een radiale structuur, ontstaan enkele eeuwen voor het begin van onze jaartelling op een kwelderwal van de Boorneboezem (Middelzee). In de 12de eeuw kreeg het dorp een kerk. In de middeleeuwen verrezen ook de Dekemastate - aan de zuidzijde van de ossenweg - en de (inmiddels verdwenen) Harinxmastate op de zogeheten achterste terp aan de noordzijde. De bebouwing concentreerde zich op de voorste terp, tussen kerk en Dekemastate, waar zich een plein vormde. De terp werd eind 19de eeuw aan de noordkant sterk afgegraven. Jelsum is een beschermd dorpsgezicht.
De Herv. kerk (Op 'e Terp 26) is een eenbeukige romaanse kerk met vijfzijdig gesloten koor en een ongelede zadeldaktoren. Het tufstenen schip dateert uit de tweede helft van de 12de eeuw. De rijk versierde noordzijde heeft twee rijen spaarvelden met rondboogfriezen boven elkaar. Daar bevinden zich ook de dichtgemetselde romaanse ingang en twee gotische ingangen uit verschillende perioden. In de 15de eeuw is het koor vernieuwd. De toren (zonder westingang) werd in de 13de eeuw toegevoegd en bevat een 14de-eeuwse klok en een klok van Petrus Overney (1671). De kerk is in 1913 en 1999 gerestaureerd.
Jelsum, Herv. kerk
Het interieur wordt gedekt door een rond 1500 aangebracht houten tongewelf op trekbalken met sleutelstukken en rijk gesneden rosetten; die in de koorsluiting met een afbeelding van de gekroonde Christus en die in het schip met de Arma Christi. Tot de inventaris behoren twee herenbanken (16de eeuw en circa 1650) en een door Jan Aukes vervaardigde preekstoel met doophek (1703). Het in 1834 door L.J. en J. van Dam gebouwde orgel, waarin onderdelen van het in 1832 vervangen orgel in de Galileërkerk te Leeuwarden zijn gebruikt, is geplaatst in een mogelijk 18de-eeuwse kast. Belangrijk is de in 1547 door Benedictus Gerbrandtsz. in vroege renaissance-vormen gebeeldhouwde grafzerk voor Juw Rinsma († 1546) en IJdt Tielens († 1547); waarschijnlijk maakte hij ook de zerk voor Wattie Hania († 1569) en Yda Gratinga († 1565). Verder van belang zijn de zerken voor Albert van Dekama en Harinck van Roorda (1609), een zerk gemerkt GOH (1648) en de zerk van theoloog Balthasar Bekker († 1764). Op het kerkhof bevinden zich onder meer de grafkelders met wapens van de families Houth en Van Wageningen, de grafkelders van T.A. Hoekstra († 1854) en dr. S.R.D. van Wageningen († 1898), vier obelisken van de familie T. Hoekstra (circa 1909) en de marmeren grafsteen voor dr. O. Boelstra († 1926). De consistorie (Op 'e Terp 22) uit 1890 en de pastorie (Op 'e Terp 28) uit 1895 zijn beide in eclectische vormen opgetrokken.
De
Dekemastate (Dekemawei 5) ligt op een omgracht terrein. Het gedeeltelijk onderkelderde eenlaags gebouw heeft een zadeldak tussen twee topgevels en een haakse aanbouw. Mogelijk stamt de fundering uit de 13de of 14de eeuw. Het in 1486 voor het eerst genoemde huis brandde in 1498 af. Rond 1538 (d) verrees een tweelaags hoofdgebouw met de ingang aan de noordzijde en een noordelijke aanbouw in opdracht van Hette van Dekema en Reynsck Camstra met wie hij in 1522 was getrouwd. Na het huwelijk van Anna Catharina van Dekema met Jurjen Ripperda in 1622 en vóór 1635 (d) kwam de haakse zuidvleugel tot stand. Uit die tijd stamt ook een wapensteen. In 1699 en in de 18de eeuw volgden enkele verbouwingen. Gerard van Wageningen liet in 1814 een ingrijpende
Jelsum, Dekemastate, plattegrond
modernisering uitvoeren, waarbij het hoofdgebouw met een verdieping werd verlaagd. Het interieur bevat uit die tijd een zaal met empire-details. De betimmering van de eetkamer is uit 1925. Bij de restauratie van het huis in 1997 zijn enkele belangrijke gipsen onderdelen van een vroeg-17de-eeuwse schouw teruggevonden.
In opdracht van J.H.J. van Wageningen kreeg het huis in 1905 een nieuwe toegangsbrug met poort. De omringende parkaanleg heeft een door knotlinden beplante oprijlaan en wordt van het dorp gescheiden door een rond 1905 opgetrokken muur.
De voorm. openbare lagere school (Boarnsylsterwei 3) is een rond 1900 gebouwde vierklassige gangschool met neorenaissance-details.
Boerderijen. De kop-hals-rompboerderijen Dekemawei 1 en Piter Rindertsreedsje 3 hebben mogelijk een laat-18de-eeuwse oorsprong. Vergelijkbaar, maar met een onderkelderd voorhuis, is de boerderij Op 'e Terp 7 uit circa 1850. De in 1844 gebouwde boerderij Dekemawei 3 heeft een dwars geplaatst voorhuis met omlijste ingang; de schuur stamt uit 1839. Een vergelijkbare boerderij met eclectische vormen is Brédyk 16 uit 1869. Van de boerderij Op 'e Terp 16 is het woonhuis met kaaszolders uit circa 1890 bewaard gebleven. De boerderijen Haskerzathe (Haskedyk 2; 1894) en Vij-