Eastermar (Oostermeer)
(gemeente Tytsjerksteradiel)
Dorp, in de middeleeuwen op een zandrug ontstaan als een esdorp-achtige verzameling boerderijen met kerk: It Heechsân (Hoogzand). In de 17de en 18de eeuw verschoof het zwaartepunt van het dorp naar het zuidwesten, waar de veennederzetting It Waltsje tot ontwikkeling kwam aan de Lits, de vaarverbinding tussen het Bergumermeer en De Leijen. Aan het eind van de haven aan de Lits ontstond een dorpsplein. Deze zuidelijke bebouwingskern, het huidige Eastermar, is rond 1988 geheel opgeknapt.
De toren van de in 1869 gesloopte middeleeuwse kerk (Torenlaan 11, It Heechsân) is een forse ongelede bakstenen zadeldaktoren uit de 13de eeuw. Na de sloop van de kerk ging de terp dienst doen als begraafplaats. Het baarhuisje is vermoedelijk in 1873 gebouwd.
De
Herv. kerk (Torenlaan 14, It
Eastermar, Herv. kerk
Heechsân) is een forse zaalkerk met apsisvormige consistoriekamer en een geveltoren met ingesnoerde naaldspits, gebouwd in 1868 in eclectische vormen naar plannen van R. Kijlstra. De bovenbouw van de toren is in 1894 vernieuwd. De kerk bevat een door J.F. Kruse gebouwd orgel (1888).
De pastorie (Torenlaan 1) is een middenganghuis met hoger opgaand middendeel en eclectische vormen, gebouwd in 1875 naar plannen van D.D. Duursma. Het in 1924 door J.D. Schuilenga opgetrokken gebouw voor Chr. belangen (Torenlaan 12) heeft een expressief vorm gegeven ingangspartij in de vorm van een torentje.
Woonhuizen. Het eenvoudige dwarse eenlaagspand E.M. Beimastrjitte 10 heeft boven de ingang de datering ‘1768’; het eenvoudige diepe eenlaagspand Waltsje 23 draagt de nokanker ‘1814’. De meeste grotere woonhuizen in het dorp hebben aan de achterzijde een schuurgedeelte. Dit geldt zowel voor het forse dorpshuis E.M. Beimastrjitte 46, in de nokanker gedateerd ‘1769’, als de eenlaags huizen E.M. Beimastrjitte 30 en 43, met mogelijk 18de-eeuwse kern. Neoclassicistische vormen hebben de rond 1860 gebouwde rentenierswoningen E.M. Beimastrjitte 2 en 36. Het vergelijkbare Dam Jaarsmahûs (E.M. Beimastrjitte 18) dateert uit circa 1880. De rentenierswoningen Seadwei 6 en Nieuw Stedma (Grote Hornsterweg 16) vertonen veel overeenkomsten. Beide hebben een dwars geplaatst voorhuis met terugliggend portiek en een iets uitgebouwde zijkamer. De eerstgenoemde heeft echter neorenaissance-vormen naar plannen van C.H. Eldering (1907), de andere jugendstil-achtige vormen naar plannen van B.J. Gros (1912).
Boerderijen. De in 1821 gebouwde, deftige boerderij De Hornst (Zwarteweg 2) heeft een dwars eenlaags voorhuis met dakkapel en omlijste ingang met ionische pilasters. De kop-rompboerderij Boerestreek 6 dateert uit 1851. Het stookhok en de bijschuur zijn rond 1890 toegevoegd. Vergelijkbaar van opzet is de boerderij Skuilenburgerwei 5 (1865). De rond 1900 gebouwde boerderij Kleastermar (Snakkerbuorren 6) heeft een dwars geplaatst voorhuis.
Het voorm. hotel ‘Oostermeer’ (E.M. Beimastrjitte 8) is een sober neoclassicistisch pand uit circa 1870.
Het voorm. pakhuis E.M. Beimastrjitte 12 dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw.