in de boogvelden van de vensters. Verder is er een 16de eeuwse gevelsteen met helmbekroning geflankeerd door hermen. De ingangsomlijsting is 18de-eeuws. Het huis is in 1979 gerestaureerd door Th. Haakma Wagenaar. Het tuinpaviljoen uit 1993-'94 is gebouwd op een kelder van het oude huis.
Woonhuizen. Van de middeleeuwse huizen zijn als gevolg van de stadsbrand van 1524 slechts enkele voorbeelden over. De huizen binnen de wallen hebben meestal een kern uit de 16de tot en met de 18de eeuw. Het huis
Bloemendaal 5-9, een voornaam dwars huis met opkamer, kwam tot stand bij een verbouwing kort na de stadsbrand van 1524. In 1964 is het pand ingrijpend gerestaureerd. Uit de eerste helft van de 16de eeuw dateert het
Wapen van Gelderland (Markt 2), een hoekpand met zadeldak tussen trapgevels met laatgotische korfboognissen. De houten kruiskozijnen, het pothuis op de hoek en de houten winkelpui zijn in 1904 gereconstrueerd. Het gedeeltelijk nog gotische diepe huis
Waterstraat 26 heeft op de verdieping aan de buitenzijde beeldhouwwerk in vroege renaissancevormen uit circa 1550 in de vorm van kandelaberpilasters, putti en andere ornamenten; deze zijn afkomstig van het afgebroken deel van het stadspaleis van Johan van Rossum aan het Kerkplein. De hoge houten pui en de borstwering van de gevel zijn in 1946-'48 naar ontwerp van D. Verheus uitgevoerd. De pui is aan de bovenzijde voorzien van hagedissen- en apenfiguurtjes van beeldhouwer Van der Schaft. Vanaf circa 1530 tot het midden van de 16de eeuw werden sterk geprofileerde renaissance-gevels gebouwd met op de verdieping uitkragende vensterbogen, die samenkomen op een kraagsteen of een kolonet. Ondanks wijzigingen en bepleistering zijn de trapgevels
Gasthuisstraat 22 en
Boschstraat 10-12 (interieur met insteek) hiervan herkenbare voorbeelden; ze zijn voorzien van gebeeldhouwde kandelaberzuiltjes met renaissance-ornamenten. De gevel van
Boschstraat 10 heeft in twee boogtrommels een mannen- en een vrouwenkop uitgevoerd in reliëf. Van
Gasthuisstraat 22 is bij de laatste verbouwing in 1988 alleen de voorgevel gehandhaafd. De voorm. stadsapotheek
Zaltbommel, Woonhuis Waterstraat 26
Markt 3 heeft een renaissance-gevel met een geschulpte muurzuil en gebeeldhouwde koppen. Het bovenste, verhoogde gedeelte van de trapgevel is voorzien van vleugelstukken en dateert uit 1664.
Vanaf circa 1560 tot het eerste kwart van de 17de eeuw bouwde men trapgevels met ondiepe vensternissen, geprofileerde korfbogen en waterlijsten, natuursteenbanden en in de boogtrommels een baksteenmozaïek. De uit circa 1580 daterende voorgevel van Gasthuisstraat 24, met een toppilaster op een kraagsteen, is een goed voorbeeld. Het pand zelf dateert uit circa 1500 en heeft inwendig een lambrizering van laat-gotische briefpanelen. Uit de tweede helft van de 16de eeuw stammen verder de voorgevel van Oenselsestraat 17, die in de 19de eeuw een kroonlijst kreeg, en Oenselsestraat 50. Een vroeg-17de-eeuwse trapgevel met sierankers en een toppilaster op maskerconsole heeft Gasthuisstraat 23. De trapgevel van Gasthuisstraat 17 dateert uit 1605 en is in 1889 aan de rechterzijde vergroot in aangepaste neorenaissance-stijl. In het tweede kwart van de 17de eeuw werden eenvoudiger, vlakkere trapgevels gebouwd, slechts geleed door horizontale natuursteen banden en soms voorzien van een toppilaster. Voorbeelden hiervan zijn te zien bij het dubbele woonhuis Ruiterstraat 14-16 (linker deel uit 1630), het hoekpand Ruiterstraat 18 (1632) en de huizen Korte Steigerstraat 17 (gepleisterd), Ruiterstraat 6 en het late voorbeeld Vismarkt 2 (1690).
Rond het midden van de 18de eeuw kregen enkele oudere panden een nieuwe voorgevel in Lodewijk XV-stijl. De rond 1750 opgetrokken gevel van Boschstraat 22 heeft een zandstenen pronkrisaliet. Het dwarse, van oorsprong 17de eeuwse, herenhuis Nieuwstraat 10 heeft een soortgelijke omlijsting in Lodewijk XV-stijl. Iets rijker uitgevoerd is de lijstgevel van Ruiterstraat 10. Sobere, laat-18de-eeuwse lijstgevels hebben Lange Steigerstraat 22 en 24. Deze vrijwel identieke gevels zijn kort na elkaar tot stand gekomen vóór 17de-eeuwse huizen.
Gedurende de 19de eeuw kregen veel oude huizen een eenvoudige gepleisterde lijstgevel; de 16de- of 17de-eeuwse kern is vaak nog herkenbaar aan de hoge kap. Voorbeelden van deze ontwikkeling zijn: Heilige Geeststraat 23, Kerkstraat 24 (omlijste ingang), Nieuwstraat 3, Nieuwstraat 5, Gasthuisstraat 12, Heilige Geeststraat 9-11 en Kerkstraat 33 en Kerkstraat 35. Op al deze gevels zijn schijnvoegen aangebracht. Andere voorbeelden zijn de bakstenen lijstgevels Gamerschestraat 45, Gasthuisstraat 25 en Gamerschestraat 16 en 18, alle uit de eerste helft van de 19de eeuw. In het derde kwart van de 19de eeuw zet deze ontwikkeling zich door met gepleisterde gevels voorzien van hoekpilasters en vensters met afgeronde hoeken, zoals te zien bij Maasstraat 15, Nieuwstraat 7, Kerkstraat 28 (met mezzanino), Ruiterstraat 17 en Waterstraat 44 naar ontwerp van A.M.A. Gulden. Eenvoudige bakstenen lijstgevels hebben onder meer het hoekpand Gasthuisstraat 31 (circa 1835), Gasthuisstraat 32 (circa 1850) met ver overstekende lijst op consoles en Ruiterstraat 23 (circa 1870) met geblokte bakstenen hoekpilasters. Het statige herenhuis Gasthuisstraat 27 uit 1839 is uitgevoerd in vroege neoclassicistische vormen. De ramen op de verdieping hebben waaierzwikken. In de tweede helft van de 19de eeuw werd een aantal gepleisterde pan-