Laag-Keppel, Watermolen
van Pallandt liet het in 1612-'20 herbouwen naar plannen van Willem van Bommel. Hierbij ontstond een U-vormige plattegrond met een lange vleugel met veelhoekige traptoren aan de oostzijde. De vleugel aan de voorzijde heeft links van de donjon een vooruitspringende ingangspartij met een rijke maniëristische topgevel in Vredeman-de-Vriesvormen (1615). Na herstel van oorlogsschade in 1665 diende het in 1672 als tijdelijk hoofdkwartier van Lodewijk XIV. In de grote zaal bevindt zich een rijke schouw uit circa 1665. Frederik Willem Floris van Pallandt liet Gerrit Ravenschot in 1729 een uitbreidingsplan maken, dat uiteindelijk in 1743-'50 werd uitgevoerd. De zuidwestelijke vleugel is toen verhoogd en verlengd. In 1781-'82 kregen de ingangshal en de blauwe zaal in de donjon plafonds in Lodewijk XVI-stijl, ontworpen door Joseph Peretti. Deze verbouwingen werden in 1804 afgesloten met een nieuwe helm op de traptoren van de ingangspartij. In 1850 liet A.W.K.W. van Palland de open achterzijde van de smalle binnenplaats volbouwen.
Van de oude voorburcht resteert de overhoeks geplaatste middeleeuwse ‘dieventoren’. Het koetshuis en de dienstwoningen Dorpsstraat 31 en 43 dateren uit circa 1850. De destijds bestaande tuinaanleg werd in 1774-'76 ingrijpend gewijzigd en omgevormd in Engelse landschapsstijl. Aan de noordzijde plantte men toen een sterrenbos. Uit die tijd stammen het huidige inrijhek en de zandstenen dorpspomp met schildhoudende leeuw. In 1835 volgde aanpassing
Laag-Soeren, Priesznitz-monument
van de aanleg in rijpe landschapsstijl naar plannen van J.D. Zocher jr., waarna D. Wattez in 1880 een stelsel van zichtassen aanlegde. De ijzeren Wilhelminavoetbrug is uit 1898.
De Herv. kerk (Hummeloseweg 4) is een kruiskerk met een toren van vier geledingen met ingesnoerde spits, gebouwd in 1880 ter vervanging van een in 1394 gestichte kapel. De kerk vertoont neogotische elementen.
Woonhuizen. Langs de Dorpsstraat staat een aantal, overwegend dwarse, huizen uit het begin van de 19de eeuw. De rentmeesterswoning Dorpsstraat 28 is een deftig herenhuis uit circa 1800, voorzien van een neoclassicistische deuromlijsting en een kroonlijst. Iets jonger zijn Dorpsstraat 1 en 27-29. Bij diverse huizen is het oorspronkelijke agrarische karakter nog zichtbaar, zoals bij Dorpsstraat 2. De dwarse panden Dorpsstraat 7 (circa 1840) en Dorpsstraat 11 (circa 1870) hebben opzij van het woongedeelte een inrijpoort; Dorpsstraat 16 (1885) heeft deze in het midden. Dorpsstraat 25 herbergt een paardenstalling uit circa 1890. Een goed voorbeeld van een woon- en winkelpand met jugenstilelementen is Dorpsstraat 12 uit circa 1905. Buiten de eigenlijke kern staat het neoclassicistische herenhuis Rijksweg 64, gebouwd rond 1840 voor de eigenaar van de Keppelse IJzergieterij. Neoclassicistisch is Rijksweg 59 (1904), terwijl Rijksweg 69 (circa 1900) chalet-elementen vertoont. Het uit circa 1930 daterende pand Rijksweg 118 is zakelijk-expressionistisch van vorm.
Het hotel ‘De Gouden Leeuw’ (Rijksweg 91), ook wel bekend als ‘Hotel Kets’, is rond 1766 gesticht en kort na 1893 in zijn huidige vorm met neorenaissanceelementen herbouwd.
Molens. De watermolen (Dorpsstraat 30) is een onderslagmolen op de Molenbeek. Al in de 14de eeuw is er sprake van een watermolen. De huidige (koren)watermolen stamt echter uit circa 1865. Het gebouw met sober neoclassicistische elementen is in 1968-'73 gerestaureerd. De windmolen ‘Follega Molen’ (Dorpsstraat 30) is een spinnekopmolen uit 1857, gebouwd als poldermolen te Follega (Fr.) en in 1969 hier geplaatst.