Kranenburg, R.K. begraafplaats
1868. Het naastgelegen voorm. franciscanerklooster (Ruurloseweg 99) uit 1902 vertoont sobere neogotische vormen.
De R.K. lagere school (Ruurloseweg 97) is in 1881 gebouwd als eenlaagse gangschool met aan de straatzijde een onderwijzerswoning.
Wientjesvoort (Ruurloseweg 83) is een neoclassicistisch landhuis, gebouwd in 1850 voor de freules Josephina en Judith van Dorth tot Medler. In 1968 brandde de kap af en kreeg het huis een noodkap.
Boerderijen. De hallenhuisboerderij Groote Brandenborch (Brandenborchweg 1) werd rond 1800 gebouwd en kreeg later twee bijschuren. De Brandenborch (Brandenborchweg 3-5) is een boerderij met jachtkamer, gebouwd in 1906-'07 naar plannen van H. Enklaar voor J.H. Lulofs-Umbgrove. Interessant zijn de vroeg 19de-eeuwse hallenhuisboerderijen Mosselseweg 2 en Mosselseweg 7; de boerderij Onsteinseweg 22 stamt uit 1834.
De R.K. begraafplaats (bij Eikenlaan 2), rond 1834 tegenover de kerk gesticht, heeft een centrale aanleg met graven van de franciscanen en een fraai gietijzeren hek met levensgrote engelen. De neogotische grafkapel uit 1865 is mogelijk ontworpen door P.J.H. Cuypers. Interessant zijn de grafkelder van R.E. baron van Dorth (†1847) en de graftekens van H.P.E.I. Bosch van Drakestein (†1841) en M.A.R.B.A. Stoop tot Onstein (†1848).
De Wildenborg (Wildenborchseweg 20), gelegen ten noordoosten van Kranenburg, is een voorm. havezate, die voor het eerst wordt genoemd in 1372. In 1490 werd deze verwoest en in 1523-'33 herbouwd en versterkt. In de loop van de 17de eeuw werd het kasteel ontmanteld op de zware 16de-eeuwse poorttoren na. Deze werd als middenpartij opgenomen in een nieuw landhuis, dat in 1782 voor Hugo Damiaan Staring en Sophia Wynanda Ver Huell werd gebouwd. Van 1791 tot 1840 woonde hier hun zoon, de dichter A.C.W. Staring. In 1847 werd de toren in pseudo-romaanse stijl verhoogd en voorzien van drie toegangen, naar plannen van E.S. Heyninck voor J.I. Brands. Bij herstel in 1931, naar plannen van G.J. Postel, heeft men de toren ontpleisterd en de oostelijke vleugel verlengd. De oostelijke vleugel bevat nog een betimmering in Lodewijk XVI-stijl.
Het park ontstond toen A.C.W. Staring rond 1810 aan de zuidzijde een zichtkanaal liet aanleggen. Bij de omvorming in romantische landschapsstijl in het midden van de 19de eeuw kwam het bouwhuis tot stand. In het park staan diverse tuinbeelden uit de 17de en 18de eeuw. In de nabijheid staat de Wildenborgse Kapel (Kapelweg 1), een houten zaalkerk met dakruiter uit circa 1930, voorzien van expressionistische details.
De Wierse (Wiersserallee 9), gelegen ten oosten van Kranenburg, is een omgrachte voorm. havezate, die voor het eerst wordt genoemd in 1288. Het huidige gebouw ontstond kort na 1681 toen Enno Matthias ten Broeck het vervallen huis liet herbouwen. Midden 18de eeuw kreeg het huis een T-vormige plattegrond; van die verbouwing dateren inwendig twee kamers met stucplafonds en een schouw met gesneden boezem in vroege Lodewijk XV-vormen. Referendaris Victor de Stuers - die in 1893 trouwde met A.C. van Limburg Stirum - liet in 1912 het huis restaureren. Ter gelegenheid van het huwelijk van hun dochter, Alice, met W.E. Gatacre (1926) kreeg het huis in 1925 een driezijdig uitgebouwde ingangspartij met bordestrap in neo-Lodewijk XIV-stijl, naar plannen van D.F. Slothouwer.
De vroeg-18de-eeuwse tuinaanleg is rond 1800 voorzien van karpervijvers en grachten en is omstreeks 1842 in opdracht van R.J. van Heeckeren gereorganiseerd. Naar plannen van A. Gatacre-De Stuers ontstonden tussen 1912 en 1928 enkele besloten tuinen, waaronder een rozentuin (1910) en een lage tuin (1913). Het koetshuis met dienstwoning (Wiersserallee 5) stamt uit circa 1870; veel van de andere gebouwtjes, waaronder kinderhuisjes en een tennishut, zijn van circa 1925.
Het Onstein (Onsteinseweg 15), gelegen ten zuidoosten van Kranenburg, is een rijzig herenhuis, gebouwd ter plaatse van een voorganger uit 1613 waarvan nog een maniëristische gevelsteen rest. In opdracht van Jan Evert ten Broeck verrees in 1711 het huidige pand met geblokte hoekpilasters en een pronkrisaliet in robuuste Lodewijk XIV-vormen. Naar ontwerp van W. Dorst liet A.E.C.C. van der Heyden in 1925 de kap vervangen, een klokkentoren toevoegen en de traptoren verhogen. Inwendig heeft de gang een stucwerkplafond uit circa 1802, aangebracht in opdracht van M.A.R.B.A. Stoop.
Het ontwerp van de redelijk bewaard gebleven symmetrische parkaanleg met assenstelsel en zichtkanaal uit circa 1710-'11, wordt aan Daniël Marot toegeschreven. Het koetshuis met dienstwoning (Onsteinseweg 17) en de paardenstal (Onsteinseweg 19) stammen uit circa 1875.